Foto bij Exo 14.

“He, Mel.” Tim kijkt haar glimlachend aan terwijl hij bij haar aan tafel komt zitten. “Hoe gaat het?”
“Goed..” zegt ze, niet echt overtuigend. “Met jou?”
“Geweldig, ik heb het echt heel goed naar m’n zin.” Zegt hij opgewekt. “Ookal moet ik klusjes doen en poetsen.”
“Dan is het goed.” Zegt ze kortaf. Ze zit nog steeds met die laatste woordenwisseling met Os in haar hoofd. Na dat voorval hebben ze niet echt meer met elkaar gesproken en het lijkt er ook niet op dat het binnenkort gaat gebeuren. Hij is niet echt meer geïnteresseerd in haar, heeft ze het gevoel.
“Gaat het wel?” vraagt Tim en hij kijkt haar onderzoekend aan. “Je lijkt een beetje down.”
Op dat moment komt Os binnen. Mellanie kijkt hem even aan, maar vestigt haar blik dan weer op Tim.
“Ja, natuurlijk gaat het!” ze tovert een grote glimlach op haar gezicht.
Tim knikt tevreden. “Dan is het goed.”
“Ik moet nu wel weer gaan werken, denk ik.” Mellanie gaat staan en lacht nog even.
“Is goed.. Ik spreek je nog wel.” Glimlacht Tim. “Toch?”
“Natuurlijk!” knipoogt Mellanie. Ze loopt achter de bar en zet alles klaar om af te wassen.
Os kijkt vijandig van Mellanie naar Tim en klemt zijn kaken op elkaar. Hij weet niet wat het is, maar iets aan die twee maakt hem zo boos. Hij moet zich inhouden om nergens tegen te schoppen, want Os wil niet dat Mellanie merkt dat er iets is. Met een irritant gevoel in zijn maag loopt hij richting een tafeltje, om een paar klanten te bedienen. Os probeert zo goed mogelijk zijn werk te doen, maar hij is er gewoon niet bij met zijn hoofd. Hij weet niet wat hij met Mellanie moet aanvangen, want het lijkt deze vakantie meer slecht tussen hun te gaan dan iets anders en het ziet er niet naar uit dat ‘Ossanie’ echt nog gaat gebeuren. Hij loopt met een plateau vol lege glazen terug richting de bar, maar loopt tegen een barkruk aan en laat de plateau met veel geweld op de grond vallen.
“Klote.” Mompelt Os voor hij alle scherven voorzichtig terug op de plateau legt.
“Goed bezig, Os.” Grijnst Tim. “Hulp nodig?”
“Nee, ik kan het wel alleen.” Os kijkt Tim niet eens aan, maar gaat gewoon verder met opruimen. Als hij alle scherven verzameld heeft loopt hij naar zijn plekje achter de bar, waar Mellanie hem vragend aankijkt.
“Wat is er gebeurd?” vraagt ze.
“Ik liet de glazen vallen.” Zegt Os droogjes.
“Ja, dat zag ik.” Ze forceert een glimlachje. “Maar hoe komt het? Er moet wel iets heel serieus zijn, zodat jij er al niet zou bij zijn met je hoofd.”
“Er is niets.” Os gooit de kapotte glazen in de vuilnisbak en zet de plateau op het aanrecht. “Twee cola’s en een water voor tafel vier.”
Mellanie kijkt hem onderzoekend aan en begint in te schenken. Als ze hem de plateau met het drinken overhandigt kijkt ze hem doordringend aan.
“Laat het niet vallen, Ozzie.” Glimlacht ze dan.
Os schudt nors zijn hoofd en loopt om Mellanie heen.

Femke zucht. Ze loopt al bijna een uur door het park, gewoon na te denken. Zou Paula echt gelijk hebben? Zouden ze toch hulp in moeten schakelen van hun vrienden? Ze denkt even aan hoe Stef er nu bij loopt.. of ligt. Langzaamaan sterft hij en Femke gaat er aan kapot als ze er aan denkt dat hij er niet meer zal zijn. Paula heeft gelijk. Ze moeten iets doen. Ze versnelt haar pas en loopt naar de receptie, in de hoop van Paula daar te vinden. Geen Paula. Ze loopt door naar de koffieshop. Geen Paula.
“Hebben jullie Paula gezien?” vraagt ze aan Ossanie.
Allebei schudden ze hun hoofd.
“Misschien in het zwembad, bij Didi.” Glimlacht Mellanie geheimzinnig.
Os kijkt haar even verward aan, maar gaat dan verder met zijn werk. Zo snel Femke kan rent ze naar het zwembad, waar ze Paula vindt, die glimlachend naar Didi zit te kijken, die gewoon zijn werk doet.
“Paula, klanten aan de receptie.” Zegt ze met een zucht.
Paula kijkt haar beste vriendin meteen schuldig aan. “Sorry, ik ga al.” Paula springt op en loopt voor Femke het zwembad uit. Zo snel ze kan rent Femke achter haar aan en eenmaal in de receptie grijpt Femke Paula bij haar pols.
“Femke, niet boos op me worden. Ik heb mijn werk niet verwaarloosd en..” ze kijkt even rond “Ik zie helemaal geen klanten.”
Femke knikt. “Klopt.”
“Wat is er dan?” vraagt Paula, die meteen één en al oor is. Ze weet dat Femke haar niet zomaar bij Didi zou weghalen, gewoon voor ‘niets’.
“Je hebt gelijk. We moeten hulp inschakelen voor Stef.”
Paula haar wenkbrauw schiet de hoogte in. “Hoezo ben je van gedacht veranderd?”
“Ik wil niet dat hij .. doodgaat, Paula.” Fluistert Femke. Ze wil niet gaan huilen, alles behalve dat.
Paula slaat troostend haar armen om haar vriendinnetje heen en trekt Femke helemaal tegen zich aan. Ze wil zich niet voorstellen hoe Femke zich nu moet voelen. Ze kan de pijn van haar beste vriendinnetje bijna aanraken, zo hard merkt Paula dat het pijn doet.
“Ik vertel het zo snel mogelijk aan Didi. Beloofd. Probeer je nu nog eventjes te concentreren op je werk, hoe moeilijk het ook is. Alles komt goed met Stef.” Paula strijkt door Femke’s haren en glimlacht haar eeuwige glimlach, die je altijd opbeurt.
Femke knikt. “Oke. Dank je, Paula.”
“He,” zegt Paula lief, “daar zijn beste vriendinnen toch voor?” Ze knuffelt Femke weer even stevig, en duwt haar dan zo goed als de receptie uit.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen