In The End- Destiel
-Gif heeft er niks mee te maken
-Engels 'gesproken
-Angst, Fluff'
In the end, het was een normale jacht, zoals alle andere. De Winchesters joegen op een shapeshifter, een schot klonk, Dean viel op de grond, een plas bloed ontstond om het lichaam van de hunter.
Castiel rende op Dean af, terwijl Sam achter de moordenaar aan rende, hij loste een aantal schoten op de schuldige shapeshifter, maar miste. Toen het bleek dat Sam hem niet te pakken zou krijgen keerde hij terug naar zijn oudere broer en de engel. Een traan liep over Castiel ’s wang, Sam ’s ogen draaide naar zijn broer, zijn ogen waren nog net niet gesloten.
Dean keek naar Sam, Dean probeerde met grote moeite een sarcastische glimlach op zijn gezicht te krijgen: “Bitch.” Dean keek terug naar de engel en zag zijn blauwe ogen vol wanhoop. Cas probeerde nog iets te zeggen, maar de woorden konden niet over zijn lippen komen.
Dean kon in zijn ogen af te lezen wat hij wilde zeggen: “Don’t.” Cas hield Dean nog steviger vast dan hij al deed. “Dean, I need you.” Kon Cas nog zeggen voor Dean zijn ogen sloot.
*~.~*
Een glans op de zwarte kist was het enige wat de hunters zagen.
Dit was het einde, het einde van de man die voor vier maanden in de hel had gezeten, het einde van de man die als eerst op aarde in aanraking was gekomen met een engel, het einde van één van de meest gevreesde mensen op de wereld, het einde van de man die tijdens een doodnormale jacht is neergeschoten met één kogel, door een shapeshifter, het einde van Dean Winchester.
Tranen gleden over de wangen bij een enkeling. Iedereen was er, iedereen op één iemand na: Castiel. In de schaduw stond hij, onzichtbaar. Hij had zich gehuld in een zwart gekleurde trenchcoat. Langzaam liepen de mensen weg.
Langzaam liep Castiel naar de zwart gelakte kist. Voor de kist stond hij stil en keek met een dode blik naar de foto die op de kist stond. Een traan verscheen in zijn rechter oog en liep langzaam naar beneden. Hij liep nog dichter naar de kist toe en zakte in. Zijn armen rustte in elkaar gevouwen op de kist en de snikken klonken uit zijn mond. De engel huilde, voor het eerst sinds zijn bestaan, huilde hij echt.
*~.~*
Castiel liep langzaam over het gras. Eén van de twee plaatsen waar hij zich oprecht veilig voelde, waar hij geen angst voelde; op de stoel in Dean ’s kamer en hier in de hemel. Castiel kwam tot stilstand.
“God, if you can hear me” Castiel haalde schokkende adem “please father” nog een pauze “please.” “Give me back my Dean” Cas begon weer te huilen“… Please” de laatste ‘please’ kwam er meer als een huil uit dan een woord.
Opnieuw kon hij het verlies niet meer aan en opnieuw door zijn knieën. Hij begon weer te huilen. Het huilen veranderde al gouw in geluidloze snikken. De pijn was duidelijk te in zijn gezicht te zien. “Cas?” was achter hem te horen “Cas, what the hell is going on?” Castiel draaide langzaam zijn hoofd, terwijl hij opstond.
“Cas, where the hell am I?” “Dean…” fluisterde Cas niet begrijpend binnensmonds. “Cas?” Herhaalde Dean. Cas liep langzaam in Dean ’s richting, maar wat later in rennen veranderde. Castiel sloeg zijn armen om Dean heen en begroef zijn gezicht in Dean ’s borstkas. Cas tilde zijn hoofd weer op en keek diep in zijn ogen, het moment ging zo snel dat het hun beide verraste.
Castiel ’s lippen lagen op die van Dean, beide verstijfde ze even; Cas, omdat hij zich realiseerde wat hij aan het doen was en Dean, omdat hij simpel weg geen idee had wat er gebeurde. Cas sloot zijn ogen als eerst en zijn lippen bewogen over die van Dean. Nog geen moment later sloot ook Dean zijn ogen en liet zijn lippen over die van Cas bewegen.
De zoen stopte, hun voorhoofden leunden tegen elkaar. “Cas?” “Dean?” “I love you, I always did.” “Really?” “Yes Cas, really. But can you tell me now where I am?” “You’re in heaven Dean.”
Er zijn nog geen reacties.