Foto bij Negende Windvlaag

Surprise, surprise *rolt ogen*

Nu weet ik weer waarom ik dit verhaal in de eerste instantie voor mezelf hield... Ik was aan het uitproberen hoever ik kwam zonder enige vorm van logisch nadenken. Schrijven op gevoel. Halleluja. Ik moet wel zeggen, het doet wonderen voor de schrijfstijl en het schrijfplezier.

"Madeleine, bij dezen ben je officieel tot hopeloos verklaard."
Michaël's plechtige stem galmde door de lege balzaal. Ik keek hem verontwaardigd aan.
"Ik kan er ook niks aan doen dat jouw tenen de hele tijd in de weg zitten."
Hij grinnikte. "Nee, natuurlijk niet."
"Ik kap ermee. De gasten dansen maar met elkáár," zei ik luid, terwijl ik een pas achteruit deed. De jurk waaierde elegant mee en ik kon niet anders dan bewondering voelen voor degene die dit prachtige kledingstuk had gemaakt. Helaas was het niet aan mij besteed. Ik was er in de korte tijd dat ik hem droeg, al een stuk of honderd keer over gestruikeld, waarvan de meeste ellende tijdens het dansen plaatsvond. Wat wil je, met een broer die het leuk lijkt te vinden om je de meest ingewikkelde toeren te laten uitvoeren, en je vervolgens uit te lachen omdat je voor de zoveelste keer op je gezicht gaat. Uiteindelijk was ik zo geïrriteerd dat ik maar op zijn tenen was gaan staan. Expres ja. Natuurlijk. Dat ging helemáál niet per ongeluk, en ik was vervolgens ook helemáál niet weer bijna op de grond gevallen, slechts gehinderd door twee sterke armen die me tegenhielden. Echt niet.
Michaël grinnikte nog steeds terwijl hij toekeek hoe ik de zaal uitliep. "Best hoor. Dan laat ik je toch lekker afgaan op het feest? Ík heb er geen problemen mee, hoor."
"Maar ik wel." Mijn moeder was binnen komen lopen, met haar eeuwig misprijzende gezicht. "Madeleine, ik heb nog wel zoveel moeite gedaan-"
"Alsof ik dat wilde! Alsof ik om danslessen heb gevráágd!" riep ik uit, plotseling woedend. Met grote passen beende ik langs haar heen, de deur door. "Ik ben er zat van, ja? Zoek het allemaal maar uit. Ik ga."
"Liefje-" begon mijn moeder.
Ik sloeg de deur in haar gezicht dicht.

Eenmaal op mijn kamer zakte ik verbijsterd op bed en begon langzamerhand weer een beetje helder te denken. Jeetje. Ik had pissig gedaan tegen mijn moeder. Daar kon nooit veel goeds van komen. Wat was er de laatste tijd toch met me aan de hand?

Het kasteel druppelde langzaam vol. Ik stond zwijgend in een hoekje en liet alles over me heenkomen, wensend dat ik op mijn kamer was gebleven. Familie, vooraanstaande personen die ik niet kende, champagne, honingpuddinkjes, muziek. Niets nieuws onder de zon, niets om vrolijk van te worden. Ik had een raar gevoel in mijn maag, alsof ik iets miste, maar er niet achter kon komen wat. Was het de ruzie met mijn moeder? Het gevoel nergens naar toe te kunnen, omdat ik ingesnoerd zat, zowel in mijn korset als in de balzaal? Nee, nee, onzin. Er was niks aan de hand, er was niks mis. Niet met dit feest, niet met de dag, hooguit met mezelf. Kom op Madeleine, maak plezier!
Ik zuchtte en keek om me heen. Ik was de enige in de zaal die geen masker droeg, aangezien het mijn verjaardag was en men de jarige prinses toch moest kunnen herkennen. Voor de rest was iedereen gemaskerd; weer zo'n geweldig idee van mijn moeder, voor wie alles volgens traditie moest gaan. En het was nu eenmaal een eeuwenoude traditie van onze familie om gemaskerde bals te geven, dus deden we dat. Net als vorig jaar. En het jaar daarvoor. En het jaar daarvoor.
Ik moest ophouden met die deprimerende gedachten, en wel nu meteen.
"En, heeft u het een beetje naar uw zin?"
Ik draaide mijn hoofd in de richting waar de stem vandaan kwam. Ik herkende de man van wie hij afkomstig was niet, maar dat zei niet veel. Sowieso was ik belachelijk slecht in namen onthouden. "Ja hoor," loog ik. "Prima."
"Gelukkig maar." Hoorde ik daar nu enige spot in zijn stem?
"U niet dan?"
"Laat ik zeggen dat dit misschien niet helemaal.... mijn soort feestje is."
Ik glimlachte. Soortgenoot.
"Al moet ik zeggen dat het me nu plotseling een stuk zonniger toeschijnt," vervolgde hij, terwijl hij me in zich opnam. Een onaangename tinteling verspreidde zich door mijn lichaam toen één van zijn mondhoeken nauwelijks merkbaar omhoog ging. Ik zei tegen mezelf dat ik me niet druk hoefde te maken. Het gebeurde wel vaker dat mannen geïnteresseerd naar me keken. Maar iets in de manier waarop hij keek... Iets in zijn glimlach, nauwelijks zichbaar onder het masker dat het grootste deel van zijn gezicht bedekte... Iets in zijn stem... Iets...
Mijn gedachten werden onderbroken doordat een kelner me bijna omverliep.
"Opzij," snauwde hij. "Ik heb een belangrijke boodschap en moet er dringend la- Oh." Hij had me herkend en werd rood van zijn kruin tot in zijn tenen, gokte ik. "Eh- het spijt me. Ik had u niet herkend."
"Geeft niet," zei ik toegeeflijk. Eigenlijk had ik zelf het liefst dat mensen me niet herkenden. Alleen al de manier waarop de arme man wanhopig in verontschuldigingen uitbarstte, terwijl het overduidelijk was dat hij wel betere dingen te doen had, maakte dat ik het liefst zou verdwijnen.
Ik probeerde hem duidelijk te maken dat hij vooral zijn weg moest vervolgen en de boodschap die hij blijkbaar over te brengen had, moest bezorgen, maar echt lukken wilde het niet.
Intussen pakte de man met het masker doodleuk twee glaasjes wijn van zijn dienblad en bood me er eentje aan. Afwezig pakte ik het glaasje over en wapperde met mijn hand richting de kelner, ten teken dat hij mocht gaan. Eindelijk stoof hij weer weg, zijn hoofd nog steeds zo rood als de kreeft die bij het diner geserveerd werd.
"Arme man," verzuchtte ik, aan mijn glaasje nippend. Het smaakte me niet echt, maar het leek raar om het nu weer weg te zetten. "Ik vraag me af wat voor bericht hij had over te brengen. Het leek erg belangrijk te zijn."
"Dat was het vast en zeker." De man naast me gooide in één teug zijn glas wijn achterover en smakte waarderend met zijn lippen. "Waarschijnlijk komt het alleen iets te laat..."
"Wat bedoelt u?" Het verontruste gevoel was terug, als een klem die zich hardnekkig vastzette rondom mijn maag. Hij glimlachte weer.
"Oh, gewoon. Jullie hebben tamelijk lang staan kletsen, is het niet?"
Ik fronste. "Zó belangrijk zal het nu ook weer niet geweest zijn."
"Misschien, misschien...." Hij had weer ergens een glaasje vandaan geplukt en dronk het leeg. Opeens wilde ik niets liever dan hier weg. "Als u mij wilt excuseren, ik moet nog een aantal gasten begroeten." Snel draaide ik me om, de nieuwe blauwe jurk golvend om mijn benen. De inhoud van het glaasje klotste vervaarlijk.
"Niet zo snel," klonk het achter me. Ik schrok hevig toen ik plotseling een arm om mijn middel voelde die me terug trok. De wijn stroomde nu definitief over de rand van het glas en vormde een bloedrode plas op de brandschone marmeren vloer.
"Idioot," liet ik mezelf ontvallen. "Kijk wat je hebt gedaan!"
"Ach, de bedienden ruimen het wel op, toch?" Zijn stem klonk geamuseerd. Ik kende dat toontje. Zoals ik alles aan deze man herkende. Zoals ik vanaf het begin al had gedaan.
Maar het kon niet. Het mocht niet.
Het was ondenkbaar.
"U hebt mijn verjaardagscadeautje nog niet ontvangen," fluisterde hij.

Reageer (4)

  • Merlesophie

    Jackie yaaay ga je weer verder met schrijven?

    1 decennium geleden
  • MarijeR

    Jack Sparrow, we meet again. Aaargh waarom moest je HIER of all places stoppen? Nou ja, misschien zijn mijn vele reacties een beetje motiverend... *hoopt* *pruilt*

    1 decennium geleden
  • Eruditex

    Jack c:

    1 decennium geleden
  • Traitor

    Ah, Jack is toch weer geniaal bezig. Snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen