Jullie krijgen van mij het thema "Met andere ogen"
Dat is alles wat ik vertel, jullie mogen zelf verzinnen wat bij dat thema past
Succes!

Min. aantal woorden : 800
Max. Aantal woorden: 2000

Na een lange en vooral vermoeiende dag op school gooi ik de deur achter me dicht en laat mijn tas staan in de gang.
      "Ik ben thuis," roep ik door het huis heen naar mijn moeder.
Hoewel, eigenlijk is ze niet echt mijn moeder, maar degene die mij geadopteerd heeft. Zeventien jaar geleden ben ik hier in huis genomen, vlak nadat ik na mijn geboorte was weggegeven.
      "Kom je even naar de woonkamer?" hoor ik vanuit de woonkamer en ik frons eventjes.
Zulk soort dingen vraagt ze altijd alleen wanneer ze een serieus gesprek wil voeren. Op dit moment zit ik niet op zo'n soort gesprek te wachten, omdat ik liever naar mijn kamer toe ga om nu muziek te maken. Toch loop ik naar de woonkamer toe en ik zie daar mijn moeder zitten met een man die ik niet ken. Even kijk ik wantrouwend in de richting van het tafereel.
      “Wat is er aan de hand, mam?’ vraag ik aan haar, ‘is dat een kennis van papa?”
De man kijkt weg en hij wrijft over zijn voorhoofd. Misschien toch niet een kennis van papa.
      “Nee, niet bepaald nee, maar ik zal jullie even alleen laten.”
Ze staat op van de bank en ze loopt richting de keuken. Met een blik laat ze me weten dat wanneer ik haar nodig heb, ze dichtbij is. Ik loop naar de bank en neem er plaats op.
      “Je lijkt zo erg op jouw moeder,” is het eerste wat de man zegt en ik trek een wenkbrauw op.
Ik kijk richting de keuken, want ik probeer een vergelijking te ontdekken tussen mijn moeder en ik. Ik weet er geen één.
      “Nee, niet die mevrouw. Ik heb het over je echte moeder.”
Ik verstar terwijl ik zit en ik kijk de man aan.
      “Hoe bedoelt u, mijn echte moeder?” vraag ik verward en overrompeld.
      “Degene die je op de wereld heeft gezet.”
Gelijk sta ik op van de bank en ik zet een paar passen bij de man vandaan. Ik kijk uit het raam en sta met mijn rug richting de man.
      “En hoe weet u dat? Hoe kan ik die woorden zomaar vertrouwen?” vraag ik, want ik word ineens geconfronteerd met het feit dat ik schijnbaar op mijn moeder lijk die ik nog nooit van mijn leven heb gezien.
      “Omdat ik jouw vader ben.”

Mijn hart mist een slag en ik draai om, om de man aan te kijken. Ik probeer iets van mezelf in hem terug te zien en vreemd genoeg lukt dat ook. Zijn houding is hetzelfde en de gepijnigde blik in zijn ogen, maar ik wil de gelijkenis niet zien.
      “Vaders laten hun kinderen niet achter,” zeg ik dan en ik vernauw mijn ogen een beetje.
      “Oké, genetisch gezien ben ik jouw vader.”
Ik schud mijn hoofd. Dit is niet mogelijk. Na al die jaren wil hij ineens contact? Of is het meer zijn eigen schuldgevoel verminderen door langs te komen? Het is alleszins niet gewaardeerd.
      “Je bent voor mij niet mijn vader en je kunt nu opdonderen!’ zeg ik kwaad terwijl er tranen opkomen in mijn ogen, ‘heb je wel enig idee wat je nu doet door ineens op te komen dagen? Na zeventien jaar!”
Er rolt een traan over mijn wang, die ik hardhandig wegveeg. Hij staat ook op en loopt in mijn richting, maar ik loop van hem weg.
      “Ga weg, ik wil dat je vertrekt,” zeg ik zachtjes.
Ik zie mijn moeder in de deuropening verschijnen, maar ik schud zacht mijn hoofd. Ik kan dit zelf wel afhandelen.
      “Ik ga niet weg. Niet weer.”
      “Opgelost, dan ga ik wel weg. Ik heb geen zin om excuses te horen, hoewel ik dat ook nog niet heb gehoord tot nu toe.”
Ik loop de woonkamer uit en ik wil vertrekken via de voordeur, maar mijn moeder houdt me tegen.
      “Geef hem een kans. Denk aan de keer dat je contact wilde hebben, toen je vragen had. Stel ze nu, nu heb je de mogelijkheid.”
Ik schud mijn hoofd.
      “Je had het tegen me moeten zeggen dat hij er was. Misschien was met mij overleggen een optie geweest.”
      “Daar heb ik niet over nagedacht,” zegt ze oprecht, “ik dacht dat het iets was wat je wilde.”
Mijn schouders hangen en ik kijk naar de grond. Het is ook iets wat ik wil, maar nu ik deze confrontatie meemaak, doet het pijn. De gedachte dat mijn biologische ouders mij hebben weggegeven, is onverdraagbaar. Toch besluit ik om terug te gaan, zoals mijn moeder voorstelt. Ik zie dat hij weer is gaan zitten en hij zit met zijn handen in zijn haar. Een moedeloos gebaar, alsof hij het al opgegeven heeft.
      “Waarom hebben jullie mij weggegeven?” vraag ik met een brok in mijn keel.
Hij kijkt op en ik zie dat hij zich schuldig voelt. Wat had hij dan verwacht? Dat ik hem in mijn armen zou sluiten?
      “We konden niet anders-”
      “Natuurlijk kon dat wel!’ onderbreek ik hem gelijk, ‘jullie hadden het kunnen proberen! Ik was niet eens de moeite waard!”
Emoties overmannen me en er rollen weer tranen over mijn wangen. Ik neem niet eens de moeite om mijn tranen weg te vegen.
      “Bekijk het vanuit mijn oogpunt,’ zegt hij, ‘je weet niets over ons, maar ik kan je alles vertellen. Ik ben degene die de keuze heeft gemaakt om je te laten adopteren. Jouw echte moeder nam drugs. Ik wilde je niet zien opgroeien bij een drugsverslaafde. Je geboorte was niet gepland, het condoom was gescheurd.”
De dingen die hij zegt, komen onverwacht en hard binnen.
      “Dus wat je eigenlijk probeert te zeggen, is dat ik een ongelukje ben geweest.”
      “Nee! Kom op, Maureen, probeer het te begrijpen. Alsjeblieft.”
Ik schud mijn hoofd.
      “Ik ben je helemaal niets verschuldigd. Je vraagt me om naar je te luisteren terwijl je ineens komt opdagen na zeventien jaar? Ik heb geprobeerd om contact te zoeken, maar ik heb nooit iets als antwoord gekregen!”
      “Heb je geprobeerd jouw moeder te contacteren?’ vraagt hij en ik knik, ‘dan kan ik begrijpen waarom je geen antwoord hebt gehad… Ze is overleden, drie jaar geleden.”
Even ben ik daar heel stil van.
      “Dood?”
      “Ja, ze is dood. En ik heb je nooit willen weggeven. Het leek me de beste keuze, maar niet de makkelijkste. Niet dat ik er spijt van heb, want je bent hier goed terecht gekomen. Het enige waar ik spijt van heb gehad, is dat ik niet eerder contact heb gezocht.”
Ik richt mijn blik op de grond en ik weet niet wat ik erop moet antwoorden.
      “Kun je er alsjeblieft over nadenken, Maureen, proberen het vanuit mijn situatie te zien?” vraagt hij en ik haal mijn schouders op.
      “Ik wil alleen zijn, maar ik zal er over nadenken. Misschien.”
Dan sta ik op en ik zeg geen gedag. Ik loop gelijk door naar boven en ik vlucht naar mijn slaapkamer. De deur doe ik achter me dicht en ik laat me dan huilend met mijn rug tegen de deur aan op de grond zakken. Ik stort helemaal in aan de gedachte dat ik ben weggegeven, mijn echte moeder dood is, ineens mijn vader beneden zit en ik niet meer weet wat ik moet doen. Het leven is soms verdomde moeilijk.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen