O16 - Livia POV
Achter mij blijven Michael en Livia zwijgend staan, dit was het dan. Iets wat leek op een heel gebeuren, maar waar ik nu niet meer naar ga omkijken. Ik laat het los. Wat ik niet zie als ik de trappen op loop, is dat de tekst van de muur verdwenen is.
Wanneer Eve weggelopen is, kijk ik naar Michael.
"Zal ze echt weg zijn, Michael?"
Hij haalt zijn schouders op.
"Zo goed ken ik haar niet, dus of ze terugkomt...daar heb ik geen idee van."
Een zucht rolt over mijn lippen. Waarom moet Eve dan ook zo angstig doen? Wij hebben het ook gezien en wij deinzen ook niet terug. Oké, het was wel beangstigend, maar dat soort dingen moet je aanpakken en niet uit de weg gaan.
"We bespreken later wel wat we moeten doen, want we hebben nu bewijs met die foto," zegt Michael en ik knik.
"Dan ga ik maar terug naar de kamer. Ik spreek je morgen wel, doei, Michael."
Wanneer ik weer terug in mijn kamer ben, zie ik mijn moeder zitten.
"Hoi lieverd, hoe was je dag?" vraagt ze aan me.
Ik haal mijn schouders op met een kleine glimlach. Het is niet alsof ik haar er nu over kan vertellen van wat er gebeurd is.
"Gewoon verlopen, niets bijzonders."
De foto die op mijn telefoon staat, brandt in mijn zak. Mijn gedachten gaan erheen en ik bijt even op mijn lip.
"Ik ga op bed een boek lezen," deel ik dan mee en ik zoek mijn bed op.
Ik nestel me erin en pak mijn boek erbij. Ondanks dat het boek een welkome afleiding is, kan ik mijn gedachten niet afhouden van de foto. Het zit me toch wel wat dwars, maar zoals ik daarstraks ook dacht, ik kan het mijn moeder niet vertellen. Toch? Misschien dat zij er wel raad mee weet, hoewel ik dat betwijfel. Wel of niet doen? Ach, het kan geen kwaad. Ik sta op en loop naar mijn moeder toe.
"Mam, kan ik je iets laten zien?"
"Natuurlijk, dat kan altijd. Is er soms iets mis?"
Weer haal ik mijn schouders op en ik haal mijn telefoon tevoorschijn. Ik zoek de foto op en draai de telefoon naar haar toe terwijl de foto opent. Zachtjes bijt ik weer op mijn lip terwijl ik afwacht.
"Zie je dat bloed?"
"Bloed?" vraagt mijn moeder verbaasd en ze vernauwt haar ogen een beetje.
"Ja," zeg ik, "dat bloed op de muur. Het vormt twee woorden."
Ik draai de telefoon naar me toe om er voor haar op in te zoomen, maar ik zie niets staan. Is dit wel de goede foto? Ik kijk naar de vorige foto, maar dat is van gisteren en erna heb ik geen foto meer gemaakt. Het is echt de goede foto. Dit is onmogelijk. Mijn ogen worden iets groter bij deze ontdekking.
“Grapje,” zeg ik dan, alsof ik helemaal niet een foto met bloed wilde laten zien.
Mijn moeder fronst, maar gaat er niet op door.
“Ik wilde testen of je zou zeggen dat je het zag, omdat je het dan niet wilt laten overkomen alsof je slechter ziet dan je wilt toegeven.”
Mijn reden om het te vragen, slaat helemaal nergens op en ondanks dat mijn moeder het niet gelooft, vraagt ze nergens naar. Snel glip ik weer naar mijn bed toe.
“Hoe is dat mogelijk?” fluister ik zacht tegen mezelf.
Het liefst van alles ga ik nu mijn bed uit om door te lopen naar Michael, maar ten eerste zou ik me dan moeten omkleden, want ik ga echt niet in mijn pyjama de gang over, en ten tweede zou mijn moeder me raar aankijken als ik nu wegga. Ik wil niet nog meer argwaan wekken dan ik daarstraks al deed. Er zit niets anders op dat ik daarmee tot morgen moet wachten. Weer werp ik een blik op de foto, maar er is helemaal niets te zien. Begin ik nu echt gek te worden? Maar nee, zowel Evelyn als Michael hebben het gezien. Het kan niet aan mij liggen en ook niet aan mijn telefoon. Wat is er dan wel gebeurd? Toen ik de foto gemaakt had, heb ik nog nagekeken of alles er goed op te zien was. En dat was zo. Mijn gedachten razen door mijn hoofd, opzoek naar een mogelijke verklaring, maar er klinkt er geen een logisch. Behalve dat zowel Michael, Evelyn als ik gestoord zijn geworden. Waanbeelden doordat we zo gefocust zijn op iets wat ons nachtmerries bezorgt? Ik slik en sluit mijn ogen. Gewoon kalmeren, Livia. Morgen ga je naar Michael toe en dan komen jullie er samen uit wat er gebeurd is. Rustig ga ik liggen in bed en voor even open ik mijn ogen om te kijken hoe laat het is. Niet eens zo heel laat, maar toch ga ik nu al slapen. De dag was uitputtend en er roeren onrustige gevoelens in mijn binnenste. Om die gevoelens af te sluiten, wil ik slapen. Toch lig ik nog zeker het eerste uur wakker, want wanneer je wilt slapen, lukt dat natuurlijk niet. Als ik uiteindelijk in slaap ben gevallen, zijn eindelijk mijn gedachten stil.
Reageer (2)
Ik vind het creepy, haha.<3
1 decennium geledenFreaky. Hmm. Ik wil een vervolg
1 decennium geleden