On The Road.
De wind ruiste stil fluisterend langs de ramen heen. Uren van ongezegde gedachten hingen vast in de kleine ruimte, brandend op onbewogen lippen. Rijen van duizenden bomen pronkten aan de rand van mijn gedachten. Ieder beeld had ik opgeslagen, de herinnering aan een nieuwe tijd.
Jacob had de voorbije uren geïrriteerd in zijn stoel zitten schuifelen, zijn blik op de wilde bossen buiten gericht. Hij rook het ook. De zoete geur van vrijheid die overal om ons heen hing. Ik overbrugde de ruimte tussen ons in , m’n hoofd op z’n schouder rustend. Het leek wel de eerste keer sinds we vertrokken waren dat hij ontspande. Zijn schouders zakte voorzichtig, zijn vingers onwennig op m’n been. Ik grinnikte en zag een kleine grijns op m’n vaders gezicht verschijnen.
“Het is niet zo ver meer,” mompelde papa zacht, mijn verwijtende gedachten negerend.
Ik blies m’n kaken vol lucht en liet m’n kin op Jake’s schouder rusten. Hij probeerde niet te lachen. “Ben je benieuwd?”
Hij knikte enkel, zijn ogen nog steeds op de bomen. “Je mist Seth en Leah…” prevelde ik tegen z’n shirt aan. Zijn donkere blik bleef eindelijk op me rusten. Zijn hand streek langs m’n wang, “ze zijn familie…”
Ik knikte begrijpend en kuste zijn vingertoppen, zo zacht ik kon. Ik voelde hem huiveren onder m’n lippen.
Reageer (1)
SNEL VERDER!!
1 decennium geleden