Foto bij 4~

Na mijn avondeten ( wat echt niet lekker was ) loop ik de deur uit. Ik pak nog snel mijn jas en wandel dan rustig naar het meer. Lies had ik al een tijdje niet meer gezien en ik ben blij dat we nog eens kunnen afspreken. We bellen wel vaak maar dat is anders, als ik aankom kijk ik of niemand me ziet. Buiten mij en Lies wist niemand van dit plekje, vanaf de baan kun je het niet zien, ik heb het eens ontdekt toen ik hier viel met m'n fiets maar dat heb ik niet tegen Lies gezegd. Wat zouw ze dan wel niet moeten denken, dat ik niet kan fietsen? Lies zit al aan de rand van het water en kijkt op als ik naast haar kom zitten. "Hey Louise hoe was het bij Nils?" Even weet ik niet wat zeggen en staar voor me uit. "Eum nja goed denk ik, hij zei sorry." Ik zie Lies glimlachen " Ow dus alles is weer goed?" Nee ik wil eerst nog eens met hem praten en weer eens afspreken met hem maar dat zeg ik niet. " Een beetje, we praten terug met elkaar." zeg ik dan maar om haar vraag te beantwoorden. Ze stelt zich recht en ik vraag wat ze doet. " Daar zit een jongen, en ze wijst naar een jongen een beetje verder van ons, maar hij zit wel aan dezelfde kant van de baan. "Hey die jongen heb ik gisteren in mijn straat zien lopen, met nog drie andere jongens! Zeg ik dan snel en ik word een beetje rood, het is de blonde jongen die me gezien had. " Waarom zie je rood? Ooh je vindt hem leuk!" Ze is bij dat ze dat eens kan zeggen, normaal heb ik dat altijd door bij haar. "Neee! Ik vind hem helemaal niet leuk, ik ken hem helemaal niet!" Ik zie aan haar gezicht dat ze me niet geloofd, wat ik ook niet zouw doen als zij nu de gene was met een rood hoofd maarja..."Laten we met hem gaan praten" zeg ik dan maar om de stilte te verbreken, hij had ons toch al opgemerkt. "Nee dat durf ik niet!" "Lies rustig ik dacht dat jij zei dat ik hem leuk vond. Ik denk dat het eerder omgekeerd is maar goed gaan we nu?" Voordat ze kan antwoorden wandel ik al heel rustig naar de jongen, hij kijkt ons aan en ik zie dat Lies een beetje rood word. " Liesje niet rood worden hé!" , ik fluister het bijna zodat hij het niet zouw horen, zo erg ben ik ook weer niet. " Hou je mond Louise!" Een kleine grinnik verlaat mijn mond, hey zeg ik dan maar tegen de jongen als we bij hem zijn aangekomen. "Eum hallo ik ben Daan" zegt hij een beetje verlegen. " Ik ben Louise en dat ( guh waar is Lies nu?) daarnet liep m'n vriendin nog naast me en dat meisje noemt Lies. "Eum ok waar is ze dan nu?"
Als ik dat zouw weten zou ik het toch zeggen maar goed ik zeg tegen hem dat ik het niet weet als ik haar plots een beetje verder op de grond zie liggen. Ik barst in lachen uit en Daan kijkt me raar aan. " Wat is er?" vraag hij dan. "Lies op de grond daar!" is het enige wat ik uit mijn mond krijg. Ik zie dat hij ook begint te lachen en ze komt boos op ons aflopen. Vlug stop ik met lachen en geef Daan een stamp met mn arm waardoor hij luid " ew " roept, maar hij stopt met lachen en dat was mijn bedoeling. We kijken haar lief aan en ze begint te glimlachen. " Louise je weet toch wie dat is?" " Nja dat is Daan." Zeg ik trots, er zijn niet veel vragen van Lies waar ik op kan antwoorden dus ben ik blij. " Ja maar dat is Daan van Mainstreet, de band van Nils." volgens mij verdien ik toch een halfje voor mijn anwtoord. " Kennen jullie hem?" Daan kijkt ons allebei aan maar dat negeer ik. Lies zegt dan plots " Valt wel mee toch Louise?" Ik heb het niet gehoord want ik ben nog steeds verbaast. "LOUISE" roept Daan dan half in mijn oor. "Daan ik vind het leuk dat je mijn naam roept maar ik wil niet doof worden!" Sorry zegt hij dan, en een grinnik
verlaat Lies haar mond. Dit meisje krijgt nog iets terug van me, ik weet wel dat ze nu denkt dat ik hem leuk vind maar dat is niet zo. " Ik ga zo naar Nils samen met de anderen van de band, zin om mee te gaan?" Volgen mij ziet Lies het helemaal zitten, haar glimlach is nog nooit zo groot geweest denk ik luidop. "Hey dat hoorde ik!" oeps zeg ik lief terug. Als het goed is voor Lies, wat ik wel denk, zullen we meegaan. En daar vertokken we dan naar Nils zijn huis. Als we de straat inkomen begin ik toch even te twijfelen, zou ik wel meegaan? Vind hij het goed als ik meekom? Verschillende vragen komen in me op, maar ik heb geen antwoorden. Zenuwachtiger en zenuwachtiger begin ik te worden, ik merk dan ook niet dat ik bijna stil sta. Als ik het doorheb versnel ik even zodat ik Daan en Lies inhaal. Ik merk dat ze in een diep gesprek zijn geraakt en ik hou dan ook meer even mijn mond, zin om veel te praten heb ik toch niet. We stoppen aan Nils zijn huis en Daan drukt al snel op de bel. De deur vliegt open en Nils staat verbaasd in de deuropening. "Ik wist niet dat je hen meeging nemen, niet dat ik het erg vind maar kom binnen" Onze blikken kruisen elkaar en ik weet het zeker: deze jongen laat ik nooit meer gaan!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen