Water 010 ;
Olivia Wright, zondag 20.43 uur
Langzaam liepen ik en Dioni verder door het vieze water. Het was al erg donker geworden en we moesten een plek vinden om te verblijven en te slapen. Maar aangezien er niks in de buurt was werd dit nog een lange reis. Mijn deed ondraaglijk veel pijn, ik kon er amper mee lopen dus schuifdeur ik het een beetje mee. We waren al ik weet niet hoelang aan het lopen maar het leek wel alsof Dioni nog niet eens moe was. 'Dioni' hij draaide zich naar me om 'mijn been doet echt pijn, ik weet niet of ik nog veel langer kan.' 'Maar we kunnen hier niet blijven, er is niks waar we veilig kunnen slapen.' Ik keek om me heen maar het enige wat ik zag was water en wrakken. Zuchtend probeerde ik verder te lopen maar alles in mijn lichaam protesteerde. Dioni zag het en kwam naar me toe gelopen. Hij pakte me op bij mijn benen en bovenlichaam en droeg me zo verder.
Na nog ongeveer 20 minuten gelopen te hebben zag ik aan Dioni dat hij ook moe was. 'Dioni, we moeten echt even rusten.' Hij knikte en zette me terug op de grond. Ik keek om me heen of ik iets zag waar we op konden liggen. Een paar meter van ons vandaan zag ik een groot stuk hout liggen waar we misschien net met z'n tweeën op konden liggen. 'Dioni, daar ligt wel iets waar we misschien op kunnen slapen.' Ik wees naar het grote stuk hout en hij liep er gelijk naartoe. 'Misschien kunnen we het dan vastmaken aan een boomstam zodat het niet weg drijft. Hier zit een gat in met een stuk touw.' Hij pakte het stuk touw en bond die vast aan een boomstam. Hij ging erop liggen en trok mij er ook op.
Even lagen we daar stil naast elkaar te staren naar de hemel. Ik dacht aan de rest, zouden ze allemaal nog leven? Ik mis Kaj verschrikkelijk, ik had hem nog verteld dat ik van hem hield. Alleen het was al te laat, maar ik heb er geen spijt van dat ik het gezegd heb. Ik hoop zo dat hij nog leeft, er liep een ontsnapte traan over mijn wang die ik snel weg probeerde te vegen. Maar Dioni had het al gezien en sloeg een arm om me heen. Zo viel ik uiteindelijk toch nog in slaap.
ik werd wakker van een rare stem. Het was niet gewoon Nederlands, misschien was het wel Thais. Ik tilde mijn hoofd omhoog en zag twee oudere mannen iets roepen. Ik tikte Dioni aan die langzaam wakker werd. Hij keek op en ik wees naar de twee mannen. Hij sprong op en begon met zijn armen te zwaaien. 'Hier, we zijn hier!' De mannen hadden ons gezien en kwamen snel onze kant op. Ze begonnen in het Thais tegen ons te praten waar we niks van verstonden. Een man hielp me omhoog maar zag al snel dat ik amper kon lopen. Een steek in mijn been liet me op de grond zakken. De man pakte me vast onder mijn armen en sleepte me zo mee. Het deed verschrikkelijk veel pijn. Ik schreeuwde het uit. Toen pakte de andere man me vast bij mijn benen en ze droegen me zo mee, al weet ik niet waar naartoe.
Nadat ze me ongeveer 10 minuten gedragen hadden kwamen we bij een auto met een open achterkant. De mannen legde me daarop en Dioni kwam naast me zitten. Hij pakte mijn hand en fluisterde tegen me dat het wel goed zou komen. Ik had zo'n gevoel dat we naar een soort ziekenhuis zouden gaan. Tenminste dat hoopte ik dan.
De weg waar we op reden was heel erg hobbelig. Bij elke bult schoot ik een paar centimeter omhoog. De auto reis duurde best lang maar we kwamen uiteindelijk wel bij een ziekenhuis uit. Het was verschrikkelijk druk, overal liepen mensen. Dokters, zusters, gewonden, familie enzovoorts. Er stond ook een groot bord met allemaal foto's van mensen. Vast mensen die vermist zijn. De kamers waren groot waar wel ongeveer 10 mensen op één kamer sliepen. Ze droegen me op een groot stuk hout het ziekenhuis binnen. Het ziekenhuis had geen ramen alleen grote stukken waren open.
Ze legde me op een bed en gingen me onderzoeken. Ik wist wel dat mijn been geopereerd moest worden, en er was iets met mijn zij. Ze riepen er een dokter bij die gelukkig Nederlands spraken. Ze zei dat ze me moesten opereren aan mijn been maar dat ik teveel bloed had verloren dus ze moesten wachten.
Ze hadden inmiddels schoon verband om mijn been en zij gedaan. 'Als je been zwart word moet je het gelijk zeggen.' Had ze gezegd en was weggelopen. Dioni pakte een stoel en ging naast mijn bed zitten. Hij pakte mijn hand en zei dat alles goed zou komen. 'Dioni, misschien zijn de andere ook wel hier. Kun jij even rond gaan kijken?' Hij keek me verbaasd aan, 'dan moet ik jou alleen laten?' 'Ik red me wel.' 'Maar blijf hier, ga niet weg.' Ik knikte, 'dat word moeilijk ik kan niet eens staan.' Een kleine glimlach kwam op zijn gezicht en hij liep weg. Hij gaf me nog een laatste blik en liep toen de deur uit.
Starend naar het plafond dacht ik na. Zou Dioni nog iemand tegen komen? Ik hoop het echt, tenminste één. Maar allemaal zou n9g beter zijn. Ik mis ze verschrikkelijk, als ik zou weten dat er iemand dood was zou ik dat nooit kunnen verwerken.
Reageer (4)
Snel verder ! x
1 decennium geledenSnel verder!!! het is zo spannend!!!
1 decennium geledenOw . Ik hoop dt alles goed komt
1 decennium geledenAub... schrijf nu verder.... het is zo mooi... xx
1 decennium geleden