49. And again I realise this was the biggest mistake of my life...
“Dus eigenlijk zeg je van jezelf dat je niets bent?” constateerde mijn psycholoog die speciaal vanuit de Verenigde Staten hier naartoe was gekomen.
Ik lachte honend en rolde met mijn ogen. Dat zei ik dus niet. Ik was juist het omgekeerde. Het was alleen maar voor het geld dat ik dit nog deed. Ik haatte die psycholoog al vanaf het eerste moment. Steeds vragend stellend, steeds dingen insinuerend die er niet waren. “Nee,” zuchtte ik, maar liet mijn uitleg. Ze zou het toch afdoen als ‘geen zelfrespect’, pff.
“Wat bedoelde je dan?” vroeg de vrouw met een vriendelijke – en sowieso niet gemeende – glimlach. “Wil je dat even uitleggen.”
Ik gooide mijn hoofd naar achteren en kreunde luid: “Neeeehhh!”
Mijn psycholoog glimlachte liefjes en schreef weer wat op haar blad. “Zeg eens, hoe vaak snijd je je in de week en welk gevoel krijg je daarbij?”
Het gevoel dat ik jou wel eens kan vermoorden, schoot er nijdig door mijn hoofd. Ik hees me weer overeind – gewoon antwoorden, vertelde ik mezelf, dan zouden de president en director Lee tevreden zijn. Ik haalde diep adem. “Ik snijd mezelf niet meer.”
“En hoe kan ik dat weten? Je weet zelf wel hoe verslavend dat kan zijn. De endorfine…”
“Die naar je hersenen steigt en die na een tijd als drug begint te werken, ja,” vulde ik haar klakkeloos aan. “En nee, voor mij was het niet zo verslavend. De laatste keer was een maand, anderhalve maand geleden.”
“Wat heeft je gemotiveerd om ermee op te houden?” knipperde ze met haar ogen en keek me aan. In haar ogen zag ik dat ze me niet geloofde, maar slechts meeging in mijn zogezegde waarheid.
“Gewoon, ik had het niet meer nodig en het is niet alsof ik geld had om nog mesjes te kopen,” mompelde ik er sarcastisch achteraan. Wanneer was dit uur eindelijk om?
“Wat bedoel je met ‘ik had het niet meer nodig’?” negeerde ze mijn irritante opmerking.
“Gewoon,” haalde ik mijn schouders op. Als ik nu ging zeggen: ‘Omdat ik niet meer thuis was’; kreeg ik daar ook nog eens massa’s vragen over en dat wilde ik niet. Ik was zo moe van afgelopen week te trainen dat ik wel eens mocht huilen – gewoon van vermoeidheid en de gedachte aan die miserige dingen van vroeger. Dat was wel het laatste dat ik nu wilde.
“Met ‘gewoon’ ben ik niet ver,” probeerde de psychologe nog eens. “Ik zie aan je gezicht dat er meer is. Wil je het me niet vertellen?”
Nee! Dat weet jij ook wel, trut, werd de woede in mijn hoofd alsmaar groter. Waarom stelde ze zelfs zo van die idiote vragen, als ze het antwoord al wist. Het was alsof ze een retorische vraag stelde, maar toch nog beantwoord wilde worden. Waren alle psychologen zo’n lastige mensen? Zucht, waarschijnlijk wel…
“Goed dan,” knikte ze als ik niet antwoordde en als onverstoord uit het raam staarde – alsof ze niets had gezegd. Ergens hoopte ik dat ze me gewoon uit haar lokaaltje zou gooien omdat ik zo’n moeilijk kind was, maar ergens was ik dan ook weer bang van de reactie van de president en de director. Ze staken dan ook geld in mij, iets nutteloos.
“Dat gaat de president niet prettig vinden,” kruistte ze haar armen voor haar boezem. Ze reageerde eindelijk echt op mijn gemene pogingen.
De triomfantelijke grijns op mijn gezicht verdween. Ze had gelijk.
“Seven, ik ben hier om met je te praten en je terug op het juiste pad te krijgen,” ademde ze diep in, alsof ze haar geduld aan het trainen was, “maar als je zo doet, geloof ik niet dat we veel kunnen doen.”
Ik haalde mijn schouders op, doend alsof het me allemaal niet veel kon schelen. Vanbinnen deed ik in mijn broek, maar die sterke drang in me wilde niet opgeven en verliezen van haar.
“Helaas denk ik dat je het niet heel lang zult volhouden als je zonder therapie verder gaat,” keek ze me recht in de ogen. Ah, waarom?! Ik haatte het als mensen dat deden. Het leek zo wel alsof ze je gedachten konden lezen, wat een uiterst onprettige gedachte was. “Zelfs hier al zit je zo stijf als iets, je hele lichaam is gespannen. Het zou me niet verbazen als je hart nu overuren draait.
En dat heb je nu alleen al van één klein gesprekje met een psycholoog. Wat gaat het zijn als je op podium moet, contacten moet leggen, of dingen moet voordoen? Ga je een hartaanval krijgen?”
Ik slikte, besefte dat ze gelijk had. Ik wist van de mensen rondom me heen dat ze het haatten om voor de klas te komen omdat het ‘ongemakkelijk’ was, maar ik kon letterlijk doodgaan voor een klas. Mijn hart ging van vijftig naar negentig, al mijn spieren spanden op, trilde van jewelste en zweette als een gek.
Niet willend om toe te geven, staarde ik met een chagrijnige blik een andere kant op.
“Die koppigheid van je gaat je ook niet veel helpen,” zuchtte de psycholoog dan als ze haar notitieboekje dichtklapte. “Ik weet dat dit misschien heel verwarrend en nieuw voor je mag zijn, maar je hebt hulp nodig. Al snijd je jezelf niet meer of geef je niet meer over. Het is nooit helemaal gedaan en ik moet zoveel mogelijk voorkomen dat je terugkeert naar vroeger. Begrijp je dat?
Buiten dat zie ik aan je dat je niet alleen aan zulke dingen lijdt. Wat allemaal afspeelt in jouw hoofd is belangrijk voor mij om jou te begrijpen en te zoeken naar een oplossing voor de dingen.” Ze zuchtte nog eens diep en wierp een blik op me. “Ik vraag je niet om meteen te praten, maar wil je ook wel kunnen helpen. Denk je dat je me daarmee kunt helpen?”
Het bleef stil. Ze wachtte duidelijk op een antwoord – eentje dat ik niet wilde geven, want dan zou ik de onzichtbare oorlog in mijn hoofd tegen haar verliezen. Snel knikte ik dan met tegenzin. Ik wilde haar niet haar gelijk geven, maar werken voor de president sinds ik al bij hem in het krijt stond. Ik was zo’n idioot om dit ooit aan te gaan…
[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
“Wat is er gebeurd met haar dansen?” gebaarde president Yang geërgerd.
“Ik dacht dat we haar expres in de getalenteerde klas hadden gestoken omdat haar dansen goed was! Op dit tempo kan ze nog niet eens mee met de allerslechtste dansers van ons bedrijf!”
“Het probleem is dat ze de dans perfect begrijpt en kan volgen – ik heb haar zien oefenen – maar zodra ze de klas binnenwandelt en tussen al die leerlingen gezet wordt, lijkt ze alles vergeten te zijn…”
“Ja, bij mij gebeurt juist hetzelfde.”
“Bij jou doet ze ten minste iets!”
Er zijn nog geen reacties.