2.1 Inkt met zand erover
*Heb gevonden dat er dagelijks treinen rijden tussen Boston en NY*
Portland ligt 180 km noordoost van Boston
Ik kijk in mijn tas. Hij zit al redelijk vol door alleen dat boek al. Als ik meer moet meenemen dan wat geld en een sleutel, zie ik dat wel. Waarschijnlijk ben ik vanavond al weer terug. Hoeveel valt er überhaupt over mijn verleden te vertellen? Ik was ten slotte een weeskind. Geen ouders, geen zusje, alleen dat spook van een Dina. Volgens mij leefde ik gewoon in een weeshuis. Dat lijkt me nou niet bepaald interessant. Misschien vertelt dit iets over mijn ouders. Dat zij adviseur en huisvrouw zijn. Dat zij uit Saoedi-Arabië komen. Dat dat de reden is dat die wereld in gedachten zo anders is. En al die dromen zijn dan bedtijd verhaaltjes. Die ik verwar met een verleden, zo helder als herinneringen. Alhoewel… stiekem merk ik toch dat ik hoop op meer. Ik donder de trappen af. Eenmaal onderaan is de deur dichtbij. Toch ontkom ik niet aan mijn pleegvaders aandacht.
‘Waar ga jij heen?’
Zijn donkere stem maakt dat ik me niet eens om durf te draaien. Ik weet niet eens een excuus. ‘Buiten? De… bieb?’, denk ik hardop. En misschien neem ik een omweg via waar ik dan ook beland op de terugweg.
‘Sarah, alsjeblieft, doe nou een hoofddoek op voordat je de deur uit gaat. Je weet niet wat-’
Ik zucht opgelucht. Hier weet ik wel raad mee. ‘Pap, mijn haar zit in een vlecht. Iedereen hier heeft los haar. Ze pikken mij er heus niet uit. Dit is even goed. Zo val ik juist minder op’
Serieus, mijn echte vader zal stukken minder bezorgd zijn. Hij zou in elk geval beter luisteren. Ik weet dat ze islamitisch waren… maar niet op deze manier. Mijn echte vader weet dat ik voor mezelf kan zorgen. Ik open de deur een laatste keer. Of een van de laatste keren. Zodra ik weet waar ik hoor, ben ik weg.
De bieb is nog gesloten. De sleutels rinkelen in mijn zak. Ik kan als eerste de bieb in. Nu heb ik tenminste nog de tijd om te onderzoeken waar dit boek vandaan komt. Ik kan het nog lezen zonder gestoord te worden. Dan stop ik hem wel waar hij hoort voordat iemand het mist. Ik plof neer op een van de grote banken in de leeshoek. Eens zien wat het boek mij nog meer te zeggen heeft. Pagina 2. Leeg, met uitzondering van een wapen. Daar zal ik het dan maar mee moeten doen. Ik sla het boek dicht en neem het mee naar de computer. Op internet staat vast wel meer.
"Familiewapen met helm" levert een paar honderd resultaten op. Ik zucht. Dit gaat nog lang duren.
'Zoek je iets?', vraagt Rosalinde opeens. Ze legt haar tas naast mij neer.
'Dit boek heeft vreemde dingen erin staan. Ik kan de schrijver niet vinden. Weet jij er meer over?' Ik laat haar het plaatje zien.
'Hmm', zegt zij bedenkelijk. 'Dat wapen heb ik laatst nog gezien in een documentaire over een familie in New England'
Terwijl de reizigers over het station rennen, druk in de weer met hun mobieltjes, leef ik in een andere wereld. Eentje waarin boeken spreken. Dat boek… dat moet toch het bewijs zijn van iets? Toeval? Of magie? ‘Van mij’, fluistert Dina. Ik haal mijn schouders op. Dat kon ik wel verwachten. Nu, welke kant op is perron 9? Het station is zo druk dat ik amper boven de mensenmassa uit kan kijken. Ergens links bovenin zit een bord. De dikgedrukte negen helpt mij mijn weg tussen de massa door te vinden.
De trein vertrekt om kwart over. Het is nu.. 13 over!
Reageer (1)
LOVIT
1 decennium geleden