Elfde Windvlaag
Die nacht kon ik -alweer- niet slapen.
Eerst dacht ik dat het enkel mijn verwarde, koortsachtige gedachten waren die me wakker hielden, maar langzamerhand begon het tot me door te dringen dat er meer aan de hand was. Ik hoorde iets.
Het geluid was zacht, maar doordringend, en het leek steeds luider te worden naarmate ik aandachtiger luisterde. Alsof het wist dat het mijn aandacht had en me aanspoorde er iets mee te gaan doen.
Muziek. Zachte, betoverende muziek, maar met een vreemde twist erin die mijn maag in de knoop legde. Iets aan die muziek voelde niet goed, en tegelijkertijd was de drang om te kijken wat het was, bijna onweerstaanbaar.
Ik stopte mijn hoofd onder mijn kussen, maar het geluid ging niet weg, leek zelfs alleen maar luider te worden, als een geïrriteerd persoon die je probeerde toe te spreken als je niet wilde luisteren. Het vulde mijn oren, mijn hoofd, mijn hele lichaam tintelde van de muziek, zo onheilspellend, zo schitterend, als een concert, helemaal en alleen voor mij.
Ik huiverde en gooide het kussen van me af. Ging rechtop zitten en tuurde het duister in.
Ik kon nauwelijks een hand voor ogen zien, aangezien het midden in de nacht was. Wat nu? Hoe kon ik de bron van het geluid nou vinden, als ik niks kon zien? Ik begon al om me heen te reiken op zoek naar een kaars of iets anders dat me licht zou kunnen verschaffen, toen ik het zag.
Een zacht, groenachtig schijnsel, waargenomen vanuit mijn ooghoeken. Het kwam vanuit de richting van mijn kaptafel.
Toen ik mijn hoofd in de richting van het schijnsel draaide, werd de muziek een beetje luider. Langzaam stond ik op en liep op de tast richting het schijnsel. Mijn hart sloeg op hol toen ik zag dat het vanuit mijn sieradenkistje kwam. Sieraden. Het zou toch niet...?
De gouden doodskop grijnsde me tegemoet. Het groenige licht dat er omheen ging, zonder duidelijke bron, maakte de toch al macabere hanger nog wat enger, zo angstaanjagend dat ik hem in de eerste instantie nauwelijks op durfde te pakken. De muziek werd nu ergerlijk luid, als een mug die maar rond je hoofd blijft zoemen, hoezeer je ook je best doet hem van je af te slaan. Het wilde opgepakt worden.
Traag en trillerig stak ik mijn hand ernaar uit. Zo gauw als mijn vingers contact maakten met het koele metaal, ging er een schok door me heen, en plots klonk de muziek vanuit een andere richting. De kast, hij klonk vanuit de kast. Mijn boekenkast.
Als vanzelf brachten mijn voeten me ernaartoe. De muziek klonk vanuit een bepaalde hoek, waar ik nooit erg veel aandacht aan had besteed. Vaag herinnerde ik me dat dat de enige hoek was die ik niet zelf had ingericht; de hoek waar boeken stonden die vastgelijmd leken aan de planken, die niemand er ooit uit kreeg. Mijn ouders waren altijd een beetje huiverig voor die hoek geweest, al begreep ik niet waarom. Het waren toch maar boeken?
Misschien zou ik er nu achterkomen. De muziek en de nieuwsgierigheid waren sterker dan de angst, ik moest het aanraken. De muziek was nu oorverdovend, ik hoorde bijna niets anders meer. Met mijn vrije hand streek ik over de ruggen van de boeken.
Plots stuitte ik op een oneffenheid. Gedreven door de muziek en een oeroud instinct, duwde ik mijn vingers naar voren. Het gaf mee.
Een klik, en de muziek hield op. Ik staarde in een donkere holte, ongetwijfeld vol spinnenwebben en hun eigenaars... Onzeker nu mijn begeleiding er niet meer was, tuurde ik in het duister. Toen, in een plotselinge impuls, stak ik mijn hand naar binnen.
Even tastte ik in het niets. Toen- een voorwerp.
Voorzichtig trok ik het naar buiten en blies het stof eraf. Donker hout en een slot van dof metaal; een kistje.
Doodse stilte. De doodskop tintelde in mijn hand.
Hoe zou het open gaan? Dit was geen gewoon slot. Er zat geen sleutelgat in, maar een vreemdgevormde holte. Het leek wel een soort-
Dat zou toch niet.
Ik bracht de hanger naar het kistje. In de holte. Het paste perfect.
Twee in elkaar vallende puzzelstukjes.
Geruisloos zwaaide de deksel open, en daaronder... In een bedje van rood fluweel... Dof glanzend en eeuwenoud...
Een sleutel.
Reageer (3)
Dit was onverwacht en geweldig. Snel verder? c:
1 decennium geledensuper dit had ik niet verwacht
1 decennium geledensnel verder
Wow, echt cool!
1 decennium geleden