11. Hyperion and Caine
Hyperion stond voor de ijzeren deur, die met een hels geluid dicht gegooid werd. Dit werd hem dan, daar gaan we. De jongen begon de grot af te lopen richting de uitgang. Het kleine beetje licht, vulde de grot en hij moest even met zijn ogen knipperen om aan het licht te wennen.
Zoek Sam, hij wordt vermist[/b]Galmde het door zijn hoofd, maar wie was die Sam.
Was het een jongen of een meisje? Hoe oud zou hij moeten zijn?
Hyperion stopte voor de grot, zette zijn zonnebril op en begon het zanderige vlakte, met hier en daar een boom af te rennen. De zon was verschrikkelijk warm, dat al gelijk inpact had op zijn huid, die langzaam verbrande.
Het flesje water in Hyperion's tas, was nu een stukje heiligdom en moest beschermd worden met al zijn kracht. Niemand kwam aan dat flesje, maar hij wilde gewoon weten wie die Sam was, of hij met meerdere was.
De zon die nu boven de horizon was, ging langzaam onder en de lucht had een prachtige rode kleurenspel. De glinsteringen in zijn ogen waren nu duidelijk zichtbaar en gaven een prachtig moment, van zijn herinneringen in het weeshuis.
Laat me genieten van de frisse lucht, dacht hij toen er een klepperend geluid om hem heen danste. 'Wie is daar,' riep hij/
Geen antwoord.
'Zeg op.' Een droog takje kraakte en brak.
Hyperion rende naar het geluid en zag een jongen op de grond. Hij had een geweer bij zijn hand, gericht op Hyperion. De jongen hijgde van vermoeidheid.
'Wie ben jij, wat doe je hier?' zei hij snel.
De handen van Hyperion gingen omhoog. De jongen met het geweer schoot naar voren, greep de tas van zijn schouders en ging weer in de houding staan. 'Ik ben Hyperion, ik kom van beneden.'
De jongen keek gechrokken op, maar geloofde me niet. 'Ik ken geen beneden, ik ken alleen boven en de stad, meer niet.' Hij schreeuwde nog steeds.
'Laat me je helpen.'
De jongen begon te trillen. Jachtjes begon hij heen en weer te wiegen, voordat hij met een dikke smakkerd op de grond viel. Hyperion was niet snel genoeg, maar ging naast hem zitten. 'Ik ben Caine,' zei hij schor.
Hyperion begon te lachen. 'Laten we je eerst helpen, je ziet eruit alsof je een geest hebt gezien.' Caine begon zachtjes te lachen en sloot zijn ogen.
Reageer (1)
Aaah spannend!! snel verder please!!
1 decennium geleden