You are special (Tom lovestory) 21

Jullie stopten voor jou huis en je stapte uit samen met Tom en Bill. Jij: “Dankje jongens.” Bill gaf jou een knuffel. Bill: “Ik ben blij dat alles terug in orde is met jou.” Je deed de deur open en liep naar binnen toe. Jij: “Pak maar iets om te drinken, ik ga me snel even omkleden.” De jongens knikten en je liep snel naar boven toe. Je pakte uit je kleerkast snel een proper setje ondergoed en pakte een zwarte trainingsbroek en een wit topje. Je liep snel naar de badkamer toe en douchte je. Nadat je de douche terug had uitgezet stapte je voorzichtig uit de douche en droogde je af met een lekker zachte handdoek. Je bekeek je even in de spiegel en zag dat je niets meer van de wonden zag. Je kleedde je snel aan en liep naar de jongens toe. Jij: “Hier ben ik weer.” Je plofte juist naast Tom neer in de zetel toen je jou gsm hoorde afgaan. Je nam snel op en hoorde iemand in het chinees tegen jou praten. Jij: “Sorry, je bent vast verkeerd verbonden.” Je zei dit in het Engels en legde daarna op. Jij: “Gaan we even naar buiten?” Tom en Bill keken elkaar aan en toen knikte Bill. Jullie stonden recht en jullie deden jullie jas aan. Jullie stapten wat door het park tot vlakbij een groot industrie terrein. Je keek opzij en zag daar een soort van loopbrug hangen. Als je daar van af zou springen, zou je dan dood zijn of nog leven? Tom: “Dat gaan we dus niet uittesten.” Bill keek vragend maar je wuifde het weg. Bill zweeg maar je zag overduidelijk dat hij het wou weten. Die zou straks Tom wel overhalen. Nu zag je Tom een raar gezicht trekken. Je grinnikte even en stapten rond het oude gebouw. Nu pas hoorden jullie alle sirenes en zagen pas de rook. Eén van de opslagplaatsen stond in vuur en vlam. Je hoorde een brandweerman zeggen dat er nog iemand binnen zat en snel voordat iemand het door had rende je de opslagplaats in. Je kneep je ogen dicht van de dikke zwarte rook en hield meteen je adem in toen je de dikke zware rook had ingeademd. Je zag niet veel verder iemand op de grond liggen en liep erop af. Het was een man van in de 40. Gelukkig was hij niet zo zwaar want anders kreeg je hem onmogelijk opgetild. Je probeerde hem op te pakken en sleurde hem mee naar buiten. Er kwam meteen een brandweerman op jullie af, die hem overpakte. Zo snel als je gekomen was, was je ook alweer weg. Je liep zo snel als je kon en zag de jongens je verbaast aankijken. Tom: “Je weet toch dat je nu een held bent?” Bill: “Hoezo?” Tom: “Ze heeft zojuist een man zijn leven gered.” Je haalde je schouders op en trok de jongens mee. Jij: “Kom, we gaan.”