Foto bij 3. De wachtkamer

Ergens beneden hoor ik de telefoon afgaan en ik kreun nog even terwijl ik op mijn buik in bed lig voor ik eruit spring en de trap af ren en de telefoon ergens onder de bank vind. 'Ik moet het hier maar eens opruimen', denk ik dan, want ik ben hier degene die alles in huis doet. Papa zorgde voor het geld. Ik druk op het groene telefoontje en hoor de stem van de directeur.
'Meneer Bouter, we verdachten Maud van spijbelen. Ze is niet op school en u heeft haar niet afgemeld, maar het was ook mogelijk dat u het vergat vanwege de drukte. Als dat het geval is horen we het graag nu en wijzen we u er op om het de volgende keer eerder te melden.'
In de tussentijd was ik al naar mijn kamer gerend en bekeek mijn wekker. Toen ik merkte dat hij klaar was met praten vertelde ik hem meteen alles en zei dat ik er aan kwam. Daarna hing ik op, deed wat kleding aan, deed al mijn boeken in mijn tas, omdat ik niet genoeg tijd had om te kijken welke ik nodig had en ging de deur uit. Tijdens het rennen dacht ik terug aan het bezoek van gisteren. Zij hadden vast mijn wekker stuk geknipt, zodat ik te laat zou zijn. Toen ik op drie vierde was leunde ik hijgend op mijn benen en liep ik verder met een zijsteek, klagend over het feit dat ik mijn rijbewijs nog niet had.
Ik negeerde de zijsteek en rende de paar laatste meters en stopte bij de deur even om tegen de muur te leunen en op adem te komen. Toen de zijsteek was verdwenen en ik weer een beetje normaal ademde liep ik naar binnen waar de gang helemaal leeg was op een vrouw na. Die vrouw was de onderdirecteur en ik geloof dat haar naam Helen was. Ze leidde me naar een klein kamertje met drie stoelen die aan de muur vast zaten en zei dat meneer van Bergen, ook wel de directeur, even bezig was en ik zo zijn kantoor in kon gaan. Ik ging zitten op een van de stoelen en vermaakte me met een plukje van mijn ongekamde haren.
Ik hoefde niet lang te wachten en de directeur kwam met een blonde vrouw die duidelijk zwanger was naar buiten.
'U zoon kan morgen meteen naar school komen en er is altijd wel iemand die vrijwillig een rondleiding geeft', verzekerde hij haar. Blijkbaar kwam er een nieuwe op school.
Toen draaide de directeur zich met een ruk om naar mij en veranderde de warme glimlach die hij net nog op zijn gezicht had staan op een beangstigende boze blik met veel rimpels op zijn voorhoofd.
'Bouter komen nu', zei hij met een harde stem. Dit was ik niet van hem gewend. Daardoor sprong ik geschrokken op en liet ik onhandig mijn tas vallen en alsof het niet erger kon vielen al mijn boeken eruit. Zo snel en onhandig als ik kon probeerde ik het op te ruimen. Ik had nog niet eens één boek in mijn tas weten te krijgen voor ik twee handen voor me zag die me wilde helpen. Terwijl ik een paar boeken in mijn tas propte stapelde de handen er een paar op en gaf die toen aan mij. De laatste boeken probeerde ik ook een plekje te geven in mijn tas, maar ik liet ze alleen nog vaker vallen, waardoor de directeur, waarvan de handen waren, zich weer moest bukken om ze te pakken. Uiteindelijk besloot ik er een paar in mijn handen te houden en liepen we lachend, vanwege mijn onhandigheid, het kantoortje van de directeur in.
'En nu mag jij me gaan vertellen wat hier aan de hand is. Spijbelen? Ik moet toegeven dat het wel wat vaker gebeurd, maar van jou had ik het echt niet verwacht', zei hij met een ietwat strengere stem, maar ik hoorde nog steeds zijn lach erin en toen hij zich naar me omdraaide was er ook een brede glimlach te zien.
Ik keek hem diep in zijn volle, bruine ogen en vertelde hem alles. Ook al was het de vriend van mijn vader, ja Ronald, ik vertelde hem wel van het pesten. Hij deed echt zijn best om het te laten stoppen, maar het ging nogal lastig. Ze bleven me opzoeken.
'Ik kan je echt niet helpen met het stoppen van het pesten. Dat moet je zelf doen. Zoek een vriend', ik wilde er op in gaan, maar hij hief zijn hand op om me het zwijgen toe te leggen.
'Leg die boeken nu maar in je kluisje', zei hij.
Ik draaide me om naar de deur en wilde de deur open doen, maar toen besefte ik dat ik mijn handen vol had. Onhandig liet ik de boeken op mijn been en linker hand balanceren terwijl ik met mijn rechter hand de deurklink omlaag deed.
'O en Maud, die vrouw van net...die had mooie benen', zei hij nog even voor ik de deur dicht deed. Ik kende hem goed genoeg om te weten dat het een betekenis had.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen