De afdaling. - Opdracht 1 (Schrijfwedstrijd LoveYari & Rosy)
Voetstappen en vaag geschreeuw, gepaard met een harde ruis in mijn oren was het enige wat ik hoorde. Ik bevroor toen ik haar zag, verstijfde compleet. Haar bleke huid leek net zo wit als de verse sneeuw onder haar lichaam, dat roerloos op de grond lag. Rode kringen van bloed waren zichtbaar om haar hoofd. Waarschijnlijk was ze op een rots terechtgekomen. De sneeuw liet het er roze uitzien. De vrouw, wie eens mijn beste vriendin moest zijn, was dood. En het ergste was nog dat ik erbij was toen het gebeurde. Ik was erbij, toen ze van de afgrond vele meters naar beneden viel. Een eenzame traan rolde vanuit mijn ooghoek over mijn wang naar beneden. Het was mijn schuld.
”Weet je zeker dat je hier naar beneden wil?” vroeg Rose, mijn beste vriendin aarzelend. Zij was altijd al de verstandige van ons twee geweest. Rose dacht altijd overal eerst goed over na, terwijl ik altijd direct op mijn doel afging, zonder me eerst af te vragen of het me mogelijk in de problemen kon brengen. Als ik weer eens een opvlieging had, kon niemand me van dat idee afbrengen. “Ja!” riep ik vrijwel direct. We waren halverwege de piste, waar ik nog een andere afdaling had ontdekt, het moest sowieso zwart zijn. Toen ik de twijfelende gezichtsuitdrukking van Rose zag, gaf ik haar een smekende blik. “Kom op Rosie. Waar is je gevoel voor avontuur gebleven?” Ze rolde met haar ogen en antwoordde: “Die heb ik nooit gehad.” Toch stemde ze in met mijn plan en skieden we naar beneden. Het bordje dat ‘verboden af te dalen’ aangaf hadden we allebei niet opgemerkt, grotendeels omdat het half verschuild stond achter een dennenboom.
“Wie het eerst beneden is!” riep ik, waarna ik meer vaart begon te maken. Rose had meer pondjes dan ik, vandaar dat ze veel sneller kon afdalen. Daar had ik rekening mee moeten houden. Ik grinnikte en deed een hopeloze poging om haar nog in te halen. Rose keek om en stak haar tong uit, waardoor ze de afgrond waar ze recht op af skiede niet in de gaten had. “Kijk uit!” schreeuwde ik, in de hoop dat het nog op tijd was. Maar dat was het niet. Op het moment dat Rose zich omdraaide, was ze al te dichtbij de rand om nog te stoppen. Een ijselijke gil galmde door mijn gehoorgangen. En weg was ze. Ik remde af en keek over de rand. Ik schatte de diepte zo’n honderd meter. Toen ik beter keek meende ik een lichaam te zien. Nu pas drong het tot me door, ik had mijn beste vriendin de dood in geleid. En er was helemaal niets meer dat ik kon doen.
Zo was het gebeurd. Ik knielde naast het lichaam neer en liet een harde kreet van frustratie horen. Dit was nooit, maar dan ook nooit mijn bedoeling geweest. Ik schudde haar door elkaar, in een poging het dode lichaam weer tot leven te wekken. Zonder succes. Rose haar ogen stonden dof, en ik kon me de hoeveelheid vreugde waarmee ze eerst vol zaten nog heel goed herinneren. Waarom had ik weer zo’n opvliegerige actie moeten ondernemen? Één ding wist ik wel. Voortaan ging ik leven zoals Rose me al vele keren had verteld om te leven. Op haar manier.
Er zijn nog geen reacties.