1.5 de stem van Dina
Ik lig op mijn bed te staren naar de letters. Grappig. Mijn naam staat daar. Wel erg toevallig dat ik nou net dat boek mee naar huis moest nemen. Eens zien of er nog wat leuks in staat. Nieuwsgierig sla ik de bladzijde om. Daar staat een afbeelding van een meisje. Zij heeft wat weg van Dina, zoals ik me haar voorstel.
'Sarah, ben je boven?', roept mijn moeder van beneden. Eigenlijk wil ik gewoon met rust gelaten worden. Ik heb geen zin om te antwoorden op de vraag wie de vaatwasser uit ruimt.
'Ja', zeg ik met een geïrriteerde zucht.
'Heb je nog was daar? Kun je die brengen?'
Natuurlijk ligt mijn hele kamer vol. Als ik het nu niet naar beneden breng heb ik volgende week niet genoeg kleding. Ik sla het boek dicht. Om de een of andere reden moet het opgeborgen worden. Het voelt belangrijk in mijn armen. Mijn naam staat erin. Het is van mij. Bijna alsof het mij moest vinden. Ik... ik kan het niet aan dat iemand anders het ontdekt.
Ergens onder in mijn kast, is een diepe lade. Niemand anders weet dat hij daar zit, de dubbele bodem. Even luister ik of iemand in de buurt is. Alleen wat gerommel van beneden. Snel haal ik de plank er uit.
De deur gaat open. Mijn moeder staat daar in de opening. Achter mij ligt het boek, open en bloot. Met mijn hak schuif ik het onder de kast. Mijn kuit duwt de lade dicht.
'Ik kom zo. Even geduld', ik begin de kleding bij elkaar te rapen. 'Ik doe de vaatwasser wel', mompel ik, voordat mijn moeder kan gaan klagen over mijn grote mond. Ze is heel toongevoelig. Ik haat het. Want meestal klinkt het voor haar al boos als ik een beetje verkouden ben. Eindelijk gaat zij de deur uit. Maar ze doet hem niet dicht, zodat ik genoodzaakt ben om met de was meteen naar beneden te komen.
Ik storm de trap af met kleding in mijn armen. De helft valt er al uit. Dat wordt twee keer lopen. Komt mooi uit, dan heb ik een excuus om naar boven te gaan en het boek goed op te ruimen.
'Was uitsorteren!', bromt mam.
'Ja-ha', hijg ik. 'Nog niet alles is beneden, er is wat op de trap gevallen, ik raap het op en dan sorteer ik, oké?'
Halverwege de trap hoor ik haar stem nog. Of ik ook mijn broertjes was kan meenemen. Ik rol met mijn ogen; natuurlijk.
Er zijn nog geen reacties.