Three
vergezocht of kan het nog net ? :')
THREE
Zaterdagochtend was heerlijk. Ik kon lekker uitslapen en de dag beginnen met een kom muesli, zonder de schoolstress die ik op doordeweekse ochtenden altijd had. Bella zat, zoals gewoonlijk, al beneden, en Charlie was naar zijn werk. Edward was er alweer niet.
'Waar is-'
'Wandelen', antwoordde ze nors. Ik keek haar verbaasd aan.
'Daar kan ik toch niks aan doen?', vroeg ik. Ze schudde haar hoofd.
'Natuurlijk niet'. Haar stem klonk nog steeds boos.
'Nou, reageer het dan niet af op mij'.
'Jij hebt geen idee van wat voor leven ik leid', zei ze ineens. Ik fronste mijn wenkbrauwen.
'Sorry'. Ik kon een zachte proest in mijn lach niet onderdrukken.
'Laat maar. Ik baal gewoon'.
'Waarvan?', vroeg ik. Ik draaide mijn haar in een knot.
'Edward is wandelen, en eigenlijk wilde ik vandaag samen met hem het bos in'.
'Waarom wilde je het bos in?'
'Omdat het bos fijn is. Het is groen, het is koel en het is mooi'.
'Ik wil wel met je het bos in', stelde ik voor. Bella keek me aan.
'Je houd helemaal niet van bossen'.
'Maar als jij je er beter door voelt, ga ik gewoon gezellig mee', hield ik vol. Anders zat ik toch de hele middag weer hier in dit huis. Charlie zou ook niet echt gezellig zijn. Het enige wat hij zou vragen als hij thuis kwam, zou zijn "Heb je een leuke dag gehad?". Het zou niet uitmaken wat ik daarop zou antwoorden, want het boeide hem volgens mij niet echt.
'Weet jij nog waar we zijn?', vroeg ik. Ik keek om me heen en versnelde mijn pas weer, om Bella bij te houden.
'Niet echt', gaf ze toe. Ze beet op haar lip en draaide zich om.
'Volgens mij lopen we rondjes. Hoe groot is dit bos eigenlijk?'
'Groot. Te groot om er in twee dagen helemaal doorheen te lopen'.
'Dan hebben we een probleem', concludeerde ik. Ik zocht het pad af, vond een steen en liep ernaartoe om er vervolgens op te gaan zitten.
'Scherp opgemerkt. Zag ik nou iemand lopen? Meneer!', riep ze. Ik draaide me om. Niemand.
'Er is helemaal niemand', zei ik. Bella tuurde het bos in.
'Ik weet haast zeker dat er net wel iemand stond'.
'Doe niet zo eng', zei ik, toen ik merkte dat ik kriebels op mijn rug kreeg.
'Ik doe helemaal niet eng', protesteerde ze. Ze gebaarde dat ik op moest schuiven en kwam naast me zitten.
'Daar zijn we dan. Als je erover nadenkt is het typisch iets voor ons om in het bos in onze achtertuin verdwaalt te raken'. Ik grinnikte bijna, maar toen zag ik Bella's gezicht.
'Er liep daar weer iemand. Of iets'.
'Liep? Hoe snel is die iemand dan? Als hij binnen twee seconden alweer weg kan zijn?'
'Snel. Ik denk.. Oh nee'.
'Wat? Bells? Oké, ik heb een idee. We gaan gewoon teruglopen over het pad. Die kant op. Dan komen we vanzelf bij de splitsing, en dan kunnen we daar weer gaan piekeren. Ik houd niet van deze plek'.
Bella knikte langzaam. Ze bleef alleen gewoon zitten.
'Bells', zei ik. Ik wilde niet als eerste opstaan. Bella zette zich af tegen de steen. Ik stond ook op.
En toen ging alles ineens heel snel.
'Noah, rennen!', riep Bella. Ik draaide me om om haar aan te kijken. Ze lag in een vreemde positie in de armen van een mooie, zwartharige jongen met een witte huid. Hij deed me denken aan de Cullens. Zijn ogen waren naar beneden geslagen; hij keek Bella aan. Die probeerde los te komen, maar ze leek zijn armen niet weg te kunnen krijgen.
'Dit is wel heel makkelijk', zei de jongen. Zijn stem was hees en aantrekkelijk.
'Makkelijk?', vroeg ik. Ik was naief genoeg om er in te trappen.
'Nee, Noah, ga naar huis', beveelde Bella. Maar ik luisterde niet. Mijn botte hoofd was te dom.
'Jullie lopen ineens mijn jachtgebied binnen'.
'Het is niet van jou. Het is van de Cullens', zei Bella. Ik deed nog een stap dichterbij, toen de jongen zijn ogen ineens op mij richtte. Van schrik deed ik mijn gedurfde stappen weer terug. Zijn ogen waren dieprood. Hij zag er angstaanjagend uit.
Ik aarzelde. Hij was duidelijk gevaarlijk. Eerst dacht ik aan drugs, maar dat kon haast niet. Bella worstelde steeds verder.
'Heeft iemand je ooit wel eens verteld dat je heel erg lekker ruikt?', vroeg hij aan Bella. Bella gaf geen antwoord. Ik zag in haar ogen dat zij wel wist wat er aan de hand was.
En terwijl ik daar hulpeloos stond te observeren hoe mijn nichtje in de armen van een doodenge schoonheid stond te worstelen, hoorde ik achter me geritsel. Ik drufde me niet om te draaien, maar Bella keek ineens een stuk minder boos en de jongen achter haar keek woedend.
Ik draaide me toch maar om. Door de snelheid waarmee de drie wezens zich ineens verplaatsten kon ik niet zien wie of wat het was, maar binnen een mum van tijd was de jongen weg, lag Bella op de grond en was de enige aanwijzing van eventuele andere aanwezigheid nog de kleine windhoosjes van bladeren. Nergens was meer iets te herkennen van een andere, menselijke of onmenselijke vorm. Bella bleef op de grond zitten, kijkend naar de plek waar zonet vier personen waren verdwenen, één met rode ogen.
zeven reacties?
Reageer (11)
jippie dit is de zesde al nog maar 1
1 decennium geledenX(H)
5e reactie, nog 2 te gaan.
1 decennium geledensnel verder.
Geweldig girl, echt super!
1 decennium geledenwow, dit verhaal is awesome
1 decennium geledenSnel verder!!
1 decennium geleden