[2] Obscurum
Zenuwachtig keek ik naar de lege stoel naast me, het klopt niet. Het was al een kwartier geleden dat de bel ging, en toch is de klas niet compleet. Misschien gewoon ziekte, maar ze was nooit ziek! Ze stak haar hand in de lucht. "Ja, Mila?" Zei meneer Spies. Zijn kale hoofd en grijze snor zaten nog precies zoals ze voor de vakantie zaten. Alsof hij nooit verouderde. Het enige wat hij meer kreeg was rimpels, en volgensmij ging hij met de dag krommer staan. "Weet u waar Siliva is? Ze is anders nooit te laat en op de eerste schooldag van het jaar al helemaal nooit." Zeg ik. Spies kijkt de klas rond, zoekend naar Silvia. Maar nee, geen spoor. Geen enkel spoor van haar. "Raar, Siliva is inderdaad altijd aanwezig." Hij loopt het lokaal uit, draait zich nog even om "Houdt jullie gedeisd, ik kom zo terug" Zegt hij, en loopt de gang op. Hij zou haar natuurlijk niet kunnen missen, Siliva haalde altijd de hoogste cijfers voor wiskunde. Een groot voorbeeld voor de klas, vond Spies. Voor mij was ze gewoon een goede vriendin, die er altijd voor haar was. Meestal dan.
De schooldag ging voorbij, en niemand had wat gehoord van Silvia. Spies wilde niks meer zeggen, we moesten er zelf maar achter komen. Hoe langer de dag werd, hoe bezorgder ik werd over Sil. Misschien was er wat gebeurd? Iets ergs?! Lag ze nu in het ziekenhuis! "Hee, het komt wel goed joh!" Ik voel een hand op mijn schouder, en draai me om. Daar stond Anne, een andere vriendin van me. "Zometeen is er iets gebeurd!" Zeg ik. "Dan zou iemand dat echt wel tegen ons zeggen. Zelfs Silvia kan een keer ziek zijn, of er is gewoon een belangrijke rede dat ze niet op school komt. Ze zegt het meestal wel als haar been gebroken is ofzo." Zegt Anne terug. Dat was waar. Siliva wilde altijd erg graag aandacht, volgensmij deed ze zelfs moeite om een wond op haar hoofd te krijgen zodat ze even in de spotlight stond.
Toen ik die middag thuis kwam, mijn paard een knuffel gaf, kwam mijn moeder naar buiten rennen. Dat deed ze anders nooit! "Mam? Wat is er?" Vraag ik. Haar bezorgde blik maakte dat ik nog nieuwsgieriger werd naar wat ze te vertellen had. "Het.. Het is Siliva!" Zegt ze, mijn gezicht vertrekt. "Wat? Wat is er gebeurd?" Vraag ik snel. "Ze is... Dood!" Zegt mam terug. Mijn maag draait om en ik wankel even op mijn benen. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht. "Wat?!" Zeg ik zacht, maar toch vol woede. "Iedereen denkt dat ze gewoon vermoord is, maar ik weet wie hierachter zitten. Net als Ali, Sue, Seth en Jamar." Zegt moeder verdrietig terug. Een persoon schiet bij me te binnen. Natuurlijk. "Sander" Fluister ik, mam knikt. "Maar... Waarom?" Vraag ik. Mam haalt haar schouders op, ik weet het niet. Het is midden in de vakantie gebeurd, ze was al een tijdje zoek."
"En je hebt me niks verteld?!" Schreeuw ik terug.
"Ik wilde je niet ongerust maken!"
Nou wordt ie mooi. "Zijn er nog meer dingen die ik moet weten? Hm? In twee maanden is mijn totale leven veranderd en je kan me nog steeds niet de waarheid vertellen? Ga je me zometeen ook nog vertellen dat er vampiers en draken bestaan?" Ik realiseerde me niet dat ik harder was gaan schreeuwen, dat ik mijn vuisten gebald had, en dat mam me bang aan keek.
"Natuurlijk niet! Maar..." Zegt ze. "Ach rot toch op!" Roep ik, laat mijn schooltas vallen, en ren naar Livor's weiland, waar ik op zijn rug spring en samen met hem naar het bamboehuis galoppeer. Wolf zijn begint me al aardig te irriteren.
Er zijn nog geen reacties.