Foto bij Society OO2 •

Ik heb op dit moment niet veel te vertellen, so; Happy zaterdag en have fun! x

O, kritiek is altijd welkom en als er spelfouten inzitten; zeg het alsjeblieft, dan verbeter ik het. :)

Verbluft keek ik de persoon aan die in ons nieuwe tijdelijke onderkomen zat. ‘Sorry, dat ik me niet voorstelde, ik ben de Kerstman.’ Ik keek hem even sarcastisch aan en plantte de tas in een hoek van het kleine hutje. ‘En jij, mijn vriend, zit in ons huis.’ Ik was nooit de vriendelijkste geweest tegen vreemden. Ondertussen was de onbekende jongen opgestaan en dreigend voor me komen staan. Ik keek even achterom richting Finn, die me met een boze blik aankeek.
‘Kom.’ zei ik tegen Finn en stapte langs de jongen heen.
‘Ga weg! Ik zweer het, je gaat er spijt van krijgen als je nog een stap dichterbij komt.’ schreeuwde de jongen kwaad.
‘En wat wilde je eraan gaan doen?’ vroeg ik en keek hem furieus aan. Finn legde zijn hand op mijn schouder. ‘Jack, dit is de tijd niet. We kunnen nergens heen en we kunnen hem niet dwingen te vertrekken.’
Mijn blik verzachtte. Finn had gelijk, maar koppig als ik was zei ik niks meer. Ik zakte neer bij de weekendtas, die ik even zolang in een hoek had gedumpt, en ritste hem open. Ik had aan de andere kant een mooie schap gezien waar we al onze spulletjes kwijt konden, dus laadde alles uit en plaatste het op de schap.
‘Laadt dat maar weer in die verrotte tas van je, want jullie blijven niet hier.’ Hoorde ik achter me, waardoor ik me omdraaide. ‘Heb je een suggestie waar we dan heen kunnen gaan?’ vroeg Finn. Die jongen kon ook nooit niet vriendelijk zijn. Dat was ook waarom hij de afleiding was bij de opdrachten van The Big Boss, hij zou alleen maar spijt krijgen en datgene wat hij had gestolen teruggeven.
‘Neem een hotel of zo.’ mompelde de nog steeds onbekende jongen en haalde zijn schouders op. ‘En betaal jij dat dan voor ons? Waarom denk je dat we überhaupt hierheen komen? Als we dat hadden kunnen betalen waren we al helemaal niet naar dit kleine krot gekomen, denk je niet?’ Ik vloog hem nog net niet aan en stond zo dichtbij hem dat hij zelfs de kleinste oneffenheden op mijn gezicht zou kunnen opmerken. De jongen keek me verbaasd aan en deed een stap naar achter. Ik was ondertussen weer wat rustiger geworden en liep naar de tas waar alleen nog de dekens in lagen. De foto van onze moeder lag ertussen, zodat hij niet beschadigd zou raken. Gelijk dacht ik weer terug aan de droom die ik afgelopen nacht had. Licht trillend veegde ik de stof van het glas af. ‘Hulp is onderweg.’ schoot weer door mijn gedachtes. ‘You better hurry.’ mompelde ik, waarna ik snel opstond en ik me weer richting de jongens omdraaide.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen