Verschrikt schoten mijn ogen open van een donderend geluid, de rustige omgeving waarin we ons bevonden was nu zo verstoord door de knallende geluiden. Het busje waar we in reisden van ziekenhuis tot ziekenhuis had het begeven en stond nu kapot ergens langs de weg. Ons geluk bleek ver te zoeken te zijn want we hadden nog steeds niemand gevonden en stilletjes aan zag ik hoe Zayn de hoop opgaf. De twinkel die dag in dag uit in zijn ogen was te vinden werd minder en minder bij elke teleurstelling die we tegenkwamen op deze avontuurlijke weg die we met twee moesten afleggen. Op de paar dagen die we nu hadden doorgebracht waren we erg gehecht geraakt aan elkaar en leerden we elkaar beter en beter kennen. Zijn armen lagen strak rond mijn middel gedraaid en het voelde aan alsof hij niet van plan was om snel los te laten, de rust die op zijn gezicht te lezen stond deed me deugd. We lagen ergens in een woning die lang geleden was ingestort, we hadden nog maar eens een vermoeiende dag achter de rug en hier lagen we dan in elkaars armen. Aan de druppende geluiden die het huis vulden en afwisselende donder en bliksem, was er een serieus weertje aan de gang buiten. Het geluid van de donder deed me telkens opschrikken en een kleine schok ging door mijn lichaam heen bij elke donder. Er kwam beweging in de persoon die naast me lag, ik draaide mijn hoofd een kwartslag en zag dat Zayn zijn ogen geopend waren. Zijn bruine ogen keken me wat verward aan, hij keek even rond waar hij was en een teleurgestelde zucht verliet zijn lippen. Zijn blik haakt in mijn donkere ogen en zijn grip rond mijn middel verstrakt nog, als dat al mogelijk zou zijn. In tegenstelling tot een moment geleden, ligt er nu een gelukzalige glimlach rond zijn lippen. 'Wat is er?' de bezorgdheid en heesheid in zijn stem, laten me glimlachen en maken me warm vanbinnen. 'Niks, ik werd gewoon wakker van de donder en krijg mezelf niet meer in slaap' hij opent zijn mond, maar sluit hem dan weer. 'Slaap maar verder' ik wring me uit zijn armen en probeer recht te geraken, zijn hand krult rond mijn pols. Een bezorgde blik weerspiegelt in zijn ogen 'Waar ga je heen?' een zielige ondertoon is te horen in zijn schorre stem. Ik wijs naar de opening in de muur waar de deur ooit zat, ik glimlach ter geruststelling en hink naar buiten om daar mezelf te verdrinken in gedachten die eindeloos zijn.


Men laatste dag in Turkije, er was gisteren dichtbij mijn hotel een enorme bosbrand, ik kon het zien. Heeeel raar ö

Reageer (2)

  • Manonxxx

    wauw,

    heftig,
    snel weer verder.
    xx.

    1 decennium geleden
  • Chayn

    Dat moet eng geweest zijn.
    Snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen