Hoofdstuk 4
'Nee natuurlijk niet!' Snauwt ze boos. 'Gewoon omdat de informatie van het weeshuis niet compleet was en we hier graag overal van op de hoogte zijn.' Zuchtend volg ik haar uiteindelijk. Het huis is overigens prachtig ingericht. Hoewel ik me wel stoor aan de grote hoeveelheid wit. De rillingen lopen me over de rug als we in een of ander steriel kamertje aankomen. Niet dat het er eng is maar omdat het er ijskoud is. De man die aan het bureautje zat de schrijven kijkt op en wisselt een blik met Samantha waar ik niets uit kan opmaken.
‘Hallo.’ Zeg ik beleefd. De man zegt niets terug en gaat in een kastje lopen rommelen. Fijn. Niet wetend wat ik moet doen werp ik een hulpzoekende blik op Samantha. Ze gebaard dat ik op het onderzoekingsbed moet gaan zitten. Of hoe je het dan ook moet noemen. Echt zodra ik weer achter een computer kan ga ik het googelen. Doktersbed? Ik zou het dus echt niet weten. In ieder geval zo’n zwartleren bed met een strook steriel papier erover heen. Maar goed genoeg geklets over hoe zo’n stom bed heet. De man kwam ondertussen weer overeind met een doos vol met injectienaalden. Ik slikte. Wat was hij daarmee van plan? Toch niet allemaal in me steken hoop ik? Voor zover ik weet heb ik de meeste injecties toch wel gehad. Maar aangezien Samantha gezegd had dat het was omdat de informatie van het weeshuis niet compleet was. Komt het er waarschijnlijk op neer dat ze me gaan onderzoeken. Waarom dan die naalden?
‘Oké Paullette, Joop gaat een klein beetje bloed afnemen. Echt een heel klein beetje maar hoor.’ Maakt Samantha het duidelijk. Fijn. Ik ben er echt dol op als mensen bloed van me afnemen.. Nou ja niet dus maar dat had je zelf natuurlijk al bedacht. Joop lijkt er eindelijk uit te zijn met welke naald hij me het liefste kwelt aangezien hij een bijzonder groot exemplaar eruit vist.
‘Wat moeten jullie eigenlijk met mijn bloed?’ Probeer ik tijd te rekken.
‘Onderzoeken natuurlijk.’ Zegt Samantha met hoog opgetrokken wenkbrauwen. ‘Wat had je dan gedacht?’
‘Niks.’ Snauw ik. ‘En onderzoeken op wat?’ Ik doe mijn best om niet te bang te klinken. Ze vraagt zich nu vast af wat ze in vredesnaam voor vreemd kind in huis heeft genomen. Had ze zich maar aan de normale adoptieprocedures moeten houden. Dan heb je er ook geen last van dat je vervelende kinderen in huis haalt. Eigen schuld.
‘Daar snap je toch niks van.’ Zegt ze. Wat mijn vermoeden alleen maar bevestigt. Ik begin er spijt van te krijgen dat ik niet gewoon een vestje aan heb getrokken. Het is echt heel koud hier. Maar goed hoe had ik dat vanochtend ooit kunnen weten dat ik het koud zou krijgen? In mijn slaapkamer was het altijd aangenaam warm. Eigenlijk wil ik nu even terug rennen naar mijn tassen zij het niet dat ik waarschijnlijk verdwaal en dat mijn kleren waarschijnlijk al opgeruimd zijn. (Gezien de grootte van het huis ga ik er namelijk vanuit dat er vast veel mensen in dienst zijn.) Ik bijt zowat mijn lip kapot van de schrik als Joop plotseling de naald in mijn arm douwt. Hij lijkt er behoorlijk veel plezier in te hebben. Of dat is natuurlijk mijn fantasierijke verbeelding zou ook goed kunnen. Maar ergens lijkt het me ook wel logisch dat hij er plezier in heeft. Waarom zou je er anders je werk van maken om mensen hun bloed af te tappen? Kijk als het nou voor goede doeleinden zou zijn.. Maar onderzoek vind ik eigenlijk net niet nobel genoeg. Maar dat zal wel aan mij liggen. Ik zou sowieso geen dokter willen worden. Teveel verantwoordelijkheid.
Reageer (1)
Leuk dat je weer schrijft!
1 decennium geleden