Toen hoorden we geschreeuw. Het was mijn vader. Hij had zijn handen gesneden aan hele scherpe stenen. Zijn handen zaten vol met bloed. Gelukkig was mijn moeder verpleegster. Ze deed er verband omheen en een zalfje. Mijn vader hielp niet op met schreeuwen. Mijn zus probeerde hem te kalmeren maar het lukte niet. Wij snapte niet waarom hij zo schreeuwde. Toen wees hij achter ons. We stonden oog in oog met een beer! Een beer die heel erg honger had. Mijn moeder zei dat we rustig verder konden lopen zonder dat we werden achtervolgd. Ik weet niet hoe het komt, maar het was gewoon gelukt. Mijn moeder gaf de beer zelfs nog een aai. Intussen liepen we verder. Ik keek naar de muren. Het leek wel een gang. Plotseling gaf ik een gil. Ik zag licht. Iedereen rende op het licht af. Toen waren we opeens bij het licht. Mijn broer tilde een steen op. We klommen er doorheen. Toen zagen we dat we in een huis zaten. een groot huis. Mijn vader klom er als eerst uit. Is dit ons hotel?

.................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen