08.
Allison Wright’s P.O.V.
Morgenrood, Stephenie Meyer. Die hoorde bij de ‘Young Adults’ boeken. Ik zuchtte en reed mijn karretje vol ingeleverde boeken naar het ‘Young Adults’ rek. Ik plaatste de boeken op hun plek en liep door naar de historische romans.
Het was stil in de bibliotheek. Meestal was het vrij druk op een woensdagmiddag. Helemaal in de zomer. Velen kwamen boeken lenen die ze mee konden nemen op vakantie, maar vandaag was het bijzonder rustig. Waarschijnlijk omdat er al veel mensen op vakantie waren.
Ik hield van mijn bijbaantje. Ik verdiende er niet veel mee, maar dat deerde me niet. Na drukke dagen op school en de hectische momenten die daarna thuis volgde, vond ik rust in de bibliotheek. Ik kon daar nadenken. Mijn gedachtes relativeren. Alles op een rijtje zetten. Veel van mijn vrienden vonden het raar dat ik in de bieb werkte. “Dat is toch saai?,” had Nina – mijn beste vriendin – gezegd toen ik haar vertelde dat ik was aangenomen. “Ga je daar serieus werken?” Ik wist van te voren dat ze dat ging zeggen. Nina was onbezonnen, spontaan en ze genoot van het leven. Zij zag het als een groot feest. Haar levensmotto was dan ook ‘het leven is een feestje, je moet alleen zelf de slingers ophangen’. Ik was het daar gedeeltelijk mee eens. Ik snapte daarom ook waarom zij het werken in een bibliotheek saai vond. Maar ik vond het fijn. Ik hing hier ook mijn slingers op. Alleen op een andere manier.
“Meisje, weet jij misschien waar ik dit boek kan vinden?” Een oudere man onderbrak mijn gedachten. Ik glimlachte vriendelijk naar hem en liet mijn blik op een briefje vallen dat hij me liet zien. Het verraad, Douglas Bond. Een biografische roman over Johannes Calvijn. Ik wilde hem wijzen op de computer, zodat hij zelf kon opzoeken waar het boek te vinden was, maar besloot toen toch met hem mee te lopen naar het desbetreffende rek waar het boek instond. Hij zou vast geen ervaring hebben met computers.
De man glimlachte me dankbaar toe. “Dankjewel, meis,” mompelde hij.
Ik glimlachte nogmaals en liep toen weer terug naar mijn karretje. Ik betrapte mezelf erop dat mijn gedachten afdwaalden naar de droom die ik gisteren had en over de reis naar Spanje die ik had afgewezen.
Ik zuchtte. Als ik mee zou gaan, zou het de perfecte gelegenheid zijn om uit te vinden wat ik precies voor Zayn voelde. Maar een stemmetje in mijn hoofd zei dat ik hem moest loslaten. Hoe goed kende ik hem nou?
Na een aantal minuten wikken en wegen, besloot ik Liam in mijn pauze te bellen. Hij nam vrolijk op. Ik glimlachte, zonder te beseffen dat hij dat niet kon zien.
“Ben je er nu al over heen?,” vroeg ik zogenaamd gekwetst.
“Waarover heen?” Ik merkte aan zijn reactie dat hij schrok van de manier waarop ik het vroeg. Hij geloofde ook alles.
“Dat ik niet mee ga op vakantie,” antwoordde ik.
Hij lachte. “Oh, daarover heen. Je liet me schrikken, Al. Ik dacht even dat ik iets verkeerds had gezegd.” Ik wist het. Ik kende Liam veel te goed. Zijn acties en reacties waren te voorspelbaar. “Maar ik ben er nog niet overheen hoor. Natuurlijk niet. Ik heb me gisternacht in slaap gehuild en dat ga ik vannacht weer doen, want ik mis je nu al,” zei hij toen er geen antwoord van mijn kant kwam.
Ik lachte opnieuw. “Dan heb ik goed nieuws voor je.” Nu bleef het bij Liam stil. “Ik ga toch mee,” vulde ik aan. Ik had het nog niet eens aan mijn vader gevraagd, maar dat was niet nodig. Ik wist dat hij het goed vond. Ik moest het alleen op het moment vragen dat Lydia er niet was, want ik wist dat zij anders roet in het eten ging strooien.
“Echt?,” zei hij na een tijdje, vol ongeloof. Ik gooide het op Lydia en mijn vader. Dat hij zich wel zou redden en dat ik zo ver mogelijk bij Lydia vandaan wilde zijn. Maar dat was niet de enige reden dat ik mee wilde. De andere – misschien wel de grootste – reden vertelde ik hem niet. Hij hoefde niet te weten wat ik misschien wel of misschien niet voor Zayn voelde. Hij zou het me alleen maar moeilijker maken.
Reageer (1)
Aaaahhh hunnn, I LOVE IT!! <3
1 decennium geledenSnel verderrr (:
xx