93. | Pancakes!

’Daar heb ik drie hele goede redenen voor. Één, omdat jij de pannenkoeken alleen maar op eet en niet bakt. Twee, omdat we dan meer met elkaar bezig zijn dan met het pannenkoeken bakken en drie, omdat ik Georg even wil spreken.’ Tom kijkt me zielig aan maar knikt dan toch. Hij geeft me nog een laatste kus en loopt de keuken uit. ’Waarom wil je me spreken?’ Ik geef Georg de kom en de melk. ’Omdat ik het zielig vind dat iedereen nu een vriendin heeft en jij er maar een beetje bij zit.’ Georg kijk naar de kom en giet de melk er in. Hij knikt kort en pakt dan de pannenkoeken mix. ’Wat nou als ik je ga helpen?’ Georg kijkt me raar aan. Ik pak 4 eieren uit de koelkast en geeft die aan Georg. ’Die moeten er ook nog bij.’ Georg knikt en doet de eieren er in[zonder schil natuurlijk hea]. ’En hoe wil jij mij gaan helpen?’ Ik rol met mijn ogen. Ik doe de kookplaat aan en zet de pan er op. ’Nou, ik ken wel een aantal meiden van jouw leeftijd. En anders ga ik nieuwe vrienden zoeken. Of we gaan een keertje gezellig winkelen en dan kijk.. weet ik veel iets.’ Georg kijkt me lachend aan en mixt het beslag. ’We kunnen het proberen. We kunnen ook een keer uit gaan.’ Ik knik bedenkelijk. ’Ik heb alleen geen zin in een dronken Tom.’ Georg knikt. ’En als we met z’n allen gaan winkelen ben ik als nog alleen.’ Ik zucht. ’Nou, dan gaan wij een keertje met z’n 2e winkelen. Gewoon als vrienden.’ Georg knikt bedenkelijk. Als het beslag klaar is beginnen we met het bakken van de pannenkoeken. ’Nou, ik vind van zelf wel een vriendin.’Ik kijk Georg met medelijden aan. ’e krijgt gewoon een blind date! We gaan binnenkort op vakantie. Misschien is daar een leuk iemand.’ Georg knikt en kijkt gelijk al ietsjes vrolijker. We kletsen nog wat over de vakantie en als de pannenkoeken bijna klaar zijn, ga ik verder met bakken en dekt Georg de tafel. Als het beslag helemaal op is roept Georg de rest en zet ik de pannenkoeken op tafel. De rest komt aangerent en gaat aan tafel zitten. ’Nou, jullie hebben honger.’ Ik ga lachend naast Tom zitten en krijg meteen een kusje op mijn mond gedrukt. ’Wie wil er een pannenkoek!?’ iedereen begint door elkaar te schreeuwen en pakt een pannenkoek en strooit er van allerlei dingen op. Ik zucht en pak ook een pannenkoek. ’Wat is er?’ Tom kijkt me vragend aan.