[Schrijfopdracht] In het oerwoud.
Het was kalmerend, vredig. Het gezang van de vogels deed goed, het liet de pijn weer even vergeten.
De pijn dat mijn volk leed. Ik hield van het bos, mijn bos.
Ik was een van de strijders. Ik was een trotse beschermer tegen het kwaad van de buitenwereld.
De enige vrouw die het op durfde te nemen tegen de metalen monsters. Ze dreven ons uit een.. en moorden ons stuk voor stuk uit.
Ik heb gezien hoe mijn vader leed. Sindsdien wilde ik wraak, wraak op het roestig vuil.
Ons leefgebied werd steeds kleiner. En elk jaar schoven we een stukje op.
Hoe konden ze. Het maakte me woedend, furieus! Het ergste was nog wel dat het mensen waren, ons soort uit de andere werelden, ik had het met mijn eigen ogen gezien. Ze wilden ons bos niet inpikken maar verwoesten.
Onze zielen waren verbonden in een connectie met het woud. Vele jaren geleden hadden de goden ervoor gezorgd dat wij in vrede konden leven met de natuur, een zijn met de natuur. Ik wist dat de goden niet tegen de verwoestingen konden blijven vechten, het was aan het volk.
Als ik nu niks deed waren we er niet meer over 10 jaar. Het was diep triest om te horen.
Ik bestudeerde de ondergaande zon, waardoor ik er achter kwam dat het al lang na middag was. Waren ze me vergeten af te lossen?
Soepel liet ik me naar beneden glijden en zette één voet op het koude zand. Mijn benen waren omringd met varens. Ze lieten mijn stappen verdwijnen.
Geluidloos volgde ik het pad richting het basiskamp.
Gelukkig hadden we een groot kamp, de voorplanting steeg met het jaar hierdoor hadden we genoeg strijders.
Ik legde mijn platte hand op het hart van de boom des levens, en sloot mijn ogen. Hopelijk hadden de goden mijn goede werk gezien en gunden ze me een waardige man. Elke dag wachtte ik op een antwoord, het verlossende antwoord. Ik hoopte op een gezonde toekomst met een man en vele kinderen. De droom van elke vrouw. Het geluk moest komen van Deum viventem, de god van het leven. Zij zou de geschikte partner voor je zoeken.
Ik wachtte al 2 jaar sinds ik mijn vrouwelijkheid kreeg. Ik was rijp, vruchtbaar. Mijn moeder kreeg haar partner een week nadat ze vruchtbaar werd.
De vrouwen vonden me een lachertje. Behalve Tante Dilecti zij vond haar ware partner pas na 28 jaar.
Ik werd het vele malen zuchtten zat, het wachten. In mijn stoutste dromen had ik wat met Lentus. Een jonge strijder, net zoals ik.
Ik Amadea Alvita was verliefd op Lentus. In mijn gedachten kon ik het hardop zeggen zonder dat ik vies na werd gekeken. Helaas kon ik het slecht verbergen.
Mijn benen begonnen te trillen in zijn buurt. Het was verschrikkelijk, bespottelijk. Ik was een mannenverslinder.
Een lange zucht verliet mijn mond, ik was gedoemd. Ik liet de boom los en bedankte de goden.
Het was nog een klein stukje voordat ik mijn vertrouwde volk in de ogen kon kijken. Met grote stevige passen naderde ik het bos.
"Amadea.." het prikkelde in mijn oren. De oude vergrijsde stem bracht een trilling over, het machtige gedeelte liet me buigen diep neer de grond.
Mijn neus raakte net niet de donkerbruine aarde aan, mijn rechter arm hing eerbiedig achter mijn rug om mijn knieling officiëler te maken.
"Kom mijn kind, sta op" ik durfde het haast niet te doen, puur om mijn respect voor deze man te verliezen. Heel voorzichtig kwam ik omhoog, mijn hoofd hield ik naar beneden. Mijn hoofd werd omhoog gedrukt zodat ik wel moest kijken. Het voelde niet goed. Ik had deze man nog nooit in de ogen gekeken.
Hij was onze Sanctus. De 'heilige' deze man was de enige die in contact kon komen met de goden. Het koste hem veel tijd en kracht. Volgens enige dorpelingen heeft hij vele teugenkracht verspilt, daardoor was hij binnen een half jaar sterk verouderd. Ik rilde bij het idee.
Ik voelde zijn hand over mijn hoofd strelen. "In plaats van het zoeken naar geluk is afwachten de betere oplossing. Hij die zal wachten baart geluk."
De Sanctus had altijd gelijk, je kon er niet tegen praten. Ik was zo geconcentreerd op het vinden van geluk dat ik mijn geduld had laten vlieren.
Ik bedankte Sanctus voor zijn wijze raad. Ik boog nog eens diep naar de grond en liep daarna gebogen uit zijn zicht.
Ik rende over de losse takken, door het gekraak onder mijn voeten kon ik mijn snelheid bepalen. Ik moest voor het donker nog naar de Summi Ducis, onze opperleider, iemand moest mijn dienst overnemen.
Ik kon horen hoe de apen door de bomen slingerden, hoe de wind met het gras speelde, hoe de vogels hun laatste lied zongen. Het was betoverend.
Ik kon niet begrijpen waarom mensen ons woud wilden verwoesten. Ik kon het me niet voorstellen. Wij zouden dat toch ook niet bij hun doen?
Abrupt stopte ik met rennen. We zouden dat toch niet doen? Ik sloeg mijn hoofd neer. Ooit zou het er op aan komen.. als we die monsters hadden vernietigd.
Wij zouden samen met de goden het kwaad tegen gaan.
Natuurlijk ben ik ooit wel nieuwsgierig geweest naar de andere wereld, hoe die wezens daar leefden. Het liefst zou ik op onderzoek uitgaan, kijken of ik een zwakke plek kon vinden. Mijn vader had het geprobeerd, met de oudsten. Helaas heeft hij het niet overleefd.
Maar ik wist dat hij in goede handen was bij de goden. Ik heb een week lang rouwtijd gehad.. maar ik had niet veel te treuren. Mijn vader was sterk. Mijn vader stierf moedig.
Ik plukte een bloem van de grond en stak hem in mijn haar. Mijn vader was nu een met de natuur.
De berg kwam al aardig dicht bij. Ik klom in de hoogste boom en bracht mezelf de lange weg omhoog. De Summi Ducis was boven samen met de oudsten.
Ik zette een stap op het zachte mos. Ik kwam hier meestal één keer per week, als er weer iets mis ging.
Respectvol boog ik naar de Summi Ducis. "Ik kwam u melden dat ik geen overname van mijn dienst heb gehad."
"Dappere Amedea, je hebt alle recht om hier te wezen. Ik heb Lentus zijn dienst ingetrokken. Sarafine zal er zo snel mogelijk zijn."
Met die woorden was het gesprek gesloten, en daarbij ook mijn dienst. Ik pakte een liaan waaraan ik mezelf naar beneden bracht.
Het bos heeft duizenden geheimen, die zelfs ik niet weet. Ik ben hier om mijn bos te beschermen. Ik ben Amadea, trots strijder. Verbonden met de natuur.
Er zijn nog geen reacties.