De weg naar Gondor

2.

De volgende morgen worden Angel en Isildur wakker.
“een goede morgen”zegt Isildur.
“ ook een goede morgen. Angel glimlacht en komt overeind. Isildur trekt haar weer omlaag en begint haar te zoenen. Angel zoent terug. “I love you Isildur.
“I love you too Angel. Isildur stapt uit bed en trekt Angel er uit.
“ heb je honger?” vraagt Isildur. Angel knikt ja en ze voelt haar maag rommelen en ze glimlacht.
“ kom dat kijken we waar we kunnen eten”. Samen lopen ze door de gangen van Rivendel dan komen ze Elrond tegen. “een goede morgen Lord Elrond” zegen Angel en Isildur. “een goede morgen zegt ook Elrond. “ We zoeken een eetzaal” zegt Isildur. Elrond knikt en wenkt hun. Samen lopen ze naar de grote eetzaal. “hier is het” zegt Elrond. “doe alsof je thuis bent”. Elrond gaat weg.
“ik heb Ceres nog gesproken” zegt Isildur. “ o wanneer?” vraagt Angel verbaast
“ gister” zegt Isildur. “ toen die Ork aan viel en ik een steek voelde in me borst om je te laten gaan”
“je weet dus wie ze is?” vraagt Angel en ze kijkt hem aan.
Isildur knikt en zegt dan: “ ja en ik niet alleen”.
“o wie dan nog meer?” vraagt Angel. “ Elrond” antwoordt Isildur. “ mij hij is bang voor haar hij stuurde haar zelfs weg”. Hij geeft Angel een kus. Die kust terug en zegt dan: “ maar Ceres is erg aardig”. “ waarom deed hij dat dan?”
“ omdat hij bang voor haar is” zegt Isildur zacht. Angel kijkt hem verwart aan.
“ b bang?” stottert ze. “maar Ceres is juist hartstikke aardig”. “ ik snap niet..”
Angel kijkt een beetje bedroeft en Isildur begint haar te troosten.
“je weet dat ze getrouwd is hé?” vraagt hij. “ eh ja met Sauron” antwoordt ze.
“ nauw daar is Elrond bang voor” zegt Isildur. Angel knikt begrijpend.
Als ze zijn uit gegeten komt Elrond naar hun toe lopen.
“ Isildur” zegt hij. “ er zijn hier een paar soldaten van je vader”.
“ van me vader?. Hij en Angel kijken elkaar vragend aan.
“Ga maar” zegt Angel tegen hem. Isildur knikt, staat op en loopt de gang uit naar de stille zaal waar de mannen van zijn vader staan.
“ ja?” vraagt hij.
“uw vader stuurde ons prins Isildur” zegt één van de mannen. “ hij wil dat u naar huis gaat want hij heeft iets voor u”.
Isildur knikt. “ ik zal terug gaan” zegt hij zuchtend. “ na dat ik gedag zegt heb tegen mijn lief ”.
Hij loopt terug naar de eet zaal en zegt dan tegen Angel: “ ik moet gaan mijn lief, mijn vader wil me spreken”.
“ zullen wij elkaar ooit nog zien of spreken?” vraagt Angel hem.
“ dat weet ik niet” zegt hij dan. Isildur neemt Angel in zijn armen, kust haar, groet Elrond en vertrekt dan met tranen in z’n ogen van verdriet.
“ ik zal je even alleen laten” zegt Elrond en hij gaat weg.

Angel blijft eventjes staan ook met tranen in haar ogen en kijkt treurig voor haar uit.
Wat ben ik aan het doen? Denkt ze bij zich zelf.
Ze rent naar buiten. “ Isildur!” roept ze.
Isildur laat zijn paard stoppen en kijkt om.
“ ik ga met je mee” zegt Angel tegen hem.
“w wat” vraagt hij aan haar.
“ ik ga mee”herhaalt Angel vast beraden en fladdert met haar vleugels.
Isildur knikt. “nauw goed dan klim achter op”.
Angel vliegt een beetje omhoog, gaat achter Isildur zitten en slaat haar armen om z’n middel.
“goed ik zit” zegt ze. Dan geeft Isildur zijn paard de sporen en verstreken ze.

Na een paar dagen rijden zijn ze dan eindelijk in het rijk Gondor.
Dan vraagt Isildur aan Angel voor ze bij Minas Tirith zijn: “zeg Angel waar komt jou naam vandaan ?, want het is geen gebruikelijke naam hier in Midden – Aarde ?”.
“nee dat klopt” zegt Angel. “ mijn naam werd gegeven aan mijn geslacht toen ze voor het eerst in Midden-aarde verschenen. Angel kijkt glimlachend voor uit.
“ dat heeft mijn grootmoeder me te minsten verteld”.
Isildur lacht ook. "mooi”.
Angel kust in Isildur’s nek. “ heb werd eerst een bijnaam en later een traditie” gaat Angel verder.
“iedere vrouw zal haar dochter Angel noemen, om en om bedoel ik”.
“dat begrijp ik niet” zegt Isildur.
De stad begint al op te doemen en de witte stenen schijnen in het zonlicht.
“ een moeder die Angel heet noemt haar dochter bijvoorbeeld Rosé Angel en soms met wat meer namen”.
“dat is interessant” zegt Isildur.

Dan komen ze aan bij de poort van Minas Tirith. Daar worden ze op gewacht door een man.
Isildur, Angel en het gevolg stappen af.
“ zoon” zegt de man en hij loopt op Isildur af.
“ vader” zegt Isildur en hij omarmt de man.
Dan krijgt de man Angel in de gaten.
“maar zoon wie is deze vrouw?” de man kijkt Isildur aan.
“ dit vader is Angel, Angel mijn vader Elendil”
“ aangenaam kennis maken” zegt Angel. “van het zelfde” zegt Elendil.
“ waarom bent u met Isildur mee gegaan?” vraagt hij dan aan Angel.
“ik uhm” zei Angel. “ze wilde graag de stad zien vader” zegt Isildur die Angels zin afmaakt en naar haar glimlacht.
Elendil knikt. “oké in snap het. Maar goed zoon ik heb je laten komen omdat ik een vrouw voor je hebt”.
“u heeft een wat?” vraagt Isildur en hij kijkt zijn vader vragend aan. Angel kijkt van Elendil naar Isildur.
“ een vrouw”herhaalt Elendil. “dus dat is de rede dat u me wilde spreken, maar vader ik heb al een vrouw”.
“ oja en wie dan?” vraagt Elendil.
Isildur loopt naar Angel, neem haar in z’n armen en zegt dan: “Angel vader”.
Angel kijkt Isildur even aan en gaat dan tegen hem aan liggen.
“WAT!” brult Elendil. “sinds wanneer?”. Hij kijkt naar zijn zoon.
Isildur haalt even adem en zegt dan: “ sinds een paar dagen”.
“nee een dag” verbetert Angel hem lachend.
Ze geeft hem een kus. Ook Isildur lacht. “ nee hoor ik heb je eerder gezien en toen vond ik je al mooi weet je nog in Rohan?”.
Dan kijkt Isildur zijn vader aan. “alstublieft vader accepteer mijn beslissing?”
Elendil denkt even na, steekt zijn handen naar Angel uit en zegt: “ ja ik accepteer je beslissing”.
Angel en Isildur glimlachen van oor tot oor.
“de zon gaat onder laten we naar binnen gaan” zegt Elendil. Dan roept hij de wachters.
“ maak een feestmaal voor mijn zoon en zijn verloofde”.
De wachters knikken en rennen naar de zevende level van de stad.
Dan lopen de drie de stad in.