12
Ik was ergens onderweg in slaap gevallen, want toen ik langzaam mijn ogen open deed, was het langzaam donker aan het worden. Luke lag in de raarste houding en snurkte zachtjes. Zijn lichaam zat nog steeds onder de blauwe plekken en was bleek doordat hij bewusteloos is geraakt. Ik liet mijn hand even langs mijn nek gaan en voelde hoe de kieuwachtige dingen langzaam en geluidloos trilde. Het gaf zuurstof zonder slang, het was een andere manier van ademhalen.
Het was hopeloos.
Ik keek Luke aan die zich in een normale posietie bewoog, even zich uitstrekte en weer verder sliep. Ik moest lachen hoe hij door al deze omstandigheden kon slapen. Ik keek omhoog en zag de duizende sterren, helder aan de hemel. De grote beer was duidelijk zichtbaar, waar mijn moeder vroeger over vertelde. Ze had het zelfs getekend op de muur met houtskool.
Ze vertelde dat ze voreger gefacineerd was door de kracht van de sterren, maar dat vervaagde toen ze moest onderduiken. Kort daarna werd ik geboren, maar een ding bleef een misterie. Wie was mijn vader?
Ik ging staan en rekte me goed uit, zakte weer terug om Luke wakker te maken. 'We moeten gaan,' zei ik tegen de halfslapende jongen die langzaam op aarde kwam. 'Hoe laat is het, geef me nog vijf minutjes.' En sloot zijn ogen weer. Ik tilde hem op en sloeg hem over mijn schouder. Het was wonderbaarlijk dat hij zo licht was, ik zou zweren dat hij zwaarder moest zijn.
Ik begon de grote droge vlakte af te lopen, richting de stad. Het oortje waar ik contact had met Alex, was alang kwijtgeraakt, net als alle andere kinderen. 'Hoelang duurt het voordat we in de stad zijn?' Zei Luke zacht.
'Daar heb ik geen idee naar, het kan nog uren duren, maar het kan ook dagen duren,' zei ik onder het lopen. Luke gebaarde dat hij zelf weer kon lopen en zette hem op de grond. Even wankelde hij, gaapte eens goed en begon de wandeltocht richting de stad.
'ik hoop dat mijn zusje nog leefd, want anders ga ik die wezens een kopie kleiner maken,' zei hij vol zelfvertrouwen en liet twee vuisten naar voren knallen. Ik begon te lachen.
'Met je handen, laten we eerst wapens zoeken, voordat we...' Ik maakte mijn zin niet af als ik twee gedaantes op de grond zag zitten. Ze zaten tegenover elkaar pratend over iets. Ik gebaarde dat we stil moesten zijn en sloop zachtjes hun kant op.
Ze hadden niks in de gaten toen ik met volle vaart op hun af kwam rennen. Een meter voor hun kwam ik verbaast tot stilstand en keek ze aan. Een jongen die zijn capichoun omhoog had, had een geweer in zijn handen. Hij richte eerst op mij en daarna op Luke.
'Wie zijn jullie en vertoon jullie zelf,' riep hij. Ik haalde mijn handen omhoog.
'Ik ben Sam Whinter en dit is Luke.' De wat oudere jongen naast de jongen met het geweer keek geschrokken op. 'Maar dan ben jij,' zei hij stotterend. Hij zag er schoon uit, vast nieuw. 'Wie zijn jullie?' Riep ik terug.
'Ik ben Hyperion en dit hier is Caine. Ik had de opdracht om je te zoeken en hij hier zijn zus,' zei Hyperion. Ik zuchte.
'Eerst, laat dat geweer zakken en twee vertel wat jullie hier precies doen, met zoeken naar...Haalt niks bij me uit.' Caine die zijn wapen liet zakken keek me appart aan.
'En dan mag jij vertellen wat die dingen in je nek zijn.' Even voelde ik al mijn moed mijn blote voeten in zakken en zuchtte.
'Ik zal het vertellen.'
Reageer (1)
Wow, moet weer ff bij lezen ^^
1 decennium geledenWas verbaasd en blij om te zien dat er weer hoofdstukjes waren nadat ik na een behoorlijke tijd weer inlogte ^^