Leaving Home.
De stilte had me in m’n zetel gesloten, te zwaar om me nog te kunnen bewegen. Te zwaar om hem te durven doorbreken. Charlie had het zich gemakkelijk gemaakt op de achterbank, één enkele valies naast hem. “Is dat alles?” vroeg papa ongemakkelijk.
Charlie keek neer naast hem, zijn snor heen en weer wiegend boven zijn lip terwijl hij dacht.
Een korte knik en zachte glimlach deed papa ontspannen.
“Wat zal het spannend voor je zijn,” mompelde Charlie met een verdwaasde blik op mij.
Ik knikte, niet zeker of ik wel antwoord durfde geven met mijn vader erbij.
“Het is wat ik altijd gewild heb, ik denk…”,”Ik denk dat Renesmée net iets te veel wilt!”
Mijn vader’s stem klonk hard door zijn opeengeklemde tanden. Ik slikte en richtte m’n blik op de flitsende bomen.
Charlie bleef stil voor de rest van de rit, denkend over wat het precies was dat hij fout had gedaan.
Toen m’n vader de oprit weer opreed en de wagen parkeerde naast die van Jasper, kon Charlie niet snel genoeg buiten zijn. Hij verschanste zich bij mama en keek niet één keer om.
Ik zuchtte luid en klemde m’n handen stevig om het kussen heen, klaar voor de aanval.
Hij schuifelde kwaad in z’n stoel en staarde me woest aan. Zijn karamel gouden ogen kleurden donker, te donker om nog de liefde te zien die er meestal zichtbaar was. Ik zat in zo veel problemen.
“Leg uit…” was het enige dat duidelijk te verstaan was tussen zijn gemompel.
Ik haalde diep maar voorzichtig adem, frunnikte aan een los draadje van m’n groene trui.
“Wat als Charlie sterft?”
Hij gaf geen antwoord, staarde enkel strak uit het raam. “Wat denk je dat mama..;” zijn blik kapte me in het midden van m’n zin af. Hij wist precies welke kant ik uit wou met deze discussie en we wisten beiden dat ik niet zomaar zou opgeven. “Is het al niet genoeg dat ik je zoveel toe sta?”
Ik haalde ongemakkelijk mijn schouders op en reek naar zijn handen die nog steeds krampachtig het stuur omklemde. De zon was langzaam beginnen onder gaan en een warme oranje gloed gleed over de boomtoppen heen, verlichte zijn harde gezichtstrekken. Hij liet zijn hand in die van mij rusten en de kleur van zijn ogen smolt terug naar hun natuurlijke kleur. “Ik zeg ook niet nu, pap. Maar denk erover na! We zouden Charlie voor eeuwig in onze familie kunnen houden…”
Hij vulde zijn longen met verse lucht, “We kunnen dat niet van hem verwachten, Nes. Misschien wil hij dat helemaal niet. Iedereen moet dood gaan als de tijd ervoor gekomen is.”
Ik gaf geen antwoord, goed wetend dat hij nog ver van zijn eindbesluit gekomen was.
“Laten we nu gewoon even wennen aan de nieuwe situatie. Het nieuwe huis, naar school gaan… Jacob?”
Ik probeerde niet glimlachen maar ik kon het trillen van m’n mondhoeken niet voor hem verbergen. Ik kon NIETS voor hem verbergen als het er op neer kwam.
“Goed,” zei ik zacht.
Hij streek m’n haren naar achter en schonk me een trotse grijns.
Reageer (1)
SNEL VERDER!!
1 decennium geleden