Crash Twenty-five
"Louis" het is superzacht gefluister,maar ik hoor het. Het komt uit Harry's mond. Ik ga dichter naar hem toe en zie zijn oogleden trillen, waarna zijn ogen langzaam opengaan.
"Harry!" Tranen rollen over mijn wangen en pletsen uiteen op het witte beddengoed.
"Lou, ik..." Zijn stem klinkt nog lager en heser dan na een nachtje teveel gedronken hebben en zijn roes te hebben uitgeslapen. Hij knijpt zijn ogen dicht van de pijn.
"Harry, je moet hier blijven. Blijf bij ons. Ik kan niet zonder jou!"
Harry opent zijn ogen opnieuw en schud zijn hoofd, voor hoever dat kan.
"Je kan wel zonder me Lou.." Bij elk woord dat hij zegt zie ik zijn gezicht betrekken van de pijn.
"Louis, wat is er!?" Zijn Iers accent verraadt steeds dat hij er is. Niall komt de kamer binnen, gevolgd door Linn.
"Harry!" De blonde Ier komt naar het bed lopen.
"Ik... Ik kan het niet..." Opnieuw vallen Harry's ogen dicht.
"Het is allemaal mijn fout, Haz. Please!"
"Louis..." Ik voel Liam's warme hand op mijn rug.
"Het is niet jou fout Lou, je kan er helemaal niets aan doen." Harry's stem is bijna niet meer te verstaan.
Zijn mosgroene ogen zijn donkerder dan normaal en biren zich diep in de mijne.
"Ik kan niet zonder je."
"Dat kan je wel"
Het verwonderd me dat het laken nog niet helemaal doorweekt is door mijn tranen.
Waarom zegt de rest niets? Het is toch ook hun vriend?
"Harry? Alsjeblieft?" Zegt Niall plots, alsof hij mijn gedachten kon lezen. Opnieuw schud Harry z'n hoofd.
"Ik kan het niet..."
De hartmonitor begint gevaarlijk traag te piepen.
"Harold? Nee!"
"Ik hou van je Lou, van iedereen hier. Dank je."
"Har.." Zayn's zin sterft af en voor de zoveelste keer zakken Harry's ogen langzaam dicht.
"Haz..." Het is eerder een soort van gepiep dat uit mijn mond komt meer niet. Het lukt me gewoon niet om nog iets uit te brengen. De tranen zorgen ervoor dat het me niet meer lukt.
"We houden van je Harry, echt waar." Het is Liam die met moeite iets over zijn lippen krijgt.
De spieren op Harry's slaap spannen zich aan als hij zijn ogen nogmaals opent.
"Ik ook... Van... Jullie"
Ik voel hoe zijn grip in mijn hand zwakker en slapper wordt. Luide snikken verlaten mijn mond terwijl ik op de gang de voetstappen van de dokters al hoor aankomen. Ik trek er me niets van aan. Niet nu dat Harry nog bij ons is. De hartmonitor gaat steeds trager en trager, maar vol liefde druk ik mijn lippen op die van Harry. Zoute tranen vermengen zich in onze zoen en zacht, heel zacht voel ik hoe Harry me terugzoent net voordat een verschrikkelijke ijzige tuut mijn gehoorgang binnendringt.
Vanaf dan gaat alles als een waas aan me voorbij. Mensen namen mijn armen vast en trokken me bij Harry weg. Ik liet me in iemands armen vallen en sloot mijn ogen. Wanneer ik ze terug opendeed weet ik niet meer, maar wat maakt het uit? Harry is weg. De jongen die zijn leven voor me gaf is weg. De liefde van mijn leven is weg. Voor goed. Voor altijd.
Reageer (2)
Dit hoofdstuk is prachtig geschreven. De situatie is vreselijk maar jij hebt dit zo mooi omschreven. Ik ben er echt helemaal stil van. Echt wow....
8 jaar geledenJij vind dit een slecht stuk ik heb hier zitten huilen. Ik dacht dat Harry weer beter werd je hebt Me gekwetst
1 decennium geleden