Pascal stond op het punt zijn tas te pakken en te vertrekken van een zware werkdag toen zijn mobiel afging. Hij mompelde binnensmonds en zocht haastig zijn mobiel in zijn tas. Shit! Te laat de ringtone viel stil. Hij keek licht geïrriteerd naar zijn scherm. 1 gemiste oproep van nummer onbekend. Hij rolde met zijn ogen. Zeker een grap of zoiets dergelijks wat de jeugd van tegenwoordig ook allemaal doet. In zijn tijd lazen ze gewoon braaf boeken en hielpen ze de ouderen inplaats van ze weg te pesten! Hoofdschuddend liep hij zijn kantoor uit, in de auto en gassen maar. Hij reed langs een snackbar. Dat had hij wel verdiend sprak hij zichzelf in. Hij wist dat het zichzelf nog dikker zou maken. Pascal was altijd al een forse man geweest. Houden zo, dacht hij altijd. Een iets wat zekere man mag het wel hebben. Hij bestelde een extra grote hamburger en een patat voor twee…
Ik keek naar de heldere blauwe lucht en snoof een diepe adem. Ik kneep mijn ogen langzaam dicht en dacht na over het verleden. Beelden vlogen als een film door mijn hoofd. Mijn moeder die me leerde breien, samen vissen met mijn vader in een veel te kleine boot. Gek genoeg lukte me het niet een herinnering op te halen van wat mijn ouders samen graag deden. Even betwijfelde het mij. Ze deden alleen vrolijk tegen elkaar als er andere mensen bij waren. Ik zuchtte diep. Het is ook nooit goed! Ik mompelde wat onverstaanbaars. Zo graag had ik een vertrouwenspersoon gewild. Iemand die met me meeleefde en altijd voor me klaar stond. Ik stond er altijd alleen voor. Vriendinnen? Nee, die waren te druk bezig met hun eigen wereldje. Ik dacht nog een poosje aan mijn vader. Agent. Zou het? Het was de schoonmaakster. Ze werkte al vijftien jaar voor ons. Misschien wist zij meer? Ik herhaalde het tig keer in mijn hoofd wat ik tegen haar zou zeggen. Toen ik het vlekkeloos kon verzamelde ik mijn moed en snelde richting de vrouw. Ik schraapte mijn keel. ‘Eh, mevrouw Consales?’ De vrouw draaide zich om met duidelijke tegen zin. Een nep lach verscheen op haar gezicht. Ze zag er moe en overwerkt uit. ‘Hallo daar Adinda, hoor jij niet op school te zitten?’ Shit! Daar had ik niet aan gedacht. Ik sloeg snel mijn ogen neer. ‘Nee, eh ik had lesuitval.’ Ik probeerde zo nonchalant mogelijk te kijken en haar blik te negeren. Mevrouw Consales bleef me aanstaren en knikte. ‘Nou, nou jij boft weer even!’ Ik glimlachte. Consales wilde zich net gaan omdraaien om de stofzuiger te halen toen ik nog net op tijd mijn mond opentrok. ‘Eh, ik.. nou ik eh..’ Stamelde ik. Shit, ik had het nog zo geoefend. De vrouw keek me vragend aan. ‘Jij wat?’ Vroeg ze ietwat bot. Ik verstarde. Was dit nou wel zo’n slim plan? Straks lult ze alles door. Ik waagde het er toch maar op, het was beter dan niets doen. ‘Ik.. vond een briefje in mijn vaders rookp.. ik bedoel pennendoos en ik vroeg me af of u hier meer van weet?’ Mevrouw Consales fronste. ‘Geef eens hier.’ Ze zette haar leesbril op en nam plaats op de bank. Onzeker nam ik plaats op de stoel tegenover haar. Ik keek zelf nu ook nog eens goed naar het briefje. ‘Achterop staat een datum.’ Voegde ik er aan toe. Consales fronste haar harige wenkbrauwen. ‘Dus dit zat in je vaders pennendoos?’ Ik knikte onzeker. ‘Ik ken je vader al lang, maar dit..’ Ze zuchtte en keek hopeloos naar het briefje. ‘Je moet dit hem zelf vragen,

vind je ook niet?’ Consales ontweek mijn blik. Ze wist zeker meer. Haar dikke laag make-up bedekte haar normale huid. Consales nam een diepe adem. Ik twijfelde geen moment en stond op. ‘Je weet meer!’ Consales keek mij oprecht verward aan. Ze was de eerste die haar ogen neer sloeg. ‘Luister, ik heb geen idee wat er allemaal in dit gezin speelt en ik hou me er ook liever buiten. Nou,’ Ze zuchtte en stond op. ‘Ik heb nog veel te doen, beginnen je lessen niet al.’ Ze schonk me nog een strenge blik toe en verdween uit de kamer. Ik beet mijn kiezen op elkaar en hield mijn woede in. Zwijgend keek ik haar na. Ik liep weg, naar buiten met een lege schooltas. Zo dacht Consales dat ik naar school ging, niet dat het haar zoveel zou boeien. Weglopen? Nee.. Zo noemde ik het niet. Ontdekken. Onderzoeken. Ik rende de straat op. Ik hoorde het piepende geluid van een auto rem. Dat ging bijna mis. Ik rende de auto negerend door. Geen idee waar ik heen ging. Ik liet mijn benen in de vrijeloop. Sneller, sneller. Een soort dwingende haast groeide in mij. Na tien minuten achter elkaar rennen stopte ik bij een centraal park. Ik kwam hier niet vaak, alleen als ik naar de bibliotheek moest kwam ik hier langs. Het park zag er verlaten uit met hier en daar een verdwaald struikje. Er waren slechts twee bankjes die beiden helemaal bedenkt waren met vogelpoep. Ik keek rond in de omgeving. De supermarkt: de perfecte plek om te beginnen. Ik herinnerde mij dat mijn vaders goede vriend daar werkte. Ik hapte naar adem en begon er naar toe te rennen. Weer die dwingende haast die naar binnen drong. Benieuwd was ik zeker.
Ik sloot even mijn ogen toen ik voor de opening van de supermarkt stond. Waar was ik mee bezig? Mijn eigen vader vertrouwde ik niet. Misschien was dat briefje wel een volkomen misverstand. Maar hoe kwam het dan in een sigaretten pakje, nog erger in mijn vaders sigaretten pakje! Ik raapte mijn moed bij elkaar en stapte doelgericht naar binnen. Het was druk. Zoals altijd bij de Vomar. Ik speurde de medewerkers in uniform af toen ik een niet al te lange licht getinte man met een flinke bos bruin krullend haar zag staan. Dat was hem! Zekerweten. Ik liep in één richting er naartoe toen ik iets vreselijks ontdekte. Ik was het briefje vergeten! Ik kon mezelf wel slaan. De man draaide zich om en ik verstopte me snel achter een rij cornflakes. Hij mocht me niet zien. Zeker niet nu. Dan zou hij gaan vragen waarom ik er zo overstuur ben. Toen de vriend helemaal uit mijn zicht verdwenen was kwam ik weer in beweging en verliet de supermarkt.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen