Chapter 08
Nog één straat, dan ben ik er. Wat ik voel is niet normaal meer, zoveel zenuwen. Ik probeer op mijn ademhaling te letten, maar krijg hem niet volledig onder controle. Ik kan nog omdraaien. Omdraaien en weglopen, terug naar huis. Maar ik wil weten wie deze jongen is. Mijn nieuwsgierigheid wint het wel vaker van mijn angst, zo nu dus ook. Ik kan het park vanaf hier zien en mijn hart begint sneller te kloppen. We zouden elkaar zien bij het bankje naast de vijver. Nu ik er bijna ben begin ik me af te vragen waar ik in hemelsnaam aan begonnen ben. Ik loop het park binnen en kijk rond. Het valt me op hoeveel stelletjes er zijn, stelletjes die gearmd rond lopen, stelletjes die picknicken aan het water, stelletjes die op bankjes zitten te zoenen. Ik trek mijn capuchon over mijn hoofd, want het begint te regenen. Ik loop verder naar het bankje naast de vijver en steek ondertussen mijn handen in mijn zakken. Bij het bankje plof ik neer en pak mijn mobieltje om naar de tijd te kijken. Ik zie dat het tien voor vier is, dus ik ben ruim op tijd. In plaats van dat hij op mij zou wachten, wacht ik nu op hem. Ik kijk voor een paar minuten naar de mensen die langs lopen. Meisjes van rond mijn leeftijd glimlachen vaak naar me. Een van de meisjes die glimlacht loopt met haar vriendje, van hem krijg ik dan ook een jaloerse blik. Ik geef hem een flirterige knipoog en volgens mij begrijpt hij dat ik niet op meiden val, want hij glimlacht naar me, pakt de hand van zijn vriendin en loopt met haar door. Mijn mobieltje trilt om vijf voor vier. Ik lees het berichtje van Jay.
Hij: ‘Ik ben zo bij je. (:’
Ik glimlach en kijk op. Daar zie ik van achter de bomen de jongen van de foto komen aanlopen.
Reageer (1)
Oeehh spannend!
1 decennium geledensnel verder please!