[Schrijfopdracht] Proloog.
Het waren zware tijden, tijden van nood.
Al de magie leek verdwenen te zijn. De mensen waren bang en bleven binnen..
De keizer leek een aardige man, een vriendelijke man. Zijn zoon was voor hen het perfecte voorbeeld van de goede beschaving.
De beloften waren groots.. alleen de uitkomst was wreed.
Gezinnen werden uitgehongerd, mensen werden werkloos, de belastingen waren absurd hoog.
Er verdwenen complete gezinnen.. en iedereen die iets te maken had met de oosterse vechtkunst kreeg de doodstraf.
Vol afschuw bekeek ik het beeld van de keizer. Ik gleed op mijn knieën en trillend boog ik me richting de grond. Een zure smaak vulde mijn mond, het liefst wilde ik over het beeld kotsen. Ik voelde hoe ik aan mijn kraag met een ruk werd opgetild, het deed al geen zeer meer, jammer genoeg gebeurde het regelmatig.
Het was één van de mannen van Thao Lin, de zoon van de keizer. Ik voelde hoe zijn hand over mijn rug gleed. Hij greep mijn kont vast en uit zelfverdediging sloeg ik van me af. Helse pijn schoot door mijn hoofd, de klap met de hark kwam hard aan. Uit mijn ooghoek zag ik hoe de andere 'mannen' een oude zen-leraar in elkaar sloegen. Woede droop door mijn aderen.
"Jij gaat doen wat ik zeg.. anders zie je je familie nooit meer terug.." spuwde hij in mijn gezicht waarna hij zijn lippen vol overgave op de mijne te drukken.
Het zuur liep me in de mond en hulpeloos keek ik naar de voorbijgangers. Geen van allen deden ze wat, ze bleven zenuwachtig staan, ze hielpen zelfs de oude man niet. Bang dat zij er in werden betrokken. Het was een schande. We hoorden voor elkaar op te komen, maar iedereen was bang.
Ik verzamelde al mijn moed bij elkaar en beet hard in zijn tong. Natuurlijk was hij woedend. Hij greep me bij mijn boven arm en kneep hard.
"Klein wicht!" zijn mond bloedde hevig. Het kon me niet deren. Zo snel als ik kon maakte ik me uit de voeten en schoot een steegje in.
Situaties zoals dit gebeurden bijna dagelijks.. De mannen uit het leger hadden een 'tussendoortje' nodig om het maar hard te zeggen.
Ik sprong over een muur heen en landde perfect op mijn voeten. Mijn vader was kungfu leraar voor jongens vanaf 5 tot 16. Buiten de regels om kreeg ik gelukkig ook les van hem, anders had ik me nooit kunnen redden in deze tijden. Ik moest mijn familie beschermen nu mijn vader in de gevangenis zat.
Won Kuk Lee was de man waar mijn vader altijd vol lof over praatte. Door deze man is onze vechtsport gemaakt. Jaren geleden versloeg Won Kuk Lee de keizer Seoel. Hij was een verre voorvader van de keizer die nu aan de macht is. Even wreed en even machtig.
Won Kuk Lee heeft de vechtkunst ontwikkeld tijdens zijn verblijf in de gevangenis, door middel hiervan is hij ontsnapt. Hij heeft ons leger leren vechten.
En alleen met één duim heeft hij de machtige keizer verslagen. Diep de grond in.
Het volk dacht dat ze eindelijk in harmonie konden leven, er kwamen goede keizer die eeuwenlang het hebben vol gehouden om het vol in stand te houden om het te regeren. Alleen tot de dag van vandaag leek onze hele geschiedenis een sprookje te zijn.
Vele vrouwen hadden de hoop opgegeven, ze zouden hun man nooit meer terug zien. Ze legden hun hoop voor de voeten van een ander.
Ze geloofden niet meer in geluk, in de harmonie waar ons volk in leefde. Het zou nooit meer het zelfde zijn.
Mijn moeder was sterk.. ze bleef wel geloven dat onze mannen een 'back-up plan' hadden.
De overgebleven mannen en vrouwen hielden s'avonds stiekeme bijeenkomsten, die ze aangaven met geheime tekens op muren en bomen.
Binnenkort zou het zover zijn.. de oorlog tussen leiders en arbeiders zouden uitbreken. Met als leider onze kroon-prinses, Chyou Jiali.
De meesten dachten dat de keizer zijn eigen dochter heeft laten vermoorden, en dat haar geest boven het verboden moeras zweefde.
Het leken kinderverhaaltjes maar voor sommigen was het de bittere waarheid. Mannen die op het paleis werkten konden het verhaal in duizenden vertellen..
Hoe ze haar hoorde schreeuwen..
Chyou Jiali was een jonge beeldschone vrouw, ze wilde niet laten zien dat ze macht had. Ze leefde onder de beschaving. Zoals verwacht was ze tegen de plannen van haar vader. Hij streef naar macht. Ook haar ooms waren daar niet beter bij. Dat is waarom hij haar liet vermoorden.
Ik geloofde helaas niet dat ze dood was, mijn vader had me altijd verteld dat de prinses wel eens bij de bijeenkomsten aanwezig was.
Ik ademde diep uit en opende de houten deur van ons huisje. Zoals gewoonlijk was het huis over vol.
Mijn moeder was met haar vriendinnen aan het naaien, desondanks pikte ik hun verhaal op. Ze deelden zoals altijd hun zorgen.
Het deed zeer om te horen, de brekende stemmen en de vallende tranen, de schiet gebeden en de troostende woorden dat het wel goed zou komen.
Eerbiedig opende ik de bamboe deuren van mijn vaders 'dojo'. Het was ongelooflijk mooi, als klein kind was ik er graag, het maakte het leren zoveel mooier. De dojo leek op een yang zhong yuan, een omsloten tuin. De training spullen stonden nog precies op dezelfde plek.. Het was lang geleden dat ik mijn matrialarts had beoefend.
Huilend liet ik me voor mijn vaders foto vallen. Huilend voor hoop, huilend voor vrede. Huilend om een nieuwe harmonie.
Want dit kan niet langer meer.. deze wereld is wreed.
Deze strijd moest stoppen, het was tijd dat we gingen vechten voor onze rechten..
Er zijn nog geen reacties.