Water 008 ;
Olivia Wright, zondag 10.15 uur
Ben ik dood? Of leef ik nog? Zouden de rest dood zijn? Of leven ze nog? Die vragen raasde door mijn hoofd terwijl ik nog steeds niet wist waar ik was. Het enige wat ik kon zien was zwart, ik probeerde adem te halen maar al gelijk kreeg ik een slok water binnen. Ik was in het water, donker en vies water. De tsunami had ons allemaal meegezogen naar weet ik veel waar. Al zou ik niet dood zijn, ik zou de rest toch nooit meer terug kunnen vinden.
Terwijl ik steeds minder adem kreeg probeerde ik boven water te komen ookal kon ik nog steeds niks zien. Ik probeerde boven te komen toen ik in een keer een stekende pijn in mijn been voelde, het was ondraaglijk. Steeds probeerde ik omhoog te komen met steeds minder adem maar het leek wel of ik terug getrokken werd door die vreselijke pijn. Ik probeerde mijn been te bewegen maar kwam er al snel achter dat ik vast zat. Zonder adem voelde ik aan mijn been, er zat iets omheen iets sterks, ik probeerde het los te rukken maar het lukte niet. Steeds minder adem zat in mijn longen en ik voelde dat ik bijna bewusteloos zou zijn, ik zou verdrinken in dit water. Nog een laatste ruk gaf ik met mijn been, ik voelde iets verlichten aan mijn voet maar daarna weer gelijk een ondraagbare pijn. Het laatste beetje lucht was uit mijn longen en alles werd nog zwarter dan dat het al was.
Langzaam werd alles wat lichter, was ik dan toch niet dood? Ik probeerde omhoog te komen maar werd al snel weer naar beneden geduwd. Terwijl ik mijn ogen open probeerde te doen voelde ik dat ik niet echt stil lag, hetgene waar ik op lag ging steeds heen en weer. Toen ik mijn ogen met spleetjes open had herkende ik degene die voor me zat vaagjes. Ik probeerde mijn mond open te doen om iets te zeggen maar ik had de kracht er niet voor. ‘Zeg maar niks’ die stem, die kwam me zo bekend voor. Terwijl ik mijn ogen steeds verder open kreeg herkende ik hem ‘Dioni!’ ik probeerde omhoog te komen maar een steekende pijn in mijn been en zij hielden me tegen ‘ja, ik ben hier en levend’ levend, toch had iemand het nog overleefd. ‘Ik ben zo blij om je te zien.’ ‘Dat je me überhaupt kunt zien.’ ‘Hoe bedoel je?’ Ik zag hem gewoon zitten, alleen wel wat wazig en een paar zwarte vlekken. ‘Heel je oog is… gewond zou ik maar zeggen.’ Ik probeerde een verbaasde blik op te zetten maar kreeg al gelijk pijn aan mijn oog. Aan Dioni te zien had hij geen pijn, of hij liet het gewoon niet merken. ‘Ben jij niet gewond?’ ‘Niet echt, alleen een paar open plekken aan mijn arm, ik was in een boom geklommen die gelukkig niet omgevallen was.’ Hij had ook altijd geluk, maar ik ben zo blij dat hij dat geluk heeft en mij gevonden had. Toen kwam er in me op dat we ergens op dreven, iets wat best zacht aanvoelde. ‘Waar zitten we eigenlijk op?’ Hij keek even rond, ‘op een dekbed, ik had het gevonden in het water en het was groot genoeg voor ons allebei.’ Hij glimlachte even naar me.
Ik weet niet hoelang we daar zo zwijgzaam zaten maar het leek als uren. Ik was uitgeput en alles deed pijn. Wat zou er eigenlijk aan de hand zijn met mijn been en mijn zij? ‘Dioni,’ kreeg ik er zo zacht uit dat niemand het kon horen maar Dioni draaide zijn hoofd al mijn kant op, ‘wat is er met mijn been.’ Moeizaam kreeg ik het eruit, ik zag hem even naar mijn been kijken en toen weer naar mij. ‘Het is niks ernstigs,’ ik hoorde onzekerheid in zijn stem. ‘Waarom doet het dan zo’n zeer?’ Weer keek hij naar mijn been en weer terug naar mij. ‘Misschien kramp denk ik.’ Hij loog, ik wist het zeker. Dit voelde niet als kramp, dit voelde veel erger. Maar ik liet het er maar bij zitten, als het te ernstig was had hij het wel gezegd.
Na een paar minuten kon ik een gaap niet onderdrukken. ‘Ga maar slapen’ hoorde ik Dioni zeggen, dat liet ik hem niet twee keer zeggen. Rustig probeerde ik mezelf te ontspannen en sloot mijn ogen.
Amper kon ik in slaap komen, na een paar minuten lag ik al weer met mijn ogen open. Tot mijn verbazing zag ik dat Dioni wel naast mij in slaap was gevallen. Ik was zo blij dat hij me gevonden heeft, anders had ik nu dood geweest. Zouden de andere ook nog in leven zijn? Dat is de enige vraag die telkens weer door mijn hoofd ging.
Het was even rustig geweest, alles lag onder het water het leek net een zee maar dan met brok stukken en bomen erin. Het viel me wel op dat het weer steeds harder begon te waaien, het zou toch niet weer een tsunami zijn? In films had ik wel gezien dat nadat de ergste was geweest er nog een kwam maar dan niet zo groot. Dat zou toch niet altijd zo zijn? Laten we dat maar hopen dan.
Een paar minuten gingen voorbij maar het bleef hard waaien. In de verte zag ik nog niet echt iets dat op een golf leek, ik bleef die richting in kijken. Terwijl ik bleef kijken zag ik op een gegeven moment een boom omvallen. En daarna steeds meer bomen. Het zou toch niet waar zijn? Niet weer een alsjeblieft. Ik draaide me om naar Dioni om hem wakker te maken. Dof deed hij zijn ogen open en vroeg wat er was. ‘Nog een tsunami.’ Snel kwam hij omhoog en keek naar de richting die ik probeerde aan te wijzen. Steeds meer boven vielen naar beneden en nu zag ik toch echt weer een golf aankomen. Shit, alweer. Ik keek naar Dioni en zag dat hij nadacht. ‘Ik weet dat je pijn hebt, dat je niet kunt lopen of bewegen maar houd je vast aan die boomstam,’ hij wees naar een omgevallen boom die er best stevig uitzag maar ik wist niet of ik dat kon. Langzaam probeerde ik omhoog te komen maar al snel viel ik terug, ik werd misselijk en de pijn in mijn been werd steeds erger. ‘Wacht, laat mij maar.’ Hij sprong van het dekbed in het water en probeerde door de stroming mijn kant op te komen. Hij pakte me op van het dekbed en liep, door de stroom, met mij richting de omgevallen boom. Hij liet me zakken en zei dat ik het stevig vast moest houden. Ik zag het dekbed wegdrijven, snel. Wat betekende dat de golf al dichtbij was. Dioni hield zich vast aan de boomstam vlak naast mij en sloeg een arm om me heen. ‘Als je het één keer overleeft, overleef je het ook een tweede keer.’
We konden niet ontsnappen aan de golf. Het was beter om ergens aan vast te houden dan weg proberen te zwemmen, de golf haalt je toch wel in. Ik hoopte zo dat iedereen nog leefde, en dat ze de tweede golf ook konden overleven. Twee dagen op vakantie en het is al gelijk verpest door wat water. Eén ding weet ik zeker, ik ga nooit meer naar een land waar tsunami’s voorkomen.
Lang hoofdstukje, omdat de vorige zo spannend was : )
nog steeds spannend, hé haha
Ook sorry voor het lange niet schrijven, had zegmaar niet zoveel tijd : $
dus daarom een lang stukjee
lovee yaaa
Reageer (4)
snel verder! X
1 decennium geledenSnel verder ! x
1 decennium geledensnel verder!!!!
1 decennium geledenDioni ? Dat had ik echt niet verwacht .
1 decennium geledenSnel veder x