12.

Draco:
Rose, waar is ze? Ik rende naar het kasteel, maar ze was niet meer in de hal.
Ze had die tak van me afgehaald, dan kon niet anders, want er was niemand anders in de buurt.
Ik wierp nog een blik naar buiten, maar ze was nergens te bekennen.
'Rose!' riep ik.
'Meneer Malfidus, wat denken we dat we aan het doen zijn?' hoorde ik een strenge stem achter me zeggen. Met een ruk draaide ik me om. Anderling.
'Ik...niks.'
'U hoort in de les te zitten, meneer.'
'Hoe weet u dat? U kent mijn rooster niet.'
'Nee, maar professor Kist kwam me net melden dat u afwezig was tijdens zijn les. Dat word nablijven.' zei ze resoluut.
'Nee, maar mevrouw..'
'Geen ge-maar. Vanavond om acht uur, bent u bij mijn lokaal.'
Verdomme.
Anderling draaide zich weer om en liep de gang uit.
Waar was Rose? Ze was niet buiten, was ze dan naar de les gegaan? Dan kon ze toch niet maken.

Rose:
Ik zwom naar boven. Mijn hoofd stak uit het water en ik keek in het rond. Gelukkig, Draco was weg.
Ik klom uit het water en bewoog mijn hand op vijf cm over mijn lichaam, waardoor het water weer opdroogde.
Ik moest gauw weg hier, weg uit de open ruimte, terug naar mijn kamer op de zevende verdieping. Ik had tijd nodig, tijd om te denken.
Snel holde ik naar het kasteel, pakte mijn tas uit de hoek van de hal en rende naar de zevende verdieping.

Eenmaal daar aangekomen, liep ik drie maal op en neer en dacht aan een plek om te overleven. De deur verscheen niet. Er was iemand in de Kamer van Hoge Nood. Ik moest een andere plek zoeken om te schuilen. Ik holde naar de Grote Zaal en ging aan het eind van de tafel van Griffoendor zitten. Gelukkig was de zaal verlaten.