Foto bij Hoofdstuk 1.

Hier is mijn eerste hoofdstukje :)
Laat maar weten wat je ervan vindt!!
x

Daar zat ik dan, met altijd nog dezelfde witblonde lange haren die vooral in deze tijd van het jaar nogal golfde, ook met dezelfde groenblauwe ogen die altijd nog even groot waren. Ook in de tuin die er nog altijd hetzelfde uitzag; keurig behouden, nogal groot en je kon eraan makkelijk zien dat hier rijke mensen wonen. Ook al leek de tuin nog precies hetzelfde, voelde het niet meer zo. Een paar jaar geleden was deze tuin veel levendiger, meer mensen, meer dieren en zeker meer geluid. “Orleans?” hoor ik een stem achter me, aan de stem te horen moet die wel van mijn moeder zijn. Ik draai me om en zie bijna hetzelfde gezicht als die van mij, alleen zijn de ogen dan felblauw en is het haar stijl, “Ja moeder?’’ antwoord ik. “je weet dat er zo gasten komen, het lijkt me beter als je je om gaat kleden en die troep van beneden opruimt” zegt ze streng. Ik knik en sta op, mijn ouders hadden het niet zo met rotzooi, alles moest precies zo zijn als ze het wouden. Langzaam pak ik mijn spullen van de tafel en loop door naar de hal, de hal was ontzettend groot en overal hingen kroonluchters. Je kan twee sierlijke witte trappen omhoog zien kronkelen van allebei de kanten. Het is altijd nog een hele klus om naar mijn kamer te komen. Ik loop de trappen op, door de hal, over nog een trap en door nog een hal tot ik mijn vertrouwde bruine deur zie. Ik doe hem open en word overdonderd met kleuren, misschien wel de enige kleuren in het huis. De kamer ziet er gezellig en vrolijk uit en middenin de kamer staat een groot bed gemaakt van hout. Ik loop naar de kast om me om te kleden, ik weet dat moeder zou willen dat ik me netjes zou kleden, dat betekende dus; géén kleuren en een nette jurk. Ik zuchtte diep en pak een zwarte, dunne zomerse jurk die ik van mijn moeder had gekregen. Niet mijn favoriet, maar als ik mijn moeder er mee blij zou maken is dat voldoende. Ik trek hem aan en bekijk mezelf. Ik had niet verwacht dat hij zo zou staan, hij past perfect bij mijn vormen en zag er chic uit. Ik glimlach tevreden en pak een bijpassende ketting en doe hem om. Ik hoor vanuit beneden de oude bekende stemmen weer, Familie Malfidus. Ik zucht diep, dit is dus niet waar ik op te wachten sta. Langzaam loop ik naar beneden tot ik bij de woonkamer ben. Daar op de lange witte banken zaten mijn ouders met niemand minder dan Lucius Malfidus. Ik kreeg altijd de kriebels van die man, zijn manier van doen en laten stond me echt niet aan. Naast hem zat zijn vrouw Narcissa, waar ik opzich wel mee overweg kan maar nog steeds niets mee heb. En op de bank daarnaast zat hun zoon Draco. Hij had een witte blouse aan, die hem eng genoeg heel goed stond. Hij draait zich om en kijkt me met een glimlach aan, niet een glimlach die ik graag zie. Ik ga naast hem zitten op de bank en begroet de rest. Er hangt een gespannen sfeer en daaraan kan je merken over wat voor onderwerp het ging. “dus, het ministerie heeft niets door” hoor ik mijn vader vragen aan Lucius, “niet dat ze niets door hebben, maar meer dat ze het niet willen geloven” antwoord hij. “gelukkig maar” hoor ik mijn moeder zeggen “op deze manier staat Potter er alleen voor’’. Ik sta op en loop naar de tuin, ik heb dus echt géén zin in dit onderwerp. Ze hebben zo´n hekel aan Harry terwijl ze weten dat ik gewoon met hem bevriend ben. Toen ze daar achter kwamen waren ze boos en teleurgesteld tegelijkertijd, ik heb ze wel vaker teleurgesteld.. Zoals die ene keer toen we gesorteerd moesten worden en ik in de plaats van bij Zwadderich bij Ravenklauw kwam. Of die andere keren dat ik net als de rest van mijn vrienden in de vakantie naar het Nest wou. Je kon niet echt zeggen dat mijn ouders trots op me waren. Maar ze moesten er wel mee leven, want ze hebben geen andere kinderen en ik ga me niet veranderen. Achter me hoor ik de tuindeur dichtslaan, ik draai me snel om en sta oog in oog met Draco, die nog steeds als altijd dezelfde bekende glimlach heeft “kon je er niet tegen hoe je ouders over je Pottertje praten?”. “hou je kop Malfidus” sneer ik hem vijandig terug. Hij kijkt me vuil aan en zet een stap in mijn richting, ik kan zijn adem voelen “Niemand praat zo tegen mij, ook geen Anderson” snauwt hij me terug. Ik slik, ook al weet ik dat deze jongen niets zou doen, toch krijg ik altijd de rillingen van hem. Hij zet weer een stap achteruit en bekijkt me van top tot teen. Zijn bekende glimlach komt weer tevoorschijn, “toch zonde dat je bevriend bent met je Pottermansje, je had een goede Zwadderichster kunnen zijn’’. Ik draai met mijn ogen en loop naar binnen op weg naar mijn kamer, ook ondanks het pas 8uur is kan ik beter gaan slapen, alles beter dan hier zijn met zulke mensen.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen