6 en een half uur later, exact 5206 kilometer verder, zag ze voor het eerst de pracht van Engeland toen ze het vliegtuig uitstapte.

Doodmoe veegde een bruine krul uit haar gezicht.

Met de arm van vader om haar schouders stapte ze het glazen gangpad door. Ze hoorde vanalles. De aankondiging dat er een vliegtuig ging opstuigen, het geroezemoes van familieleden en vrienden die elkaar weer zagen, Mia besteedde er geen aandacht aan.

Engeland was prachtig. Helemaal anders als Canada, dat wel. Door de glazen wanden in het gangpad zag ze uitgestrekte velden, die afgebakend werden door rijen en rijen loofbomen. En in de verte zag ze een kerktoren opduiken tussen de bomen. Daar ergens moest Ambleside liggen.

Toen ze een halfuur later in de taxi zat, was ze rusteloos. Vader had haar gezegd dat het nog wel even rijden zou zijn en dat ze moest proberen om te slapen. Maar Mia kon gewoon geen slaap vatten.

Wanneer ze haar ogen sloot kreeg ze een onbehaaglijk gevoel over zich heen en rilde ze.

Of haar voorgevoel met Spring Cottage te maken had, wist ze niet zeker.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen