O1O
Vanuit Jula:
Ik zie meteen wie het is... "Appie! Alsjeblieft, Appie, leef nog!" zeg ik en til Appie op. Appie is lichter, lichter dan normaal. Hij was al zo'n licht en dun jochie, maar nu is hij nog lichter. Zou hij...? Nee, hij is nog veel te jong, dat kan niet eens! Ik pak Appie's pols vast en voel dat hij heel lichtjes klopt. "PAP! BEL EEN AMBU..." roep ik naar mijn vader maar ik hoor al sirenes. "Lieverd, ik had er al een gebeld, blijf maar rustig. Appie is toch het broertje van Myrthe?" vraagt mijn vader. Ik knik en begin te huilen. Appie was net ook mijn broertje. Ik vind dan Thomas wel leuk, en dan pesten Myrthe en James me altijd en zeggen ze dat het ons kindje is. Maar Appie is net mijn eigen broertje, ik kan niet zonder hem. Ik heb zelf helemaal geen broertjes en zusjes! Appie is mijn broertje! Stiekem ben ik stik jaloers op Myrthe en James. Ze hebben Appie als broertje, wonen bij Thomas in huis, hebben nooit gezeik, en hebben de coolste vader en moeder ever! Die zou ik ook wel willen hebben...
De ambulance stopt voor Appie, mijn vader had de auto al verplaatst, en de deuren gingen open. 2 mannen renden meteen op Appie af en tilden hem op de brancard. "Ik ga met Appie mee," zeg ik, "Appie is het broertje van mijn vriendin en hij is als mijn eigen broertje voor me, ik laat hem niet alleen, nooit!" De ambulancebroeders kijken me raar aan maar dat boeit me eigenlijk niks. "Jonge dame, het lijkt me verstandiger als je vader mee gaat." "Meneer, ik wil dat mijn dochter mee gaat, want 1, zij kent Appie beter als ik. 2, ik heb mijn auto hier en 3, de 2 broers en zus van Appie liggen in het ziekenhuis, en dat zijn mijn dochters vrienden!" "Dankje pap." zeg ik en geef hem een knuffel.
In het ziekenhuis loop ik zo snel als ik kan naar de wachtkamer. Ik loop tegen iemand op. "Ohw sorry! Het spijt me, ik ben opzoek naar mijn broertje. Alleen ik heb geen idee waar hij licht..." zegt hij. Wow, dit is echt de mooiste stem ever!, denk ik. Ik zeg het maar niet hardop. "Nogmaals sorry, maar ik moet echt door zoeken, ik moet straks naar mijn moeder toe..." zegt hij en loopt weg. "Doei?" zeg ik en zwaai. Oke, raar gesprek. Ik geloofde nooit in liefde op het eerste gezicht, maar nu, nu weet ik hoe dat voelt. Naar zijn moeder? Agh, zal ook wel. Ik loop verder en zie een deur openstaan. Ik loop de kamer in en zie iemand op het bed zitten...
Vanuit James:
We kijken haar onderzoekend aan en zien dat ze bloed heeft, veel bloed. Ze heeft toch alleen maar in het vuur gelegen? "Hoe kun je nou zo gewond zijn? je lag toch alleen maar in het vuur?..." vraag ik. Myrthe schud haar hoofd. "Nee James," zegt ze. Ze kijkt naar buiten en probeert haar tranen tegen te houden. "Wat dan? Wat is er gebeurt?! Myrthe, vertel het me!" roep ik als ze niet reageert. "Stenen... Overal waren stenen... Ze vielen... Ik was zo bang!" Ze begint te huilen en ik en Thomas lopen op haar af. "Niet huilen meis, het komt goed, het komt allemaal goed!" zegt Thomas. "Het komt goed, het komt goed?! Het komt niet goed!" roep ik en sta op. "James, rustig!" zegt Thomas. "Niks rustig! Mijn bloedeigen zusje ligt donders veel pijn te lijden en ik moet rustig worden?!" schreeuw ik. "Je bent echt een ongelovelijke egoist he! Moet je zien, ze zit daar te huilen, en weetje hoe dat komt?! Omdat jij je bek niet kan houden!" "Het komt niet door Thomas..." hoor ik dan iemand zeggen. "James, ga alsjeblieft terug naar je eigen kamer. Nu alsjeblieft." zegt Myrthe. "Wat? Wat wil je dat ik doe?! Je wilt je eigen broer en niet eens bij te hebben maar je stiefbroer wel?!" Mijn stel klinkt boos, maar ook bang en geschrokken, ik voel het. "Ga alsjeblieft..." zegt ze nog een keer. Ik draai me om en loop de kamer uit. Op de gang zie ik nog net een meisje een kamer in gaan, ze lijkt echt heel veel op Jula... Ik loop haar achterna en stop voor de deur. "Kaj?" "Hee, wie ben jij?" "Ik ben Jula, de beste vriendin van Myrthe." hoor ik. Ik versta alles niet goed en loop dan toch maar de kamer binnen. Opeens zie ik Kaj en Jula zoenen... "En, nog niet gestikt? Ik denk Myrthe wel als ze dit hoort!" zeg ik en ren de kamer uit. Ik ren terug naar de kamer van Myrthe en zie Thomas en Myrthe daar zoenen... "Myrthe! Myrthe, Kaj en Jula... Ze waren aan het zoenen..." zeg ik. Ze laat Thomas los. "En jij met Thomas..." zeg ik en loop haar kamer uit. Opnieuw loop ik de gang op en plots loop ik tegen een bed op met een klein jongetje erin. "Aan de kant jongeman!" zegt een meneer. Ik spring aan de kant en kijk het jongetje aan. Ik herken meteen wie het is...
Reageer (2)
OMG snel verder
1 decennium geledenOmg snel verder
1 decennium geleden