Scorpius' pov:
Ik bestudeerde haar door de vrije ruimtes in, met gedachten die ver weg waren van m’n originele opdracht. Haar huid leek zo zacht in vergelijking met de harde kaften. Zo ver weg van het perkament dat ik zou moeten lezen. Ik las liever de uitdrukking op haar gezicht, het licht in haar ogen.
“Heb je al iets?”
Ik grijnsde schuldbewust. Ze zuchtte, liet haar hand door haar haren glijden en keek me bedachtzaam aan. “Je weet dat we niet zo veel tijd hebben voor deze opdracht toch?”
Ik knikte. Ze bleef stil, zacht met haar armen wiegend alsof ze besloot wat ze precies moest doen.
“Goed, wel,” ze keerde zich op haar hakken en beende terug naar ons tafeltje waar ze een toren had gebouwd met boeken en documenten. Ze glimlachte schuchter en liet haar gewicht op één been rusten, zacht tegen haar stoel leunend. “Dit… allemaal?”
Ik probeerde de irritatie uit m’n stem te filteren maar ze pikte het te snel op. “Ik weet dat het veel is, maar ik heb zo veel in te halen. Deze opdracht moet goed zijn, Scorpius.”
“Sorry, je hebt gelijk.”
Ik ging zitten, greep een van de bovenste boeken en sloeg hem open op een willekeurige pagina. Ze staarde me peinzend aan, kauwen op de binnenkant van haar mond. “Je doet het weer…” mompelde ik, zonder op te kijken van de pagina’s. Ik voelde hoe haar expressie veranderen. Ik grijnsde, “je bijt altijd op de binnenkant van je kaken als je… zenuwachtig word… of te veel denkt.”
Ze perste haar lippen tot een harde lijn, een frons op haar voorhoofd gegrift. Ze gaf geen reactie, boog zich weer over haar boek en keek niet meer op voor minstens een uur.
Ik had door 3 boeken gebladerd, enkel flarden opvangend van de duizenden woorden. Ik las ze wel, maar het leek alsof m’n hoofd ze niet wou hebben. Ze gooiden alles er weer uit, om te kunnen vervangen door haar. Hoe het licht haar haren ving. Hoe ze met haar vingers langs de woorden ging. Het zacht prevelen van haar lippen. Hoe ze soms onder haar wimpers naar me keek, nieuwsgierig.
Dat… dat vulde m’n gedachten. Enkel zij.
“Wat denk je van Draken?”
Ze keek op, haar ogen verrast. “Ik… hou niet zo van draken. Lompe beesten zijn het.”
Ik grinnikte, schudde m’n hoofd bij het idee van een meisje als zij naast zo’n gigantisch monsters. “Elfen?”
Ze trok haar wenkbrauw naar me op, “jij wil het over elfjes hebben?”
Het idee was te ridicuul voor woorden… maar als dat was wat ze wou, dan zou ik het doen. God, ik zou roze vleugeltjes op m’n rug plakken als dat was ze wou. Ik glimlachte oprecht.
Ze gniffelde, haar wangen zacht opvlammend. Ik hapte naar adem. Ze schudde haar hoofd en duwde lok terug achter haar oren. “Nee, dat doe ik je liever niet aan.”
Haar ogen bleven bij die van mij hangen, langer dan nodig was. Het groen van haar ogen leek de hele kamer te verlichten en ze merkte het niet eens. M’n hand gleed tussen ons in over de tafel, tot hij bij die van haar lag. Ik kon het niet stoppen. M’n lichaam wilde niet meer mee.
Ze bevroor, haar ogen strak op die van mij gericht. Ze trok niet weg. Ze bleef enkel kijken, tot ik besefte wat ik aan het doen was. Ik kuchte ongemakkelijk en trok hem terug, stopte hem diep in de zak van m’n jeans. “Sorry,” mompelde ik, vuur weer flakkerend in m’n buik.
Ik klemde m’n tanden op elkaar, stond op en beende de kamer uit.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen