Pov Bill

Heb je ooit al eens gedacht, nu is het genoeg geweest, ik maak er een eind aan, weg van al het slechte? Wat ga je dan doen? Een riem rond je keel hangen of toch maar van een gebouw springen? Voor je jezelf verzuipt denk eens na, er zijn altijd wel mensen die je graag zien, ook al tonen ze het niet altijd. Toch vinden ze je speciaal. Ik ken iemand die speciaal is voor me, ik ken hem al van mijn geboorte en eerder. 9 maanden zat ik bij hem klem in een baarmoeder. En toevallig is dat mijn broer, Tom. We hebben haters maar ook fans en dat laatste, dat laat ons leven. Wij zijn gelukkig, enkel omdat onze fans ons steunen. Ze gaan door weer en wind om maar even onze geuren op te snuiven. Iedere keer weer als ik op het podium verschijn en die duizenden fans zie, verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Tot dat ene moment…

Het duurde maar enkele seconden. Enkele seconden die zoveel uitmaakten. Enkele seconden van je leven die voor een litteken zorgde. Een litteken vergaat niet, het blijft voor eeuwig. Niet een litteken in mijn arm of gezicht, een litteken in mijn hart. Diep vanbinnen. We waren net begonnen aan het 2de lied. Ik hoorde enkele schoten en knallen en opeens lag alles stil. Ik wist niet wat er gebeurde. Ik keek meteen naar de rest en zag Tom op de grond liggen. Ik liep meteen naar hem toe en zag hem kreunen van pijn. Hij bloedde hevig in zijn zij. Zijn handen waren vol bloed en meteen werd de ambulance gebeld. Wat moest ik doen… Ik was verstijfd, verstijfd van angst dat Tom het niet ging halen. Mijn hart brak. Er flitsten beelden voorbij, van hoe hij me troostte toen mijn eerste lief het uitmaakt maar ook van toen ik van mijn fiets viel. Even later viel mijn oog op het publiek, Tom was meegevoerd naar het ziekenhuis. Ik mocht niet mee, ik was in shock. Ook daar zijn enkel fans neergeschoten, ze zijn er minder erg aan toe. Waarschijnlijk had de dader het enkel op Tom gericht.

Hier zit ik dan… Tom ligt in coma en er is maar een kleine kans dat hij wakker word. En als hij dan ook nog wakker word is hij misschien verlamd voor altijd. Geen Tokio Hotel meer. Al 2 maanden ligt Tom in coma en ondertussen hebben ze de dader gevonden. Het was een hater natuurlijk, ik hoop dat hij word opgesloten. Ondertussen heeft 1 fan het al niet gehaald. Ze is 3 weken geleden overleden aan een hartstilstand. Voor vele bands is het ‘maar’ een fan maar voor ons… is zo 1 fan alles. Ik ben naar der begrafenis geweest, speciaal voor haar heb ik een lied gezongen. Eentje die uit mijn hart kwam, ik barstte in tranen uit tijdens het lied maar ik ben door gegaan. Voor die ene fan moest het speciaal zijn. Iedere dag hoop ik maar weer dat Tom uit zijn coma geraakt. Ik zit iedere dag bijna 12 uur aan zijn zijde. De dokter zeggen dat zijn toestand verslechterd, maar dat verminderd mijn hoop niet. Ik zal bij hem zijn bij zijn laatste zucht of misschien wel bij zijn eerste beweging. Georg en Gustav komen iedere dag even kijken hoe het gaat. Ik merk dat ze iedere dag meer lijden. Zien hoe hun dromen verscheurt worden en hun beste vriend langzaamaan wegkwijnt. “Schatje, we moeten gaan. Jij moet dringend gaan slapen en het bezoekuur is al lang om.” Hoor ik mijn moeder achter me zeggen. “Laat me nog even…“ mompel ik stilletjes. Ik hoor haar zuchten. “Oké, nog 5 minuutjes maar echt niet langer!” Ik pak Tom zijn hand vast en leg er mijn hoofd tegen aan. Ik voel een traan over mijn wang glijden. Al 2 maanden lang zie ik er uit als iemand die van straat geplukt is. Mijn haren zijn niet gestijld en heb geen make-up meer op gehad van na het concert. Als ik over straat loop voel ik blikken in mijn rug branden. Ondertussen hebben we meer haters dan fans. Ik snap niet wat we verkeerd doen, we spelen wat muziek die we leuk vinden en meer niet. We zeggen niets slecht, over niemand. “Bill, kom nu.” Hoor ik mijn moeder weer zeggen. Ik slaak een zucht en sta op. Ik geef Tom een zoen op zijn voorhoofd en volg dan mijn moeder die naar buiten loopt. Ze knikt naar de receptie die ons ondertussen al kent. Wat wil je, iedere dag komen we er voorbij. We lopen samen naar de parking en zeggen terwijl geen woord. Eenmaal in de auto gestapt leg ik mijn hoofd tegen het raam. Ik luister naar wat er op de radio gebrabbeld word. Opeens hoor ik Automatic op de radio. Ik krijg een krop in mijn keel, Tokio Hotel dat bestaat niet meer... Na ongeveer 10 minuten rijden voel ik de auto stoppen. We staan op de oprit van ons huis. Ik stap uit en loop meteen naar binnen, naar mijn kamer om me vervolgen op mijn bed te laten ploffen. Ik snuif de geur van mijn vertrouwde kamer op. Tranen prikkelen in mijn ogen. Ik mis Tom… Zijn lach, zijn geur, gewoon Tom. Die Tom in het ziekenhuis is Tom niet, het is een kamerplant. Ik voel me langzaamaan verslappen en val al snel in slaap.

Reageer (1)

  • DeadMemorie

    geweldig!

    Ga snel verder ! xx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen