Ben terug thuis!

Arya's pov.

Ik woonde nu al een jaar bij Morani en Marie. We hadden een hele goede band. Ik had ook mijn gave ontdekt. Ik kon mezelf helemaal onzichtbaar maken, maar ik had het nog niet helemaal onder controle. Ik had ook geleerd hoe ik mij moest beheersen en hoe ik mezelf moet verdedigen. Ik was gelukkig, maar mijn herinneringen aan mijn mensen leven kon ik mij niet herinneren. Ik wou absoluut weten wie ik was als mens. Ik had het met Morani en Marie over gehad, en we hadden besloten dat ik mocht gaan. Alleen ik mocht niet in de stad gaan of er jagen. Daar had ik geen probleem mee. Ze hadden een huisje gekocht in Forks. Het stond in het bos en het lag kilometers van de stad weg. Er stonden al meubels. Mijn kleren waren al daar. Alleen ik moest nog vertrekken. Ik stond op het punt om dat te doen.
'Wees voorzichtig en vanaf het fout gaat kom je in vogelvlucht terug hé?' Vroeg Marie. Ik was haar gaan zien als mijn moeder.
'Je moet alleen maar een gil geven en we komen naar je toe, dat weet je hé?' Vroeg Morani. Hij was mijn vader. Ik was voor hen een dochter. Ik was hen dochter. Hen alles.
'Ik zal voorzichtig zijn en van af het fout gaat sta ik voor de deur.' Zei ik.
Ze grinnikte allebei. Ik werd geknuffeld door ze.
'Je bent altijd welkom.' Zei Morani.
'Je draagt het teken van deze clan.' Zei Marie.
'Je valt onder onze bescherming.' Zei Morani. Het teken van deze clan van een vliegende pegasus. Een witte. Ik droeg een ketting. Met een zwarte medaillon. Op het medaillon stond de pegasus.
Ik knikte. 'Ik zal niemand tot last zijn.' Zei ik plechtig. Er verscheen een klein lachje op hen gezicht. Ik gaf ze nog elk een kus op,hen wang en ik vertrok richting mijn huisje. Richting Forks. Ik rende in vogelvlucht naar mijn huisje. Na een kleine twee uurtjes rennen kwam ik op mijn bestemming. Mijn huisje was van hout gemaakt. Het had 2 verdiepingen en een zolder. En ook nog een kelder. Toen ik binnen kwam keek ik in de woon kamer rond. Op het salon tafeltje lag een boekje. Ik liep er naar toe. 'Wat moet ik doen boekje' was de titel. Ik nam het boekje vast. 'Geschreven door Marie en Morani.' Ik grinnikte. Ik ging in de zetel zitten en begon te lezen. Het was een leuk en handig boek.
Toen ik klaar was met lezen, ging ik het huis verkennen. Er was een keuken, living, woonkamer, verschillende kamers met elk een eigen badkamer. In kelder stond een reuze tv met versterkers. Het huis was prachtig.
Ik was benieuwd hoe de omgeving er uit ziet. Dus ik ging een wandeling maken. Er was veel groen. De bomen waren prachtig, ik keek mijn ogen uit. Thuis was er veel sneeuw. Resultaat: eeuwige sneeuwballen gevecht. Op vampier snelheid. Plezier verzekerd. Ik wandelde rustig verder. Zoals mij was geleerd, hield ik voortdurend mijn omgeving in de gaten. Morani hield er van om mij te verrassen met een verrassingsaanval. Ik lachte zachtjes om de herinnering. Ik klom in een boom en hield even pauze om van het uitzicht te genieten. Een kilometer ver weg hoorde ik een takje kraken. Ik versteende en luisterde heel aandachtig. Ik rook nieks verkeerd. Het zal wel een dier geweest zijn. Dacht ik.

Jasper pov.

Het was nu al een jaar geleden sinds Arya werd ontvoerd. Waar was ze? Hoe ging het met haar? Leefde ze nog? Al die vragen speelden al een heel jaar in mijn hoofd. Ik zuchtte. Met Seth ging het ook niet al te best. De roedel deed zijn uiterste best om Arya terug te vinden , maar elk spoor ontbreekt.
'Jasper.' Zuchtte Edward. Ik keek hem aan.
'We vinden haar wel.' Ik knikte. Carlisle kwam binnen.
'Ik heb Tanja gebeld en ze houden hen ogen en oren open.' Zei hij.
'Weten zij misschien wie die vampiers waren?' Vroeg ik. We wisten alleen hoe de man heette. Morani.
'Nee, maar ze kennen een vriend die veel vrienden heeft en ze gaan het hem vragen.' Zei Carlisle.
Iedereen deed zijn best om Arya terug te vinden. Haar twee broers kunnen nu ook in een wolf veranderen. Haar ouders weten dat Arya is ontvoerd door vampiers. Ze geven de moed niet op maar ze denken wel al dat ze dood is. Hoe ze zo kunnen denken is mij een raadsel. Plots rende Sam binnen. Hij was buiten adem.
'We denken dat we Arya hebben gezien in het bos. Het was maar twee seconden maar ze kan het zijn.' Wis hij met moeite uit te brengen. Ik schoot recht. Ik kon maar aan één ding denken. 'Misschien is ze het wel!' Maar dat zei ik niet luid op. Ik zei maar 1 woord. 'Waar?'
'Bij de noordelijke grens.' Zei Sam. In nog geen twee seconden renden we met zen negenen naar buiten. 'Ik, Esmee en Emmett gaan links en Roselie, Alice en Lucas (Alice haar lief) gaan via het midden en Jasper, Edward en Bella gaan rechts.' Zei Carlisle. We knikten en renden door het bos. Na 10 minuten rennen kwamen we op een vreemde geur spoor uit. We roken er aan. Toen ik rook , wist ik het zeker! Het spoor was van Arya! We hadden haar eindelijk terug gevonden. Zij ons eigenlijk, maar dat doet er niet toe.
'Het is Arya's geur.' Zei ik.
'Er verscheen een lachje op Bella's gezicht.
'Ik verwittig de rest!' Zei Edward. Hij nam zijn gsm en belde naar Carlisle terwijl Bella naar Alice belde. Ze zijden precies in koor :' we hebben Arya's geur spoor gevonden!'
Een minuut later waren we terug samen. Ze roken ook aan het geur spoor en kwamen tot dezelfde conclusie. Het was van Arya.
'We moeten het geur spoor volgen voor ze weer verdwijnt.' Zei Carlisle. We knikten en volgen het geur spoor. Na een klein halfuurtje zagen we plots Arya. Ze stond naast een boom en keek naar ons. Mijn adem schokte. Haar smaragd kleurige ogen waren vervangen door robijn kleurige ogen. Vampierogen. Ze keek naar ons. Ik concentreerde me op haar gevoelens. Haar vrolijke gevoelens waren vervangen door wantrouwen. Ze nam ons wantrouwig op. Alsof ze zich klaar maakte voor een strijd. Ik deed een stap naar voren. 'Arya!'begroete ik haar vrolijk. Ze keek naar mij.
'Wie ben jij en hoe weet jij mijn naam?!? Riep ze. Ik keek haar stomverbaasd aan net als de rest van mijn familie.

Arya's pov.

De jongen met halflang honingblond haar keek me aan alsof ik doodleuk tegen een kleuter zei dat Sinterklaas niet echt bestaat. Zijn familie, ik neem aan dat ze zijn familie zijn, keek net zo. Ik voelde mij wat ongemakkelijk bij. Maar wat had ik moeten doen? Ik ken hem niet terwijl hij mij blijkbaar wel kent.
'Ze herkent ons niet meer.' Zei een jongen met bronskleurig haar. Moest ik ze ergens van kennen? Ik had ze nog nooit thuis gezien. Morani en Marie hadden afgelopen jaar alleszins hen niet op bezoek gehad anders had ik ze wel herkent. Maar waarvan moet ik ze toch kennen? Mijn hersenen maakten overuren maar ik wist niet vanwaar ik ze moest herkennen. Hoe zouden ze heten? Want ze kennen blijkbaar mijn naam misschien weet ik als ik hen naam ken dan wel waarvan zij mij kennen. Phffff.. Het is veel te vroeg om hersenkrakers te krijgen!
'Misschien moeten we ons opnieuw voorstellen?' Zei , alweer, een man. Deze had blond haar en was volgens mij de leider. Hadden de vrouwen misschien hen tong verloren? Degene met bronskleurig haar begon te gniffelen. Waarom? Dat moet je niet aan mij vragen. Misschien is hij onder weg een paar vijzen kwijt geraakt? Nu stopte hij met gniffelen en keek hij me giftig aan. Waarom? Moet je niet aan mij vragen. Maar wat bedoelde die met blond haar met ''opnieuw voorstellen''? Hadden ze zich al eens voor gesteld? Ik snapte er helemaal niets meer van. Ze konden wel Chinees praten. Plots rook ik een walgende stank. Het rook naar natte hond. Uit de struiken kwamen reusachtige wolven. Ze stonken uren in de wind. Konden ze geen hondenshampo kopen?
'Ze herkent ons niet meer.' Zei de gene met bronskleurig haar.
'Ik weet het' wat weet degene met bronskleurig haar?
Iedereen keek naar hem.
'Ik ben Carlisle.' Zei degen met blond haar die volgens mij de leider was.
'Ik ben Esmee.' Zei de vrouw die naast Carlisle staat. Volgens mij hadden die twee een relatie.
,'Ik ben Alice!' Zei, riep volgens mijn oren maar ja..., een opgewekt meisje.
'Ik ben Lucas. Zei de jongen met wie alice een relatie had. Hoe ik het wist? Zijn hand lag op haar heup en als ze naar elkaar keken werd je gewoon kotsmisselijk!
ik ben Emmett.' 'En ik ben Rosalie.' Emmett was heel erg gespierd en Rosalie was bloedmooi.
'Ik ben Bella.' Zei de vriendin van de gene met bronskleurig haar.
'Ik ben Edward.' Zei degene met bronskleurig haar.
'Ik ben Jasper.' Zei de jongen met honingblond haar.
'Nou, leuk jullie te leren kennen.' Ik legde nadruk op leren. Ik keek iedereen aan , ook die stinkbeesten. Ik voelde me totaal niet veilig. Er stonden 9 vampiers voor mij en dan nog die stinkbeesten. Ik sprong naar achter. De afstand tussen hen en ik was aanzienlijk vergroterd.
'Arya!' Zei Jasper pijnlijk. Ik had heel even het gevoel dat ik dat eerder had gehoord. Ik schudde mijn hoofd. Ik kende ze niet een hoe zou ik die zin dan moeten herkennen?

Reageer (3)

  • Tyche_

    SNEL VERDER!!!

    1 decennium geleden
  • martje96

    je moet verdeR!!
    ze moet Jasper herkennen!!
    dat moet!!

    1 decennium geleden
  • Snowfallx

    :o

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen