Hoofdstuk 29

Eenmaal binnen in Malfoy Manor ren ik zo snel als mogelijk op mijn hoge hakken, richting de kamer waarin ik de afgelopen dagen ben verbleven. Ik zucht diep en begin in de badkamer. Ik grabbel al mijn spullen bij elkaar en gooi ze in mijn toilettas. In de kamer haal ik mijn kast leeg, maar alleen mijn eigen kleding. De kleding die mijn moeder heeft uitgekozen laat ik liggen. Dat mogen ze houden. Mijn eigen schoenen gooi ik ook in mijn hutkoffer en alle overige spullen die nog in de kamer verspreid liggen. Ik grijp mijn skateboard en gitaarkoffer met gitaar en slinger hem over mijn rug. Ik ruk de deur open en kijk recht in het gezicht van Draco. Zijn gezicht staat vol pijn, al weet ik niet waarom. Als hij mijn gezicht ziet, veranderd de uitdrukking op zijn gezicht daar geschokt.
‘Wat is er?’ Vraag ik verbaast.
‘Je wang, je gezicht. Voel je het niet?’
Verbaast kijk ik hem aan. Ik had niet meer in de spiegel gekeken en ik was zo boos geweest, nu nog steeds trouwens bij informatie, dat ik er niet meer aan gedacht had of het gevoeld had. Ik liet me door hem mee trekken naar de spiegel die in de badkamer hing. Mijn mond viel open van verbazing toen ik mijn wang zag.
‘Holy shit,’ wist ik nog net uit te brengen. Mijn hele wang was dik en blauw, met paars. Hij was helemaal opgezet en ik leek wel een hamster.
‘Heb je geen pijn?’ Vroeg Draco zachtjes. Ik schudde mijn hoofd en voelde aan mijn wang waar een pijnlijk steek door heen ging.
‘Misschien nu,’ zei ik met een vertrokken gezicht. ‘Ik was te boos om er aan te denken. Draco ik moet nu echt gaan,’ mompel ik iets later. ‘Ik wil hier niet meer blijven. Het is niet dat ik niet bij jou wil zijn, mijn ouders zullen me hier opzoeken. Ik wil ze niet meer zien, het spijt me.’
‘Ik begrijp het wel. Ik heb mijn ouders gevraagd je naar Rhys te brengen zoals je wilt. Ze zetten je daar af.’
‘Bedankt Draco,’ zeg ik en ik glimlach kleintjes maar pijnlijk. Ik pak zijn hand en trek hem iets naar me toe. Zachtjes kus ik hem op zijn mond.
‘Kom me eens opzoeken,’ fluister ik waarna ik hem nog eens op zijn mond kus.
‘Zal ik doen,’ fluistert hij en hij kust me op mijn voorhoofd. ‘Dat zal ik doen.’