*Hoofdstuk 32
-Silber’s pov-
Mijn lichaam zegt dat ik moet stoppen met rennen maar mijn geest zegt dat ik moet doorgaan. Dat is dan ook wat ik doe al kost het veel moeite. Ik blijf rennen tot ik echt niet meer kan. Mijn mond is droog en mijn maag is leeg. Ik ga op een kei zitten om uit te rusten en de inhoud van mijn rugzak te controleren. Als ik mijn rugzak open doe, klinkt er een kanonschot. Het teken van een overleden tribuut. Terwijl ik uitpak, tel ik de schoten. Één. Touw. Twee. Een lege fles. Drie. Een slaapzak. Vier. Lucifers. Vijf. Een EHBO-set. Zes. Crackers. Zeven. Een Zwitsers zakmes. Acht. Een paar sokken. Negen. Een kompas. Tien. Ik steek mijn hand terug in de rugzak en trek hem meteen terug. Elf. Mijn hand bloed. Ik steek mijn weer voorzichtig in de tas en haal een opgerold stuk stof eruit. Er zit wat in. Twaalf. Ik rol het uit en er verschijnt een grote glimlach op mijn gezicht. Dertien. Op de lap stof ligt een riem met verschillende messen. Mijn wapens. De kanonschoten zijn gestopt. Dertien doden. Nog elf over. Dat gaat snel. Dertien doden op de eerste dag. Mijn gedachten gaan snel over op iets anders. Zou Daz nog leven? Zou hij meegedaan hebben met het bloedbad of is hij er ook meteen vandoor gegaan? Is hij achter mij aan gegaan of heeft hij een andere tactiek om me te beschermen? Het begint te schemeren en ik besluit dat het genoeg is voor vandaag. Ik heb Katniss vorig jaar in bomen zien slapen. Er zijn alleen geen bomen in de buurt. Ik pak mijn spullen in en doe mijn riem om mijn middel. Ik loop een stukje door totdat ik een inham in de rotsen heb gevonden. Ik spreid de slaapzak uit. Een donkere slaapzak, serieus? Een oranje vest maar een donkere slaapzak? Veel camouflage biedt het niet dus draai ik de slaapzak binnenstebuiten. Ook niet echt de goede kleur maar beter dan het donkere. Ik doe mijn riem af en leg hem binnen handbereik. Mijn tas gebruik ik als kussen en met veel moeite val ik in slaap.
Veel slaap ik alleen niet. Geritsel maakt me wakker. Het is nog een eindje weg en ik heb genoeg tijd om alles weer in te pakken en mijn riem om te doen. Ik begin voorzichtig verder te lopen maar het geluid gaat steeds sneller en komt steeds dichterbij. Ik pak een mes uit mijn riem en sta klaar om hem te gooien maar ik hoor een bekende stem. “Rustig Silly. Ik ben het maar.” Met een zucht van opluchting breng ik mijn mes weer in mijn riem. “Hoe kan ik nou rustig zijn als jij me besluipt, Dazzy?” zeg ik geïrriteerd terug. “Geen idee. Hoe kom je aan die messen?” “Uit mijn rugzak. Wie zijn er allemaal dood?” Daz begint ze allemaal op te noemen. Hitch uit 2, Jinx uit 3, Selma uit 4, Quintus en Adriana uit 5, Tico en Caselle uit 6, Desko en Saphire uit 7, Patchi uit 8, Manouk uit 9, Axl uit 10 en Macy uit 11. “Sorry van Macy.” Zeg ik met medelijden. “Het is jammer en ik vergeet het niet snel maar helaas zijn de Spelen zo. Gelukkig leef jij nog. Zo te zien ben je heel.” Hij pakt iets uit zijn tas en schijnt even later met een zaklamp op mij. Het licht schijnt ook op hem. Hij heeft een scheur in zijn vest en de wond eronder bloedt. Ook heeft hij net een bloedneus gehad zo te zien. “Ik ben heel maar jij niet. Ik heb een EHBO-set in mijn tas. Als jij op de wond schijnt, verzorg ik die wel.” “Dat hoeft niet. Het gaat wel.” Echt weer Daz. “Jij bent vastberaden mij te beschermen, ik ben vastberaden jou te helpen. Lijkt me een eerlijke deal.” Hij geeft toe en schijnt met zijn zaklamp op de wond en ik speel zo goed als ik maar kan doktertje. Als ik klaar ben geeft Daz eerlijk dat dit beter is. En ik geef hem toe dat zo’n zaklamp een handig ding is. “Hier neem hem maar. Op de één of andere manier hebben ze er twee in mijn rugzak gedaan en extra batterijen.” Ik neem hem aan en samen lopen we verder totdat we weer een goede slaapplaats gevonden hebben en daar goed gebruik van maken. Ik laat Daz slapen terwijl ik van de gelegenheid gebruik maak om de wacht te houden en te kijken hoe we aan eten en drinken kunnen komen. Hier stroomt geen water, dat is duidelijk. Eten gaat ook niet echt, tenzij reptielen voedzaam zijn maar ik vind dat niet zo’n smakelijk idee. Er staan wolken aan de hemel dus het gaat snel regenen. Dan maar daar op wachten.
Ineens klinkt het volkslied en staan de gezichten van de overleden tributen aan de nachtelijk hemel. Daz wordt rustig wakken. We eten wat crackers en gedroogd fruit van zijn kant en gaan dan verder. De rest van de nacht verloopt rustig en vredig. Als de dag aanbreekt, is het nog steeds rustig totdat er een kanonschot klinkt. Een hovercraft verschijnt dicht in de buurt. Dat betekent dat er medetributen dicht in de buurt zijn. Onze magen zijn leeg en het vocht is uit ons lichaam dus we komen niet ver. Nadat we uitgerust zijn, lijkt het veilig maar voordat we het weten, horen we stemmen. “Ik ga naar ze toe en leid ze af. Maak jij dat je wegkomt.” “We kunnen net zo goed samen weggaan.” “We zijn zo een te groot doelwit.” Ik raak steeds geïrriteerder door hem. “Ik ben sowieso al een te groot doelwit met die 10.25 van me.” “Ga nou maar. Misschien zie ik je nog wel.” “Oké dan, maar wees voorzichtig.” Na elkaar een knuffel gegeven te hebben loopt Daz in de richting van de stemmen. Zal ik hem ooit nog zien? Terwijl ik me dat afvraag, doe ik wat Daz gezegd heeft en loop ik verder. De echo van mijn voetstappen is het enige wat ik hoor. Ik hoor nooit de echo van mijn stem dus kan het kan ook niet de echo van mijn voetstappen zijn. Ik draai me om en kijk recht in het gezicht van Ken uit District 8. Hij ziet er niet naar uit om mij in leven te houden en voordat ik het weet, stormt hij op me af. Ik trek in elk hand een mes en gooi mijn rugzak van me af voor meer bewegingsvrijheid. Ik sta klaar om mezelf te verdedigen en zodra Ken bij me is, haal ik uit en heeft hij een diepe snee in zijn arm. Daar lijkt hij niet zo blij mee en zonder dat ik me er op voor kan bereiden, raakt hij mijn hoofd met zijn boemerang. Ik val achterover op de grond. De pijn in mijn hoofd brandt door mijn hele lichaam heen. Ken gaat over me heen staan en heft zijn hand waarin hij een scherpe versie van zijn boemerang vast houdt. Is dit dan mijn einde? Ik weiger om nu dood te gaan. Ik pak een nieuw mes en steek het in zijn been. Ken krijst het uit en valt neer terwijl hij met zijn handen naar zijn been grijpt. Helaas geeft hij het niet op. Hij probeert op te staan. Dat lukt met moeite. Inmiddels ben ik opgestaan. Ik buk om mijn rugzak te pakken en weg te rennen. Ik kom daar alleen niet aan toe want Ken heeft me alweer op de grond gegooid en grijpt mijn keel beet. Ik geef hem een stomp in zijn gezicht. Hij draait zich op zijn rug en ineens lig ik boven op hem. Ik geef hem een knietje in zijn buik en probeer weer op te staan terwijl ik een mes pak. Hij trekt me weer naar de grond maar ik laat dat niet toe. Terwijl ik val, draai ik me om en steek ik het mes in zijn hart. Dan raak ik de grond. Ik draai me naar Ken toe en zie hem langzaam verdwijnen. Hij ademt zwak en dan stopt het. Een kanonschot maakt duidelijk dat dit gevecht afgelopen is. Ik verzamel mijn messen, pak de rugzak en de boemerang van Ken, pak mijn eigen rugzak en loop verder. Nog een kanonschot laat mij rennen maar na een tijdje kan ik het echt niet meer. Ik rust wat uit op een van de vele rotsen en orden de spullen.
De rugzak van Ken bevat veel dezelfde dingen als mijn rugzak. Het voedsel stop ik in mijn tas, samen met een nachtbril en een klein verdovingspistooltje met de drie resterende pijltjes die uit zijn rugzak komen. De boemerang stop ik in mijn riem en ik verstop Ken’s rugzak. De zaklamp die ik van Daz heb gekregen, stop ik ook in mijn rugzak. Dat laatste kanonschot, was die om de dood van Daz aan te kondigen? Er zijn hoe dan ook nog acht tributen over. Er zijn er al zestien dood binnen twee dagen. Het Capitool zal dit niet leuk vinden. De Spelen zijn op deze manier veel te snel voorbij. Alsof ze gedachten kunnen lezen, klinkt de stem van Claudius Templesmith om een mededeling ten gehore te brengen. “Beste tributen. Deze kwartskwelling staat in het teken van verassingen en hier komt de eerste. Om de districten nog een kans te geven op eer, komt er voor elk district waar allebei de tributen van overleden zijn, één vervanger. Cyara voor District 2, Tucker voor District 5, Asuna voor District 6, Mandy voor District 7 en Walz voor District 8. Zij zijn op een willekeurige plaats in de Arena afgezet. Happy Hungergames and may the odds be ever in your favour.” Zo zijn er weer veertien tributen en als ik het goed heb, leeft Daz ook nog steeds. Opluchting verspreid zich door mijn lichaam. Ik kan weer met een gezond verstand verder. Daz kennende, vindt hij me wel. Ik kijk om me heen en zie dat ik bijna bij het gedeelte met de bomen ben. Bomen hebben water nodig dus ik ben dichtbij water. Ik eet nog wat en ga dan richting uit die ik voor ogen had. Naar een gedeelte met meer beschutting. Een gedeelte met meer overlevingskans.
Er zijn nog geen reacties.