Foto bij 9.

En hier is hoofdstukje 9!
Het einde is bijna in zicht.

Toen we bij de ingang van de grot aankwamen, zag ik dat het een grote vechtende massa was. ‘We kunnen onmogelijk ongezien erdoorheen gaan’ zei ik tegen Jason. ‘We kunnen het risico niet lopen dat we gezien worden’. Jason bekeek de vechtende massa en keek toen naar het plafond. ‘Het is ook onmogelijk om met een pikhouweel door het plafond te gaan’ zei hij. ‘Sagi, ik vrees dat we geen andere keus hebben. We moeten zo snel mogelijk door deze massa heen komen. De tombe ligt naast Comma, we moeten er wel doorheen!’ Toen ineens zag ik dat Enora mij vanaf een afstandje aan keek. Ze haalde haar schouders op met een vragende blik en ik gebaarde dat de slangendragers ons niet mochten zien. Enora knikte en rende naar Helena toe. Ze hielden elkaars polsen vast en in het midden begon witte rook te ontstaan die zich langzaam over het hele kasteel verspreidde. Jason en ik kwamen de grot uit en sprintte richting de hoofdpoort van Comma.

Net toen we de poort uitschoten, vervaagde de mist en was hij helemaal weggetrokken. Ik zag dat de andere er slim gebruikt van gemaakt hadden toen de slangendragers even slecht zicht hadden. In tegenstelling tot de sterrenbeelden konden ze niet goed zien als hun ogen bedekt waren en waren ze dan niet meer in staat om te vechten. Jason en ik renden door de bossen en kwamen even later uit bij de achterkant van Comma, waar het pad begon dat liep naar de tombe waar Arcomma in lag. Het was een klein wit vierkante gebouwtje waar een groot slot op zat. Het slot ging alleen open als twee ecliptianen tegelijkertijd witte vuurstralen eropaf vuurde. Jason ging aan de ene kant staan en ik aan de andere kant. We schoten allemaal een dikke vuurstraal af en het slot vulde zich ermee. Daarna sprong het slot open en ging de deur langzaam open. Samen liepen we de tombe in.

De tombe was verlicht met ons witte vuur die we in het slot hadden geschoten. Er hingen kleine lampjes aan de muur die het licht van het vuur gebruikte. Helemaal achteraan in de tombe, stond een grote kist. Het was hier erg koud waardoor er een aantal rillingen over mijn rug liepen. In de verte hoorde we de vechtende menigte en ik hoopte dat alles goed zou gaan. ‘Waar zou de vergiftigde pijl ergens zijn?’ vroeg Jason zich af. Met z’n tweeën tilde we de deksel op waar Arcomma onder lag en zette hem voorzichtig op de grond. Toen ik Arcomma zag, liep er een traan over mijn wang. Zijn lichaam was gebalsemd waardoor hij niet kon vergaan. De verwondingen, die de voormalige 5 leiders onder Rasalhague waaronder Arlene hadden toegebracht, waren nog steeds zichtbaar. ‘Hij heeft hem in ieder geval niet vast’ zei Jason. ‘Dat had ik ook eerlijk gezegd niet verwacht’ zei ik. ‘Hij stopte altijd van alles in zijn gewaad, misschien moeten we daar even kijken’. Het was een vreemd idee om de kleren van een overleden persoon te doorzoeken, maar het kon eenmaal niet anders. Met z’n tweeën doorzochten we zijn gewaad, maar we konden helemaal niets vinden. Net toen ik het op wilde geven, vond ik een binnenzak tussen de andere zakken van zijn gewaad. Er zat een langwerpig voorwerp in wat warm aanvoelde. Toen ik het eruit haalde, schoot er kippenvel over mijn hele lichaam. ‘De vergiftigde pijl’ bracht ik langzaam uit. ‘Al die tijd had Arcomma hem gewoon’ bracht Jason uit. Toen ineens verscheen hetzelfde witte licht als in mijn droom en waren was ik weer op het lang uitgestrekte grasveld, netzoals ik ook in mijn droom was. Alleen deze keer was Jason met mij mee en zijn mond viel open. Voor ons stond Arcomma, samen met Joost. ‘Je hebt hem gevonden’ zei de vertrouwde stem van Arcomma. ‘Joost’ fluisterde Jason. ‘Jason’ zei Joost. Jason liep naar hem toe en sloeg zijn armen om hem heen. Tranen rolde over zijn wangen en Joost glimlachte. Arcomma liep naar mij toe en gaf me een schouderklop. ‘Je vraagt je nu vast af waarom ik niet gewoon zei dat ik hem had’ zei hij. ‘Klopt’ zei ik lachend. ‘Dat komt omdat degene die hem op eigen kracht vind, meteen de drager is van de vergiftigde pijl. Als jij de pijl afschiet en hij zijn doel geraakt heeft, komt hij automatisch naar je terug’. Ik keek naar de pijl en realiseerde me dat ik het machtigste wapen vast had die er maar bestond. ‘Geef de pijl aan niemand af en zorg dat de slangendragers hem niet zien. Vermoord alleen degene ermee waar toe het doet. Gebruik hem niet om alle slangendragers te vermoorden, vermoord je Rasalhague dan zullen ze allemaal sterven’. Ik knikte en bekeek de pijl goed. Hij was felblauw met een grote rode punt en aan de achter kant zat een rood ijzertje. Er stonden letters in gegrafeerd en ik kon de naam Raziel zien. ‘Voordat jullie gaan, moet ik je nog wat vertellen Sagittarius’. Arcomma draaide zich om maar Jason en Joost waren nog steeds in gesprek tussen hun tranen door. ‘Als het moment daar is dat je het op gaat nemen tegen Rasalhague, weet dan dat er een zware taak op je staat te wachten. Een taak die alleen jij kunt volbrengen. Misschien zal niet iedereen het snappen, maar op den duur zal alles goed komen’. Ik keek hem vragend aan maar hij gaf me een knipoog als teken dat hij voor de rest niets kon vertellen. Hij liep terug naar Joost en tikte hem op zijn schouder. ‘We moeten gaan’. Joost kwam nog naar mij toe en gaf ook mij een omhelsing. ‘Ik hou van je Sagi en ik mis je nog elke dag’. ‘Ik jou ook Joost’ zei ik. Toen liep hij terug naar Arcomma en ging naast hem staan. Jason kwam weer naast mij staan en keek mij lachend aan. ‘Voor ik het vergeet. Ik heb een sterke kracht in de pijl gestopt om de slangendragers voorlopig mee weg te krijgen. Zo dadelijk richt je hem op Comma en dan zal er een overweldigende kracht uit komen. Val de woestijn van de slangendragers morgen aan, dat verwachten ze niet’. Met die woorden kwam de felle lichtflits weer en stonden wij weer terug in de tombe. Jason en ik legde de deksel weer op Arcomma’s kist en liepen de tombe uit. Buiten richtte ik zoals Arcomma zei de vergiftigde pijl op ons paleis en met een oorverdovende explosie, kwam er een witte golf uit, die recht op het paleis af ging. Ik hoorde de slangendragers krijsen als teken dat ze aan het vluchten waren. Morgen zouden we de woestijn aanvallen. Morgen was de grote dag.

Reageer (1)

  • Kobyla

    Haha, we activeren beiden op bijna hetzelfde moment een hoofdstukje xD
    Maar waarom is het nou bijna afgelopen? Das niet lief... Het is zo'n leuk verhaal.
    Toch snel verder, want ik wil weten hoe het afloopt!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen