05.
Hier nog weer ff een nieuw hoofdsdstukje(;
Verstijfd kijk ik Hyacintha aan. Nee, dit kan niet. Ze kan mijn naam niet getrokken hebben. De wereld draait om mij heen en ik klamp me verschrikt aan mijn vriendinnen vast. Ik moet de arena in. Ik moet vechten tegen 23 andere tributen. Ik ga dood.
Het besef komt snel. Hoe maak ik een kans tegen de andere tributen? Die om kunnen gaan met wapens en getraind zijn. Bij de gedachte alleen al voelt het alsof er 20 messen in mijn lichaam worden gegooid. Een ondraaglijke pijn schiet door mijn lichaam heen.
'Annie, je moet naar Hyacintha toe.' fluistert Jasmine in mijn oor.
In één klap ben ik weer in de werkelijkheid. Langzaam loop ik naar Hyacintha toe. Ik concentreer me op elke stap. Het voelt alsof ik elk moment in kan storten. Ik houd mijn ogen gericht op het podium, zodat ik niet naar de geschokte gezichten in de menigte hoeft te kijken. Voorzichtig stap ik het podium op en klamp me vast aan Hyacintha's uitgestoken hand. Een blik van herkenning schiet over haar gezicht nu ze me goed aan kan kijken. Haar ogen schieten van mijn gezicht naar die van Finnick en weer terug. Ze heeft me herkend. Weet dat ik vanochtend met Finnick stond te praten. Een blik van verbijstering schiet over haar gezicht heen, maar ze herpakt zich snel. Beter dan ik.
'Zijn er nog vrijwilligers?' vraag de Capitoolvertegenwoordigster nog stralender dan ze normaal doet. Alsof ze het dit keer echt hoopt.
Even voel ik een sprankje hoop. Bijna elk jaar zijn er wel vrijwilligers. Maar als ik naar de menigte kijk, weet ik het zeker. Niet dit jaar.
'Nee? Dan gaan we nu door met de mannelijke tribuut.'
Hyacintha begint in de jongensbol te graaien en als gehypnotiseerd staar ik naar haar handen. Niet wetend waarnaar ik moet kijken of wat ik moet doen.
'Matthew Adams.' gilt Hyacintha.
Mijn ogen glijden door de menigte tot ik hem gevonden heb. Hij knippert een paar keer verbaasd en loopt dan met een lach naar voren. Ik ken hem niet. Volgens mij is hij één van de jongens die elke dag gaan trainen voor de spelen, maar zelfs dat weet ik niet zeker. Toch lijkt het er wel op, want anders zou hij niet zo vrolijk kijken.
'Zijn er nog vrijwilligers voor Matthew?' vraagt Hyacintha, alweer overdreven vrolijk.
Matthew kijkt de menigte kwaad aan en geen van de jongens durft zich te bewegen of zelfs maar aan te bieden.
'Dan zijn dit de geweldige tributen van district 4 dit jaar. Annie Cresta en Matthew Adams!'
Matthew kijkt me al bijna net zo vrolijk aan als Hyacintha. Dan pakt hij mijn hand en steekt die hoog in de lucht. Alsof ik de spelen allang gewonnen heb.
'District 4 gaat winnen dit jaar!' schreeuwt hij, waardoor de hele menigte op het plein in juichen uitbarst. Met moeite dwing ik mezelf om de menigte in te kijken en te lachen. Hoe ironisch, lachen omdat we over een paar weken misschien allebei dood zijn. En heel Panem juicht ons toe.
Ik voel hoe de tranen over mijn wangen beginnen te stromen en kijk snel de andere kant op. Weg van het publiek. Weg van de nog steeds veel te vrolijke Hyacintha. En Matthew die bijna net zo erg is. Dan kruist mijn blik die van Finnick. Geschokt staart hij mij aan. Alsof hij niet kan geloven dat dit gebeurt. Alsof iemand vertelt heeft dat hij zelf voor de tweede keer de arena in moet.
Dan trekt Matthew me aan mijn arm en moet ik mijn blik afwenden. De mensen op het plein scanderen luid onze namen. Het klinkt meer als een roep om wraak, dan als vrolijk gejuich. Meer alsof wij de spelen al hebben gewonnen en van plan zijn het Capitool over te nemen ofzo. Alsof wij hun kunnen redden van het Capitool. Alsof wij het Capitool ten onder kunnen laten gaan.
Maar niemand laat het Capitool ten onder gaan. Niemand kan mij en Matthew meer redden.
Reageer (3)
Snel verder!
1 decennium geledenmooi stukje <3
1 decennium geledenHeee, da's exact dezelfde naam die ik 'ns gebruikt heb voor een RPG (: Matthew Adams.
1 decennium geleden& dit. is. nice.