Proloog
‘mam, ik wil niet weg’ ik trek hard aan mijn armen maar de mannen houden me stevig vast.
‘sorry kleine, maar het kan niet anders’ zegt mijn moeder die naast mijn broer en mijn twee zussen staat.
‘maar ik wil bij jullie blijfen, bij jou bij mijn broer en zussen’ gil ik.
oke een van mij zussen is mijn zusje maar ik zeg vaak zus.
‘laat haar los’ roept mijn broer en rent naar me toe.
‘het kan niet’ zegt mijn moeder en pakt hem vast.
‘nee ik wil niet weg’ roep ik en begin te huilen.
De mannen nemen me mee een busje in.
Ik blijf huilen en kan me niet voorstellen dat ik mijn familie niet meer zie.
Hoi ik ben Emeli, ik ben nu 4 jaar.
Ik weet niet waarom ik weg moet.
Eigenlijk weet ik het wel.
ze denken dat mijn broer pillen slikt en die verkoopt aan andere verkoopt.
Maar dat is niet zo hoor.
Dat weet ik omdat ik altijd bij hem ben, of ja was.
Daarom moet ik ook weg, ze willen niet dat ik er last van heb.
Mijn broer is zijn beste vriend ook al kwijt.
Niet omdat hij mijn broer niet mag maar omdat mijn broer niet wil dat hij ook in de problemen komt.
De mannen rijden het vliegveld op waar twee vrouwen staan.
‘hallo Emeli, ik ben Martha en dit is Carol je nieuwe moeder’.
‘maar ik wil geen nieuwe moeder’ zeg ik.
‘dat snap ik maar het kan niet anders’ zegt Carol ‘noem me anders Carol’.
‘Oke Carol’ zeg ik en samen met Martha en Carol stap ik het vliegthuig in.
Ik kom er achter dat Carol Nederlands is, en dat ik een nieuw zusje krijg.
Carol leert me al Nederlandse woorden.
Ik weet dat ik als ik ouder ben mijn eigen Familie vergeten ben.
Maar daar denk ik liever niet over na.
Binnen 3 maanden ken ik bijna alle Nederlandse woorden.
En noem ik Carol al Mama, maar ik ben Mijn echte moeder nog niet vergeten hoor.
Er zijn nog geen reacties.