Hoofdstuk 2.
Ik stap uit de auto van het ministerie, mijn ouders konden me niet brengen dus hebben ze me laten brengen. Tsja mijn ouders hadden het nu altijd ‘te’ druk.. Ik loop over het station tot ik bij de bekende muur ben, de muur tussen platform 9 en 10. Ik kijk om me heen en ren richting de muur en sluit mijn ogen, ik doe mijn ogen weer open en zucht. Eindelijk weer naar de plaats waar ik hoor. Naar mijn echte huis, ergens waar ik me niet hoef te schamen voor wie ik ben. In de verte zie ik een grote bos krullen, Hermelien! Ik ren op haar af en geef haar een grote knuffel. “Orleans! Ik schrok me rot!” zegt ze verbaast. Ik lach “waar zijn Harry en Ron?” “die zijn de trein al binnen” zegt ze “wat best dom is van Ron, want we moeten naar de klassenoudste coupé..” “zijn jullie ook klassenoudste geworden?!” vraag ik blij en verrast “ik had eigenlijk verwacht dat Harry het zou worden’’ ’’er zal wel een reden voor zijn’’ zegt ze bedachtzaam “sorry dat we je niet hadden geschreven in de vakantie’’. “maak niet uit, leg later maar uit waarom, laten we nu maar naar de klassenoudste coupé gaan” antwoord ik. Zo lopen we de trein in om nog een poosje naar Ron te zoeken die het blijkbaar vergeten was en gewoon vrolijk bij Harry in een coupé ging zitten. We rennen snel naar de klassenoudste coupé, we zijn te laat. Als we de deur open doen staart iedereen ons verbaast aan en we gaan snel zitten. Ze gaan door met hun uitleg, ik kijk rond en zie dat Patty, Draco en ene Ernst die ik vaag ergens van kan ook klassenoudste zijn geworden. Ook Patrick is klassenoudste geworden, hij komt ook uit Ravenklauw en eigenlijk ken ik hem vrij slecht. Ik voel dat er ogen naar me kijken en zie dat die komen van Draco. Ik rol met mijn ogen en probeer me te concentreren op de uitleg, wat raar genoeg moeilijk gaat. “dus nu we alles hebben uitgelegd kunnen jullie weer terug naar jullie coupés’’ hoor ik Anderling zeggen. Samen met Ron en Hermelien sta ik op om terug naar Harry te gaan, maar midden in de gang scheurt mijn tas door de midden. Ron probeert meteen te helpen maar maakt de scheur alleen maar groter. Ik grinnik, hij probeerde altijd zo zijn best te doen, maar altijd zonder succes. “lopen jullie alvast maar door, ik zie jullie straks wel’’ zeg ik ze toe. Ik wacht tot ze uit het zicht zijn en draai me om “leuk geprobeerd Malfidus, wat is er?’’ daar staat hij dan lachend, en raar genoeg voor zijn doen alleen, zonder Patty of de andere aanplakzooi. “ik wou je iets zeggen” antwoord hij. “nou ik zou zeggen doe je ding” snauw ik hem toe en repareer mijn tas en stop alles er weer in. “ik wou zeggen hoe mooi ik je eigenlijk vindt’’ zegt hij met zijn gewoonlijke glimlach. Ik verstijf en rol met mijn ogen “sorry maar hier heb ik dus echt geen zin meer in, kan je niet iemand anders irriteren met je praatjes’’. “er is niemand anders die ik wil irriteren’’ zegt hij grijzend en zet een stap in mijn richting. Ik voel zijn lichaamswarmte en krijg het benauwd, “word je nooit moe van jezelf?!’’ zeg ik en ik draai hem mijn rug toe. Ik voel zijn lippen bij mijn oor “het enige waar ik moe van word is dat jij ontkent dat je me ook leuk vindt’’ fluistert hij. Ik rol met mijn ogen en loop weg, weg van hem, gewoon terug naar mijn coupé terwijl ik zijn woorden nog steeds hoor in mijn hoofd.
Langzaam begint de grote zaal vol te lopen. Ik loop snel naar de Ravenklauw tafel, veel vrienden heb ik eigenlijk niet hier in Ravenklauw. Nou oke wel veel vrienden maar niet echt veel ‘goede’ vrienden, eigenlijk alleen Loena, maar die zit een jaar lager. De eerste jaars komen binnen en langzaam wordt de eerste al ingesorteerd. Langzaam dwalen mijn ogen af naar de Zwadderich tafel en zie dat Draco naar me zit te kijken, hij knipoogt en snel kijk ik weer naar de sorteerhoed die zo te zien al bijna klaar is met het indelen.
Er zijn nog geen reacties.