Foto bij 1.6 De geur van bomen.

1st person POV
Lucy

'Jack, we moeten praten,' ik knip mijn bedlampje aan en ga rechtop zitten. 'Het werkt gewoon niet meer zo. Het spijt me maar... ik draai je nu toch echt om,' ik sta op en loop naar mijn kartonnen Jack Sparrow toe. Ik geef hem nog een klein kusje voor ik hem naar de muur toe draai. Ik zucht opgelucht, hopen dat ik nu wel kan slapen. De klok geeft aan dat het kwart over vier is. 'Kan niet beter,' mompel ik tegen mezelf. Iets zegt me dat de starende Jack Sparrow niet de rede is van mijn slapeloosheid. Er lijkt iets aan me te knagen. Iets dat smeekt om mijn aandacht. Als ik nou wist wat...

'Luuuuuuuccccyyyyyy!' Ik draai me slaperig van mijn zij af naar mijn rug toe. 'Luuuccyyy!' De stem in mijn hoofd roept mijn naam. 'Lucy!' Met een ruk schiet ik omhoog, mijn ogen wijd opengesperd. 'Wie, wat, waar, brand?' Het gelach van mijn broer vult de kamer. Woest grijp ik mijn kussen, laat ik me weer achterover vallen en verberg ik mijn hoofd onder het kussen. 'Ohh Luus, dit heb ik wel gemist hoor, toen ik weg was,' brengt mijn broer lachend uit. 'Ha-ha, wat een lol,' bijt ik van me af nadat Rick het kussen van mijn hoofd af heeft getrokken. 'Kom je mee ontbijten?' Ik knik, waarna mijn broer zijn hand door mijn haren haalt. 'Riiiihhhiick!' Ik spring op en duw met al mijn kracht mijn broer de kamer uit. 'Zo, opgeuimd staat netjes.' Ik klop mijn handen af en loop richting mijn raam. Ik gooi hem open en een bekende geur overspoelt me, alweer. Er hangt iets in de lucht. Deze geur lijkt mij keer op keer te vinden. Ik trek een frons en draai me om. 'Oh Jack!' Ik snel me naar het kartonnen figuur toe. Als ik het bord omdraai verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Is het gezond om zoveel van een fictief persoon te houden? Waarschijnlijk niet. Maar dat maakt mij niet uit. Ik hou gewoon van piraten, ieder z'n ding toch?

In een vrolijk zomerjurkje huppel ik de trap af. Althans, bij de laatste paar treden was het meer strompelen dan huppelen. 'Zoals altijd lekker klunzig in de morgen,' krijg ik van rechts naar mijn hoofd geslingerd. 'Ook goeie morgen, pap,' groet ik hem sarcastisch. Pap en ik voelen elkaar altijd fijnloos aan. De sarcastische trekjes heb ik dan ook van hem. Eigenlijk denk ik dat ik alles van hem heb, in tegenstelling tot mijn zussen. Zij zijn moederskindjes, ik niet echt. Ik ga aan tafel zitten en pak wat te eten. Mijn moeder komt neuriënd de kamer binnen. 'Oh Lucy, Oma belde weer. Kun je vandaag nog even langs gaan?' Ik onderdruk een chagrijnige blik. 'Tuurlijk, geen probleem,' antwoord ik tussen mijn tanden door. Links van me zit mijn broer te grinniken. 'Weet je wat Oma leuk zal vinden? Als Rick mee komt!' Een zelfvoldane grijns siert mijn gezicht. Moeder klapt van vreugde. 'Dat zal ze geweldig vinden,' chirpt ze blij. Rick zendt me een boze blik, ik negeer hem. De grijns van pap laat ik niet zomaar aan me voorbij gaan, great minds think alike.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen