1. Sanne

De zomervakantie breekt aan. Net op tijd. Achter de autoruit ziet Sanne groene heuvels voorbij schieten. Ze rijden het Engelse platteland op. Hier zullen ze een paar weken verblijven tot het eind van de vakantie, wanneer ze aan een nieuw schooljaar in de vijfde klas van de middelbare begint.
Haar ouders zitten in Noorwegen. Sanne glimlacht en kijkt naar de man en de vrouw voor in de auto, vrienden van haar ouders.
Een paar jaar geleden ontmoetten ze elkaar op een camping in Yorkshire, het klikte meteen, ook met Sanne.
Met Noah, een mollige vrouw met lieve, groene ogen en weelderig donker haar, kan ze gewoon Nederlands praten. Met Noah‘s vriend, Austin, praat ze Engels.

‘Waar hebben jullie elkaar voor het eerst ontmoet?’ vraagt Sanne aan Noah. Austin kijkt haar met zijn donkerblauwe ogen even glimlachend aan en keert zich vervolgens vragend naar Noah. ‘In Londen, Austin kwam mij de weg vragen, moet je nagaan: ik was de toerist!’ Noah grinnikt zelfvoldaan en vervolgt: ‘Hij was zo aandoenlijk, ik heb hem een drankje aangeboden en voor ik het wist waren we een stel.’
Austin strijkt met zijn hand over zijn korte staartje en lacht onzeker. ‘What are you ladies talking about, my love? Noah vertaalt hun gesprek voor hem.
Austin’s ogen fonkelen als hij terug denkt aan hun eerste ontmoeting. ‘Mijn hoofd stond niet naar de liefde, weet je, maar met Austin kon ik zo goed praten en hij was zo charmant, dat ik uiteindelijk niet meer bij hem wegging.’ Noah zet de radio wat harder en geeft meer gas.
Sanne’s gedachten dwalen af, ze denkt aan haar vrienden in Nederland en slaakt een zucht, ze gaat ze vast missen na een paar dagen.