Wie is zij
ik zal niet zeggen dat ik stop, want dat gebeurt dus niet. maar de volgede hoofdstukken kunnen vaker lang duren, door boven genoemde oorzaken,
veel lees plezier
17. Wie is zij?
De nacht trok langzaam voorbij terwijl Samantha en Emily, na hun ontmoeting met Saphira, naar hun leerlingen kamer terug keerde, liep Severus Sneep langzaam naar zijn slaapvertrekken. Zijn zwarte haar hing somber voor zijn ogen, en hij deed niet de moeite om ze weg te halen om te kunnen zien waar hij liep. Het kon hem ook weinig schelen, elk deel van zijn hart wilde huilen, de pijn van verslagenheid, het verdriet van verlies. Het stroomde allemaal door zijn aderen, als een vloedgolf door een kanaal na een harde regenval. Hij had na zestien jaar zijn vrouw weer in zijn armen kunnen nemen, maar natuurlijk moest Saphira weer roet in het eten gooien. Met zijn vuist sloeg Severus tegen de muur. Hij hoorde zijn botten kraken, maar deed niets om het te verbinden. ‘Saphira,’mompelde hij. ‘Waarom moest uitgerekend zij nauw de boosdoener uit hangen, waarom was zij altijd degene die alles verpeste. Ex, kon ze wel, we zijn nooit gescheiden, ik draag nog steeds jouw ring, Cassandra.’
Voor een tweede keer sloeg Severus zijn vuisten tegen de muur, hij voelde hoe zijn knokkels stuk gingen en het langzaam begon te bloeden. Verslagen zakte hij door zijn knieën.
‘Severus, is alles goed?’
Een zachte stem deed hem doen op kijken, twee blauwgroene ogen, rood omrand keken hem medeleidend aan. Het was Pierce, de nieuwe docent en afdelingshoofd van Ravenklauw. De vrouw op wie hij zijn oog had laten vallen, de mysterieuze vrouw.
Pierce had hem zachtjes benaderd en had hem van een afstand gade geslagen, nu knielde ze bij hem neer en veegde de tranen van zijn gezicht.
‘Severus, wat doe jij zo laat nog op de gangen, jij hebt toch geen wacht vanavond of wel?’
‘Nee, professor Pierce, ik dacht dat Potter op de gang aan het rond snuffelen was, met zijn kleine vrienden. Potter wil nog wel eens de regels over treden, maar helaas ik zat er naast.’
Hij kwam langzaam overeind en bekeek zijn collega eens goed, de laatste keer dat hij zo dicht bij haar stond was toen hij haar moest vertellen over het ongeluk van Samantha. Haar korte zwarte haar hing tot net iets over haar schouders en haar gewaad was een tweede hands, al was de zwarte kleur nog niet helemaal versleten.
‘Vertel me eens professor Pierce,’ vroeg Severus, terwijl hij zijn ogen droogde met een deel van zijn mouw. ‘Wat doet u hier?’
‘ Ik heb gangwacht, Severus.’ Pierce keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan, niet wetend wat hij bedoelde. ‘Ik hoor -‘
‘Ik bedoelde hier op Zweinstein. Wie bent u, wat is uw doel hier op Zweinstein.’ Severus liep dreigend op Pierce af, dat ze zelf een paar stappen naar achter deed om hem nog recht aan te kunnen kijken. Nu balde zij haar vuisten en liep dreigend op Severus af. Die nu gedwongen werd om een paar stappen naar achter te doen.
‘Ik ben Cassie Pierce, professor in bezweringen en afdelingshoofd van Ravenklauw. Je vraagt wat mijn doel is, Severus, mijn doel is om leerlingen de kennis en vaardigheden te leren om een goede heks of tovenaar te worden, wat namelijk bij sommige ontbreekt.’
Pierce greep Severus bij zijn gewaad en schudde hem door elkaar. ‘Waarom doe je zo naar tegen mij, wat heb ik jouw aangedaan dat je zo tegen me zit te blazen. Ook de bij de zusjes Zwarts, je loopt me steeds te af te schermen. “Wie ik ben?’’ Severus, die vraag ik beter aan jou vragen. Wie ben jij. Wat zijn jouw doelen hier op Zweinstein en waarom stel jij je zo vaderlijk op tegen over de zusjes Zwarts, dan tegen je andere leerlingen, waar van je sommige gewoon verafschuwt. Vertel me dat eens Severus.’
Pierce was haar collega langzamerhand een beetje zat. Ze vond hem erg aantrekkelijk maar zou hem dat nooit vertellen. Maar hoe hij haar nu behandelde gaf haar een ander beeld van hem. Snel deed ze een stap naar achteren, haar blauwgroene ogen kregen een kleine gloed. Maar Sneep zag dat niet.
‘Wie ik ben, Pierce?’ Spotte hij. ‘Ik denk dat jij heel goed weet wie ik ben. Heb ik je niet vaak uit je oog hoeken naar mij zien staren. Heb ik je niet heel vaak in de buurt gezien van de zusjes Zwarts, altijd met een smoesje om met hen te kunnen praten.’ Nu waren Sneep’s ogen aan het vonkelen en zijn zwarte haar gingen als gordijnen voor zijn ogen toen hij naar voren boog. Zijn neus dicht bij die van Pierce. ‘Ik waarschuw je, Cassie. Als ik je nog een keer zie bij een van de meisjes, dan… dan.’
‘Dan wat?’ Pierce trok nu haar neus hoog op. Ze trok haar schouders in een dreigende houding. ‘Wat wilde je doen?, mij verbieden ze te zien. Ik weet niet of het in je geniale hoofd is op gekomen, maar ik ben hier ook docent. Je kunt mij niet verbieden om de twee meiden te zien tijdens mijn les.’ Nadat te hebben gezegd draaide ze zich met een ruk om. De zoom van haar gewaad zwiepte geruisloos over de grond. ‘En ik vond je nog wel leuk. Maar nu ik heb gezien hoe je werkelijk bent, Severus. Verafschuw ik je. En vraag me af hoe ik ooit op je ben gevallen.’ Na nog een blik op hem te hebben gericht, beende Pierce de gang uit en verdween naar de grote trap.
Nu stond hij weer alleen, onzichtbaar in het donker, als hij geen geluid had gemaakt door te ademen en te snikken was iedereen hem zo voorbij gelopen. Zijn zwarte gewaad en haren deden hem in duister hullen en zijn bleke gezicht was naar zijn schoenen gericht. Buiten was het begonnen met regenen, zachte druppels tikte tegen de ramen. Maar Sneep schonk er geen aandacht aan. Hij dacht aan Cassandra en aan Pierce.
De twee vrouwen bleven maar in zijn hoofd rond hangen. Hun gezichten bleven maar op zijn netvlies branden.
‘Ergens klopt er iets niet,’ mompelde Sneep tegen zich zelf terwijl hij onbewust zijn trouwring streelde. ‘Die twee hebben iets met elkaar te maken. Cassandra en Cassy… Pierce,’ zijn stem fluisterde het laatste woord langzaam uit. Zijn ogen schoten uit hun kassen en zijn hart sprong op.
‘Nee, dat kan niet, nee.’
Grote druppels zweet gleden langs zijn voorhoofd naar beneden, zijn gedachte werkte op topsnelheid en zijn voeten liepen doelbewust naar de trappen.
Cassandra en Pierce konden niet de zelfde vrouwen zijn. Maar zijn gevoel zei hem iets anders. Cassandra was altijd heel goed geweest in het vermommen, zo was er een keer dat ze hem straal had genegeerd door haar haren blond te verven en hakken te dragen met een rode jurk. Maar haar ogen waren altijd de zelfde gebleven en haar karakter ook. Liefdevol, moedig, koppig en enthousiast. De geboorte van hun kinderen had haar erg gelukkig gemaakt.
‘Cassandra…waarom, WAAROM!’
Maar er kwam geen antwoord, alleen een brandende pijn in zijn onderarm, Voldemort had hem nodig.
Zonder moed en veel pijn rende hij naar het schoolterrein om daar te verdwijnen, het koste Sneep groote moeite om uit de buurt van zijn collega’s te blijven die ook op de gangen rond liepen en Pierce was ook nog steeds wakker, als wist Sneep niet waar zij was.
Dit gaat een lange avond worden dacht hij bij zich zelf toen hij het terrein over stak en naar het kasteel keek. Geen slaap en alleen maar werken. Zuchtend wreef Sneep nog wat slaap uit zijn ogen, morgen ochtend moet ik maar een praatje maken met Cassy, tijdens het ontbijt. En na dat hij zijn toverstok had gepakt verdween hij naar Vila Malfidus.
Sneep zag het niet, of had het niet gemerkt, maar hij werd van af het kasteel door vier paar ogen gade geslagen toen hij het kasteelterrein overstak. Verscholen in het donker staarde drie paar ogen naar buiten terwijl in het kastoortje van Perkamentus nog licht brandde.
Van achter zijn half ronde brilletje staarde Perkamentus zuchtend naar buiten. ‘Severus, mijn oude vriend. Vroeg of laat moet je de waarheid onder ogen komen, en wanneer die komt wees dan paraat.’
het plaatje is Cassandra in vermomming toen ze klein was
Reageer (4)
snel veder pleas
1 decennium geledenHa. Ik wist het wel. Ik heb het altijd al gezegd.
1 decennium geledenSnel verder
1 decennium geledenWauw, dit is een heel mooi stukje, de beste tot nu toe!!!! (en dat zegt wat) Pleeeeeeeeeeeeez, nog een stukje vanavond? Voor mij? *puppy-eyes*
1 decennium geleden