Hoofdstuk 5

Vanuit Amber

Na het eten staat Rein voor mijn huis. Ik roep naar mn ouders dat we gaan en ik loop naar Rein. Als we het hoekje om zijn geeft hij me een kus en zegt: Hee ik heb je gemist. Ik lach en we lopen verder. Rein begint voluit vragen te stellen. Ik ben er een beetje half bij met mijn gedachten. Ik denk de hele tijd aan al die haat berichtjes.

Als we een ijsje hebben gehaald zitten we met zn 2en op een bankje. Het is stil. Dan vraagt Rein: Is er iets..? Ik kijk verdrietig naar de grond. Nou ja eigenlijk wel. Ik kijk op. Er rolt een traan over mn wang, ik kan er niks aan doen. Rein ziet het en knuffelt me. Wat is er dan lieverd? vraagt hij. Hij laat me los en ik vertel: 'Jij zei op Twitter dat we een ijsje gingen halen alleen kreeg ik toen allemaal haat. Ze vroegen of ik je vriendin was, ze zeiden dat ik lelijk ben. En ze weten niet eens zeker of we met elkaar hebben.' Ik huil. Ik hou van Rein maar zo kan ik het echt niet. 'Sorry maar ik denk dat ik het zo niet aankan. Het is denk ik beter als het uit is.' En ik ren huilend weg. Rein roept me nog na: 'Amber wacht!' Ik ren naar het meertje. Ik wil niet huilend naar huis, dan moet ik alles weer aan mijn ouders vertellen..


Vanuit Rein

Sorry maar ik denk dat ik het niet aankan. Het is beter als het uit is. Die woorden slaan in als een bliksemschicht. Wat? Wil ze het nu al uitmaken door de Mainiacs? Amber staat op en rent huilend weg. Amber wacht! Dat is het enige wat ik kan uitbrengen. Ik wil haar achterna rennen maar zie dr opeens niet meer. Ik loop over het park. De tranen rollen over mijn wangen. Zo ga ik niet naar huis. Ik ga wel even naar het meertje. Als ik er aankom zie ik iemand zitten. Snikkend met haar hoofd tussen haar knieën. Het is Amber. Ik loop naar haar toe en ga naast haar zitten. Ze kijkt op. Haar ogen ziijn helemaal rood. We zeggen allebei niks en staren voor ons uit. Ik hoor haar snikken. Amber..? Begin ik. 'ja?' vraagt ze zachtjes. En ze kijkt me aan. Ik kan er niks aan doen maar ik begin ook te huilen. Ik trek haar in een knuffel en zo zitten we. Heel lang. Wat wou je zeggen Rein? Vraagt ze zacht. 'Nou.. Ik weet nu al dat ik echt niet zonder je zou kunnen. Als we nou de Mainiacs vertellen dat je mijn vriendin bent? Dan zijn ze vast alleen maar blij voor ons. We gaan samen gewoon de rest van de haat negeren. Zou je dat willen. Amber kijkt me met betraande ogen aan en knikt. 'Oke, we gaan het proberen.' Ik kijk haar lachend aan en zoen haar. Even later lopen we hand in hand door het park. Het is ook pas 21:00 uur.


Vanuit Amber

Even later word ik gebeld. Het is Nils. Zeg ik. Zal ik opnemen? Ja hoor doe maar zegt Rein. Ik kijk hem lachend aan en geef hem een kus. Dan neem ik op.

*Hee Nils, hoe gaat ie?*
*Hey, prima. Maar ik heb super nieuws!*
*Oeeh nu ben ik nieuwschierig wat is het nieuws?*
*Ik kom ook naar dezelfde camping als jij!*
*OMG Echt?!? Superr!! Rein is hier ook! En.. We hebben met elkaar! (zeg ik lachend)*
*(het is even stil) Echt? Wauw leuk voor jullie! Maar ik moet weer gaan ik ben er over 3 dagen*
*Okee Bye!*
*Bye*

AAHHH Nils komt ook! Roep ik tegen Rein. Echt? Ooh dit wordt een supervakantie. Hee, zal ik vragen of Owen en Daan ook komen? Vraagt Rein. Jaa Doe maar! Dan vraag ik mijn vriendinnen Francis en Gina! Oke dat wordt gezellig. Zegt Rein enthousiast. Het is ondertussen 23:30 en ik denk dat ik naar huis moet. Zie ik je morgen weer? Vraagt Rein. Ja is goed! We gaan morgen wel iets leuks doen. Ik geef hem lange zoen en loop naar mn huisje.
Dan denk ik bij mezelf: WAUW wat een superdag